Voorwoord
mr. drs. A.G. de Neve1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Recht op een accountant?
In ons rechtsstatelijk systeem bestaat er een recht op een advocaat. Indien een partij niet in staat is een advocaat te vinden die hem bij kan staan in een procedure dan kan die partij de deken verzoeken een advocaat aan te wijzen.2 Op deze manier wordt invulling gegeven aan het recht op rechtsbijstand en de in veel gevallen verplichte procesvertegenwoordiging.
Vraag is of dit ook zou moeten gelden met betrekking tot de wettelijk voorgeschreven controle van de jaarrekening door een accountant. Bestaat er ook zoiets als een recht op een accountant? Dat dit niet slechts een theoretisch vraagstuk is, bleek de afgelopen maanden wel.
In april van dit jaar maakte Euronext Amsterdam kenbaar dat de beursnotering van zes ondernemingen zal worden geschrapt omdat onder andere door deze ondernemingen geen door een accountant gecontroleerde jaarrekening werd gepubliceerd. Hieraan voorafgaande had beleggersorganisatie VEB al gewaarschuwd dat beursfondsen steeds moeilijker een accountant kunnen vinden. MidkapNL, een belangenvereniging voor kleinere beursfondsen, bij monde van Peter Paul de Vries, stelde dat er gewoon geen OOB-accountants3 beschikbaar zijn. Nadat diverse accountantsorganisaties hun OOB-vergunning hebben ingeleverd, kunnen beursfondsen in Nederland voor de controle van hun jaarrekening enkel nog maar terecht bij zes OOB-kantoren, te weten Deloitte, PwC, EY, KPMG, BDO en Mazars. Volgens De Vries nemen BDO en Mazars geen nieuwe beursfondsen aan en de grote vier zouden hebben besloten kleinere bedrijven niet te bedienen.
De NBA stelde in een reactie op de aankondiging van Euronext Amsterdam het probleem van schaarste op de accountantsmarkt te herkennen, maar gaf tevens aan dat er ook andere redenen denkbaar zijn waarom een onderneming geen accountant kan vinden. Een accountant kan bijvoorbeeld ook weigeren omdat hij specifieke sectorkennis en kunde niet heeft of omdat de entiteit zijn interne beheersing niet op orde heeft.
In het daarop publiekelijk gevoerde debat werd enerzijds OOB-kantoren onwil verweten en anderzijds gesuggereerd dat met de betreffende ondernemingen wel iets aan de hand moet zijn nu accountantsorganisaties waarschijnlijk vanwege reputatierisico's hun vingers er niet aan willen branden. Bij alle argumenten is wel iets voor te stellen. Net als bij andere zakelijke dienstverleners zullen reputatie- en aansprakelijkheidsrisico's in de huidige tijd zwaar worden gewogen door accountantsorganisaties. Dat wil echter niet gelijk zeggen dat er iets mis is met de betreffende ondernemingen. Beeldvorming speelt in deze tijd een belangrijke rol en kan leiden tot een zogenaamde selffulfilling prophecy. Een mate van zorgvuldigheid is gepast.
In het geval van het uitblijven van een accountantsverklaring kan Euronext Amsterdam een procedure opstarten om de beursnotering te schrappen, te delisten. Doel hiervan is het waarborgen van de reputatie, stabiliteit en kwaliteit van de Nederlandse kapitaalmarkt.
Vraag is of de belangen van het (beleggend) publiek hiermee noodzakelijkerwijs zijn gediend. Euronext Amsterdam mag haar de-listing procedure dan wel presenteren als een soort van reinigingsinstrument, als echter het uitblijven van een accountantsverklaring om de verkeerde reden geschiedt, schiet het zijn doel ook voorbij. Het laat zich immers raden wat het initiëren van een dergelijke procedure doet met de beurskoers van een dergelijke onderneming.
Recentelijk heeft Value8 omdat het haar niet lukte een Nederlandse accountantsorganisatie te vinden een Portugese accountantsorganisatie ingeschakeld voor de controle van haar jaarrekening hetgeen op grond van Europese regelgeving is toegestaan, mits het betreffende kantoor zich als OOB-accountantsorganisatie registreert bij de AFM. Deze route wordt niet door iedereen toegejuicht en ook de NBA lijkt dit geen goede ontwikkeling te vinden en vreest dat buitenlandse kantoren niet kunnen voldoen aan de kwaliteitsstandaarden waaraan Nederlandse accountantsorganisaties wel (moeten) voldoen. Deze kwaliteitseisen gaan in een aantal gevallen verder dan wat de toepasselijke Europese richtlijn voorschrijft en zijn het gevolg van incidenten en bevindingen van de toezichthouder, de AFM. Dergelijke aanvullende kwaliteitseisen zijn echter niet van toepassing op accountantsorganisaties uit andere lidstaten. De NBA heeft de minister van Financiën opgeroepen te zorgen dat alle kwaliteitbevorderende maatregelen van toepassing zijn op alle accountantsorganisaties die actief zijn op de Nederlandse markt en waar nodig wet- en regelgeving hierop aan te passen. Het laatste woord zal hierover nog niet zijn gezegd.
Hoewel de Europese route vooralsnog open blijft staan, biedt het wetsvoorstel Wet toekomst accountancysector wellicht enige soelaas. In dit wetsvoorstel wordt onder andere voorgesteld de Wet op het accountantsberoep te wijzigen en een aanwijzingsbevoegdheid voor de NBA te introduceren. Het voorgestelde artikel 54a Wet op het accountantsberoep bepaalt dat een onderneming of instelling die opdracht wenst te geven tot een wettelijke controle maar ondanks redelijke en tijdige inspanningen geen accountantsorganisatie bereid vindt de opdracht tot een wettelijke controle te aanvaarden, een aanvraag kan doen om aanwijzing van een accountantsorganisatie. Het voorgestelde artikel 54b Wet op het accountantsberoep bevat een nader gedefinieerd toetsingskader voor het besluit tot aanwijzing.
Een besluit tot toewijzing van de aanvraag bevat een aanwijzing van een accountantsorganisatie om de wettelijke controle gedurende een periode van vier boekjaren te verrichten. In het besluit kunnen nadere eisen worden gesteld aan de uitvoering van de opdracht. Het bestuur van de NBA dient de AFM een afschrift van het besluit te verstrekken en van het besluit melding te doen in de Staatscourant. De aanwijzingsbevoegdheid is overigens niet beperkt tot OOB's maar geldt voor alle wettelijke controles die onder het bereik van de Wet toezicht accountantsorganisaties vallen.
Het wetsvoorstel creëert zogezegd, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, een 'recht' op een accountant wat moet waarborgen dat welwillende ondernemingen in staat moeten zijn om hun jaarrekening te kunnen laten controleren door een accountant om zo aan hun wettelijke verplichting te kunnen voldoen. Anderzijds zal het ook voor accountantsorganisaties mogelijk wat angels uit de discussie halen. Voor wat betreft reputatierisico's helpt mogelijk het feit dat sprake is van een aanwijzing en dat deze aanwijzing ook publiek is. Voorts geldt waarschijnlijk dat bij een aangewezen controlerend accountant de relatie tussen onderneming en controlerend accountant wat anders is dan in het geval deze relatie in een normale commerciële context tot stand gekomen is. Als men voorts beseft dat ingevolge artikel 2:393 lid 6 BW een accountantsverklaring de vorm kan hebben van een goedkeurende verklaring, een verklaring met beperking, een afkeurende verklaring of een verklaring van oordeelonthouding, dan valt nog te bezien hoeveel gebruik er in de praktijk van deze regeling zal worden gemaakt. Enkele van de in de soms wat verhitte discussie aangevoerde presumpties kunnen dan in ieder geval worden getoetst.
Wordt vervolgd.