Uitspraak Klachtencommissie DSI nr. 07-74
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M.R. Hosemann
Klager vorderde vergoeding van door hem geleden verliezen
op optietransacties, omdat hij daarover onvoldoende zou
zijn voorgelicht. De Commissie nam de klacht in behandeling
voor zover betrekking hebbend op de periode vanaf
december 2004. Partijen verschilden van mening over de
aard van de relatie. Klager gaf orders op via de beleggingslijn
van verweerder, maar stelde dat er ook adviezen werden
verstrekt vanuit verweerder, zodat er volgens hem sprake was
van een adviesrelatie. Volgens verweerder was er
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
sprake van
een execution only-relatie, omdat er slechts incidenteel
adviezen aan klager werden gegeven en klager ten minste
95% van zijn orders via de beleggingslijn plaatste. De
Commissie liet de aard van de relatie in het midden, omdat
zij van mening was dat klager hoe dan ook voldoende
bekend was met de risico’s verbonden aan het schrijven van
opties. De Commissie stelde vast dat klager sinds 2000
opties heeft geschreven en daarop bij herhaling verlies heeft
geleden. Daarnaast had klager in 2002 een optieovereenkomst
getekend, die vergezeld ging van een exemplaar van
het Officieel Bericht-Opties van Euronext, waarin de risico’s
verbonden aan de handel in opties uiteen worden gezet. Op
grond hiervan meende de Commissie dat klager in december
2004 ermee bekend had moeten zijn dat aan het schrijven
van opties risico’s verbonden zijn en verwierp de Commissie
het verwijt dat verweerder hem onvoldoende heeft gewezen
op de risico’s verbonden aan de handel in opties. De klacht
werd afgewezen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
