Tijdschrift voor Arbeid & Onderneming Arbeidsrecht – Ondernemingsrecht – Medezeggenschapsrecht 2013 nr. 1

Grensoverschrijdende omzetting na het Vale-arrest en de positie van werknemers

mr. dr. M.A. Verbrugh*

Het vennootschapsrecht in de lidstaten van de EU is voor een belangrijk deel geharmoniseerd, met name via richtlijnen. Een onderwerp waarover in het verleden enkele pogingen zijn ondernomen om te komen tot een richtlijn is grensoverschrijdende omzetting.1 Hierbij gaat het om een rechtsvorm van een lidstaat, die wijzigt in een rechtsvorm van een andere lidstaat, onder gelijktijdig voortbestaan van de rechtspersoon. Een groot voordeel van het voortbestaan van de rechtspersoon is dat de rechtspositie van

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

de rechtspersoon wordt voortgezet en daarmee in beginsel ook de rechtsverhoudingen met derden. Het feit dat een geharmoniseerde regeling ontbreekt en het feit dat slechts een enkele lidstaat een expliciete regeling voor grensoverschrijdende omzetting kent, betekent echter niet zonder meer dat een dergelijke rechtshandeling onmogelijk zou zijn. De vrijheid van vestiging speelt in dat verband een grote rol. In december 2009 deed het Hof van Justitie EG (verder: het Hof) in het Cartesio-arrest een belangrijke uitspraak over grensoverschrijdende omzetting. Daarmee waren niet alle vragen beantwoord en het arrest riep bovendien nieuwe vragen op. Met de komst van het Vale-arrest op 12 juli 2012 blijkt nog duidelijker dan voorheen dat ook zonder harmonisatie ruimte bestaat voor grensoverschrijdende omzettingen in de EU. Door de betrokkenheid van twee rechtsstelsels, blijven zonder harmonisatie echter belangrijke vragen bestaan, zoals over de precieze invulling van de procedure. Daarnaast worden door de verandering van het toepasselijke vennootschapsrecht de belangen van de stakeholders – zoals aandeelhouders, schuldeisers en werknemers – geraakt zodat adequate waarborgen nodig zijn. De door het Hof geboden opening een grensoverschrijdende omzetting door te voeren en het ontbreken van harmonisatie legt de nodige druk op lidstaten om wetgeving in te voeren. Zo heeft de Commissie Vennootschapsrecht in Nederland recent een wettelijke regeling inzake grensoverschrijdende omzetting van kapitaalvennootschappen uitgewerkt en aangeboden aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Zij sprak daarbij de wens uit dat de minister op gebruikelijke wijze zou consulteren over de vraag of een dergelijk voorstel aansluit bij de wensen van de praktijk.2 Tegelijkertijd maken toenemende nationale initiatieven en voorzieningen de noodzaak in EU-verband te harmoniseren nog pregnanter, nu de kans groot is dat nationale wetgeving niet (naadloos) op elkaar aansluit. Ook die Europese druk is duidelijk zichtbaar. Zo heeft het Europees Parlement recentelijk opnieuw bij de Europese Commissie aangedrongen te komen tot een richtlijn.3 Ook in de literatuur is een ogenschijnlijk unanieme oproep tot harmonisatie te vinden.4 In deze bijdrage staat de positie van werknemers bij een grensoverschrijdende omzetting centraal. Zoals zal blijken, is het meest belangrijke aspect daarvan het behoud van medezeggenschapsrechten. Voordat daarop nader wordt ingegaan, worden enkele algemene kenmerken van de rechtshandeling uiteengezet, wordt de mogelijkheid tot grensoverschrijdende omzetting in Nederland onderzocht, evenals de mogelijke gevolgen voor werknemers, dit laatste mede in het licht van de voorgestelde regeling door de Commissie Vennootschapsrecht. Voor die regeling zal worden onderzocht of zij in voldoende mate rekening houdt met bestaande medezeggenschapsrechten bij een structuurvennootschap die wordt omgezet in een buitenlandse vennootschap. Gezien het belang van de vrijheid van vestiging voor dit onderwerp, zal hieronder echter allereerst de belangrijkste rechtspraak op dit gebied kort worden besproken.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. dr. M.A. Verbrugh*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAO/10422

Verder in 2013 nr.1

 Column. Ontslagrecht op de helling?

Volgens het regeerakkoord van het kabinet Rutte-II zullen op het gebied van de arbeidsmarkt onder meer het ontslagrecht en de WW worden hervormd. Het is ook in dit juridische tijdschrift misschi...

 Annotatie. HR 11 mei 2012, LJN BV9603 – Van Tuinen/Wolters: over de gevolgen van dit arrest voor opvolgend werkgeverschap in concernverhoudingen

1. Vooraf Hoewel het begrip ‘opvolgend werkgeverschap’ als zodanig niet (letterlijk) in de Nederlandse wetgeving wordt gehanteerd, mag worden aangenomen dat met deze term wordt gedoeld op hetge...

 De positie van werkgever en werknemer bij een intern onderzoek

Vrijwel alle werkgevers worden met enige regelmaat geconfronteerd met kleine of grote gevallen van onregelmatigheden door werknemers.1 Inmiddels is het gangbaar in het geval er aan...

 Expert aan het woord

Praten als Brugman Adviesrecht, instemmingsrecht, aanbevelingsrecht, kennisnemingsrecht, standpuntbepalingsrecht, standpuntbepalingtoelichtingsrecht, het kan niet op voor de ondernemingsraad. N...

 Grensoverschrijdende omzetting na het Vale-arrest en de positie van werknemers

Het vennootschapsrecht in de lidstaten van de EU is voor een belangrijk deel geharmoniseerd, met name via richtlijnen. Een onderwerp waarover in het verleden enkele pogingen zijn o...

 Herziening van het enquêterecht

In 2007 kondigde de Minister van Justitie een evaluatie van het enquêterecht aan. In het kader daarvan is onder meer advies ingewonnen van de SER1, empirisch onderzoek gedaan door ...