Tijdschrift voor Financieel Recht 2007 nr. 11/12

X / AFM

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M.R. Hosemann

Bij besluit van 31 juli 2007 heeft de AFM het bezwaar van verzoekster tegen het besluit strekkende tot afwijzing van het verzoek om het verlenen van een vergunning ex art. 10 Wfd, ongegrond verklaard, waarna verzoekster beroep heeft ingesteld en de voorzieningenrechter heeft verzocht om een voorlopige voorziening te treffen ex art. 8:81 Awb. Verzoekster heeft de aanvraag om een vergunning in januari 2006 ingediend, en melding gemaakt van een strafrechtelijk antecedent, te weten het plegen

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

van valsheid in geschrift. De AFM heeft bij de afwijzing van het verzoek echter naast dit strafrechtelijke antecedent tevens twee andere, een strafrechtelijke en een toezichtsantecedent in aanmerking genomen. De AFM heeft voor de inwerkingtreding van de Wft, op de aanvraag beslist. Een onder de Wfd verleende vergunning werkt door als een vergelijkbare vergunning onder de Wft, terwijl ook een in dat verband verrichte betrouwbaarheidstoets in gelijke zin doorwerkt onder de Wft. Derhalve boog de voorzieningenrechter zich eerst over de vraag of het bestreden besluit in stand kon blijven aan de hand van feiten en omstandigheden die ten tijde van het primaire besluit voorlagen en aan de hand van destijds geldende wetgeving. Ten aanzien van de valsheid in geschrift oordeelde de voorzieningenrechter dat de veroordeling daartoe bijna acht jaar voor het primaire besluit onherroepelijk was geworden en toepassing van art. 3 Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing derhalve niet aan de orde is. Voorts achtte de voorzieningenrechter van belang dat verzoeker al vanaf 1993 actief was als financiëledienstverlener en dat de strafrechtelijke veroordeling geen verband houdt met deze werkzaamheden. De overige twee antecedenten dienden volgens de voorzieningenrechter tevens in aanmerking te worden genomen. Omtrent een verzoekster opgelegde transactie oordeelde de voorzieningenrechter dat deze gedraging geen direct verband heeft met (de werkzaamheden van verzoekster in) de financiële sector. Het toezichtsantecendent behelsde het nietopgeven van die transactie op het betrouwbaarheidsformulier. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kon echter niet zonder nader feitenonderzoek omtrent de wijze waarop de transactie aan verzoekster kenbaar is gemaakt, aan verzoekster worden tegengeworpen dat hij heeft verzuimd hiervan melding te maken. De voorzieningenrechter wees de verzochte voorlopige voorziening toe, achtte het beroep vanwege het ontbreken van een daadkrachtige motivering gegrond, vernietigde het bestreden besluit, en droeg op met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Voorzieningenrechter Rechtbank Rotterdam
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M.R. Hosemann
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
betrouwbaarheidstoetsing van een financiëledienstverlener
Bron
LJN BB4633
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/5417

Verder in 2007 nr.11/12

 Richtlijn herverzekering (2); de veiligheidskleppen bij overdracht van herverzekeringen met toestemming van DNB

Directe verzekeraars bieden verzekeringsdekking aan ‘gewone’ bedrijven en consumenten. Voor (delen van) dit risico betrekken directe verzekeraars veelal verzekeringsdekking bij collega’s: de her...

 Wet MOT en witwassen; jurisprudentie biedt volop kansen voor beleid

Tien jaar geleden gaven de operatie Clickfonds van het Openbaar Ministerie (OM) en in het vervolg daarvan de Integriteitsnota1 van de Minister van Financiën een impuls aan een reeks m...

 Richtlijn herverzekering (1); toezicht op herverzekeraars en entiteiten voor risicoacceptatie

Naar verwachting zal in het eerste kwartaal van 2008 in Nederland de Richtlijn herverzekering1 worden geïmplementeerd. Deze implementatie betekent een wijziging van de Wet op het financieel toez...

 Openbare biedingen op aandelen (1); eindelijk, nu beschikbaar! De nieuwe biedingsregels

De markt heeft er even op moeten wachten1, maar de nieuwe regelgeving over openbare biedingen op effecten is op 28 oktober 2007 eindelijk ingevoerd. Tot 28 oktober 2007 waren de regel...

 Openbare biedingen op aandelen (2); het openbaar bod en ‘acting in concert'

Als een openbaar bod eenmaal is uitgebracht zullen de aandeelhouders van de doelvennootschap tot wie het bod is gericht een keuze moeten maken om hun aandelen al dan niet aan te biede...

 Rondom het nieuws; complexe producten voor de financiële consument

Het uitgangspunt van het financiële recht is lange tijd geweest dat informatieverstrekking de oplossing is van alle problemen. Wie knollen wil verkopen, mag dat, zolang hij maar verte...