Uit de boekenkast van de bedrijfsethiek (38)
dr. E.D. Karssing*
In de bedrijfsethiek is een groot aantal boeken en artikelen verschenen waarin op praktische wijze integriteitsvraagstukken worden behandeld en concrete aanbevelingen worden gedaan voor het bevorderen van de integriteit van organisaties en haar medewerkers. Niet iedereen weet deze publicaties te vinden of heeft tijd ze te lezen. Daarom kijkt Edgar Karssing geregeld voor het Tijdschrift voor Compliance in de boekenkast van de bedrijfsethiek en bespreekt hij een artikel of boek. Deze bijdragen zijn geen recensies, maar
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
een samenvatting van de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van de auteur(s), die hij zal confronteren met zijn eigen observaties als trainer en adviseur op het gebied van ethiek en integriteit.
In dit nummer worden het artikel ‘Business ethics: the law of rules’ van Michael Michael en het boek Als goede mensen slechte dingen doen van David De Cremer besproken.
1. Inleiding
Het Grote Kwaad fascineert mij mateloos. Wat zijn dat voor mensen die meedogenloos in staat zijn om andere mensen grote schade toe te brengen – tot het vermoorden van tientallen miljoenen mensen aan toe? En dan kijk ik niet alleen naar de grote misdadigers als Hitler, Stalin en Pol Pot, veel interessanter nog zijn de ‘gewone’ mensen die kwade dingen doen. Dan komt Het Kwaad immers veel dichterbij – hoeveel kwaad schuilt er in mij zelf? Een belangrijke les heb ik geleerd van de filosofe Hannah Arendt. In 1961 was zij als verslaggever aanwezig bij het proces tegen Adolf Eichmann in Jeruzalem. Eichmann was als ambtenaar in Nazi-Duitsland belast met het transport van Joden. Arendt was net als ik gefascineerd door Het Kwaad. Het liefst had zij haar onderzoek gericht op Hitler, maar die was dood. Een goed alternatief leek Eichmann. Tijdens het proces wilde zij hem in de ogen kijken en de raadselen van Het Kwaad ontrafelen. Tot grote verbazing van Arendt bleek deze man, die medeverantwoordelijk was voor één van de grootste misdaden uit de geschiedenis, helemaal geen monster of duivel te zijn, maar een doodgewone huisvader. Arendt sprak daarom over de ‘banaliteit van het kwaad’, om aan te geven dat hele normale mensen tot groot kwaad in staat zijn. Let wel, ze noemde de misdaden niet banaal – het gaat hier wel om één van de grootste Kwaden aller tijden – maar ze verwijst naar haar constatering dat voor groot kwaad geen grote misdadigers nodig zijn, dat ook heel gewone mensen tot groot kwaad in staat zijn.
Een tweede les in mijn zoektocht om het geheim van het Kwaad te ontrafelen, komt uit de sociale psychologie. De sociale psychologie leert dat het gedrag van mensen mede een resultante is van omgevingsfactoren. Een belangrijke denkfout van mensen is de Fundamentele Toeschrijvingsfout. We zijn gewend, zeker in het individualistische Westen, om het gedrag van mensen aan die mensen zelf toe te schrijven: wie goed doet is een goed mens, wie slecht doet is een slecht mens. Maar daarmee onderschatten we stelselmatig welke invloed de (sociale) omgeving op ons uitoefent.
Een derde les, als logisch uitvloeisel van de eerste twee lessen, is dat voor het bevorderen van moreel gedrag in organisaties niet alleen naar de appel – het individu – maar ook naar de mand – de cultuur en structuur van de organisatie – moet worden gekeken. Want indien de omgeving een belangrijke verklarende factor is voor ons gedrag, dan moeten we ook naar de omgeving kijken. Dat is even wennen voor een filosoof. De filosoof is van oudsher vooral geïnteresseerd in morele kennis: wat is moreel gepast gedrag en hoe weten wij dat dit moreel gepast is? Of zoals de Spaanse filosoof Savater het kort en bondig heeft samengevat: ethiek is twee keer nadenken – wat zijn mijn argumenten om dit te doen en zijn dit goede argumenten?1 Dat zou betekenen dat het bevorderen van moreel gedrag vooral bestaat uit mensen leren na te denken, twee keer na te denken. Maar dat gaat dus voorbij aan de drie lessen: gedrag is niet alleen een resultante van een weloverwogen beslissingen.
David de Cremer is wetenschappelijk directeur van het Erasmus Centre of Behavioural Ethics. Van zijn hand verscheen onlangs het boek Als goede mensen slechte dingen doen. Op zoek naar de psychologie achter de financiële crisis.2 Met dit boek wil ik de brug slaan tussen mijn drie lessen in mijn zoektocht naar het kwaad en lessen voor de financiële sector. Ik versterk zijn boodschap met inzichten van Michael Michael ten aanzien van een goede vriend van de compliance officer: regels. Maar eerst illustreer ik de kracht van omgevingsfactoren met een stappenplan om van medewerkers misdadigers te maken. Ik ontleen dit stappenplan aan mijn bijbel van de sociale psychologie: The Lucifer effect. Understanding how good people turn evil van Philip Zimbardo.3
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.