Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2008 nr. 3

Een gewezen huurder moet zich na een verwijzing naar artikel 7:308 BW in een huurbeëindigingsuitspraak niet te snel rijk rekenen

Jolanda Winter-Bossink

Volgens artikel 7:308 BW dient de verhuurder van middenstandsbedrijfsruimte een vergoeding te betalen aan de gewezen huurder, wiens huur hij heeft opgezegd, indien de verhuurder voordeel geniet als gevolg van het feit dat het gehuurde vervolgens voor een vergelijkbaar bedrijf wordt gebruikt. Huurovereenkomsten met betrekking tot middenstandsbedrijfsruimte worden veelvuldig beëindigd met behulp van de opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’. In veel gevallen wil de verhuurder het gehuurde vervolgens voor een gelijksoortig bedrijf gaan gebruiken. In de huurbeëindigingsprocedure

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

wordt door de huurder soms aangevoerd dat verhuurder een vergoeding moet betalen in verband met de goodwill die de huurder bij het beëindigen van de huurovereenkomst ter plaatse zal achterlaten. Over een dergelijke eventuele vergoeding wordt in de huurbeëindigingsprocedure inhoudelijk geen uitspraak gedaan. Vaak wordt in de belangenafweging door de rechter wel expliciet meegewogen dat de huurder na het beëindigen van de huurovereenkomst een vordering kan instellen op grond van artikel 7:308 BW. Met betrekking tot de inhoud van artikel 7:308 BW is echter erg weinig jurisprudentie verschenen, hoewel een vergelijkbaar artikel al sinds 1971 in ons wetboek te vinden is. Reeds hieruit zou volgens mij afgeleid kunnen worden dat deze bepaling in de huurrechtpraktijk geen belangrijke rol speelt. Nu rechters desondanks vaak naar dit artikel verwijzen, zullen in het navolgende de beperkingen in het toepassingsbereik van dit artikel nader worden toegelicht. Hierbij zullen de wettekst, de bijbehorende parlementaire geschiedenis, de visie in de literatuur en de beschikbare jurisprudentie aan de orde komen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Jolanda Winter-Bossink
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/6924

Verder in 2008 nr.3

 Voorwoord

Inmiddels werken we bijna vijf jaar met het nieuwe huurrecht dat in augustus 2003 in werking is getreden. Op 2 maart 2006 heeft de redactie met de uitgever een congres georganiseerd en de nieuwe ...

 Tijd voor herziening? Een nadere analyse van het huurrecht voor bedrijfsruimte

Deze bijdrage is bedoeld als aanzet voor het congres dat de uitgever en de redactie van dit tijdschrift in samenwerking met de Academie voor de Toegepaste Rechtswetenschappen in het n...

 Een gewezen huurder moet zich na een verwijzing naar artikel 7:308 BW in een huurbeëindigingsuitspraak niet te snel rijk rekenen

Volgens artikel 7:308 BW dient de verhuurder van middenstandsbedrijfsruimte een vergoeding te betalen aan de gewezen huurder, wiens huur hij heeft opgezegd, indien de verhuurder voordeel geniet ...

 Rechterlijke matiging van contractuele boete / Intrahof Gouda BVs Speelgoedpaleis Bart Smit BV

In menige huurovereenkomst komt een boetebeding voor. Als een boetebeding eenmaal is overeengekomen en wordt ingeroepen, kan de schuldenaar zich daartegen verweren. Het eerste verw...