Tijdschrift voor Arbeid & Onderneming Arbeidsrecht – Ondernemingsrecht – Medezeggenschapsrecht 2013 nr. 1

Annotatie. HR 11 mei 2012, LJN BV9603 – Van Tuinen/Wolters: over de gevolgen van dit arrest voor opvolgend werkgeverschap in concernverhoudingen

mr. J. van der Pijl*

1. Vooraf Hoewel het begrip ‘opvolgend werkgeverschap’ als zodanig niet (letterlijk) in de Nederlandse wetgeving wordt gehanteerd, mag worden aangenomen dat met deze term wordt gedoeld op hetgeen lid 2 van art. 7:668a BW als volgt omschrijft: ‘de situatie waarin [sprake is van] elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer en verschillende werkgevers die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkanders opvolger te zijn.’ Over de invulling van dit criterium gaat het hier

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

te bespreken arrest van de Hoge Raad. Het belang van het fenomeen opvolgend werkgeverschap mag overigens niet worden onderschat, nu het – weliswaar telkens met nuanceverschillen – diverse verschijningsvormen in ons arbeidsrecht kent: het speelt mee bij de doorstart na faillissement, bij het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst binnen concernverhoudingen, bij het aangaan van een nieuwe proeftijd bij een andere werkgever, bij de voortzetting van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (de zgn. Ragetlieregel van art. 7:667 lid 4 en 5 BW) en – zoals in de voorliggende kwestie – bij de ketenregeling van art. 7:668a lid 1 en 2 BW. De vraag van opvolgend werkgeverschap kan vervolgens belangrijke gevolgen hebben bij de bepaling van de anciënniteit, die een rol speelt bij bijvoorbeeld de toepassing van het afspiegelingsbeginsel en de vaststelling van de ontslagvolgorde, bij de berekening van de hoogte van een ontslagvergoeding (in verband met het aantal dienstjaren), en bij de berekening van de lengte van de opzegtermijn. In die zin is het een nadere beschouwing waard om te onderzoeken in hoeverre het hier te bespreken arrest de rechtspraktijk de gewenste duidelijkheid verschaft, waarbij ik in deze bijdrage de nadruk wil leggen op overgang van werknemers binnen concernverhoudingen en zal nagaan wat de consequenties van dit arrest zijn voor de overgang van werknemers in concernverband en welke lessen eruit kunnen worden getrokken.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. J. van der Pijl*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAO/10419

Verder in 2013 nr.1

 Column. Ontslagrecht op de helling?

Volgens het regeerakkoord van het kabinet Rutte-II zullen op het gebied van de arbeidsmarkt onder meer het ontslagrecht en de WW worden hervormd. Het is ook in dit juridische tijdschrift misschi...

 Annotatie. HR 11 mei 2012, LJN BV9603 – Van Tuinen/Wolters: over de gevolgen van dit arrest voor opvolgend werkgeverschap in concernverhoudingen

1. Vooraf Hoewel het begrip ‘opvolgend werkgeverschap’ als zodanig niet (letterlijk) in de Nederlandse wetgeving wordt gehanteerd, mag worden aangenomen dat met deze term wordt gedoeld op hetge...

 De positie van werkgever en werknemer bij een intern onderzoek

Vrijwel alle werkgevers worden met enige regelmaat geconfronteerd met kleine of grote gevallen van onregelmatigheden door werknemers.1 Inmiddels is het gangbaar in het geval er aan...

 Expert aan het woord

Praten als Brugman Adviesrecht, instemmingsrecht, aanbevelingsrecht, kennisnemingsrecht, standpuntbepalingsrecht, standpuntbepalingtoelichtingsrecht, het kan niet op voor de ondernemingsraad. N...

 Grensoverschrijdende omzetting na het Vale-arrest en de positie van werknemers

Het vennootschapsrecht in de lidstaten van de EU is voor een belangrijk deel geharmoniseerd, met name via richtlijnen. Een onderwerp waarover in het verleden enkele pogingen zijn o...

 Herziening van het enquêterecht

In 2007 kondigde de Minister van Justitie een evaluatie van het enquêterecht aan. In het kader daarvan is onder meer advies ingewonnen van de SER1, empirisch onderzoek gedaan door ...