Hoge Raad- Hoge Raad, 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1114 (Almer Beheer B.V. en Daedalus Beheer B.V. / Van Dungen Vastgoed B.V. en Oosterhout II B.V. B.A.) – AVM
mr. drs. S.J. Hoes-Weishut, mr. H. de Rooij en mr. A.E.E. Verspyck Mijnssen1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Inzake: Prejudiciële vraag; geen prospectusplicht bij executoriale verkoop van effecten
Deze uitspraak is een vervolg op de uitspraak van de Hoge Raad van 28 september 2012 ( ECLI:NL:2012:BW7006: ) en de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 17 september 2014 (C-441/12, ECLI:EU:C:2014:2226 ). In het Tijdschrift voor Financieel Recht nr. 12, 2014, is de uitspraak van het Hof besproken. Daarbij zijn tevens de onderliggende feiten uiteengezet.
Aan de orde is de vraag of in het kader van een executoriale verkoop van effecten de prospectusplicht van art. 5:2 Wft van toepassing is. In de uitspraak van de Hoge Raad van 28 september 2012 legde de Hoge Raad aan het Hof twee prejudiciële vragen voor over de uitleg van art. 3 lid 1 van Richtlijn 2003/71 (de Prospectusrichtlijn).
‘1. Dient art. 3 lid 1 van de Prospectusrichtlijn aldus te worden uitgelegd dat de daarin opgenomen prospectusplicht in beginsel (dat wil zeggen afgezien v...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.