Tijdschrift voor Financieel Recht 2018 nr. 3

Brexit en de Europese financiële markten

prof. mr. D. Busch Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Het voorgenomen vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zorgt voor aanhoudende onrust in de financiële sector. Financiële instellingen houden van zekerheid, maar die zekerheid is in de soms onnavolgbare Brexit-onderhandelingen ver te zoeken.

Vooral de positie van het VK bezorgt de financiële sector aan beide zijden van het Kanaal kopzorgen. Want wat het VK precies wil - en hoe - is niet erg duidelijk. Prime Minister May bevindt zich in een weinig benijdenswaardige positie, want zij moet constant laveren tussen degenen binnen haar partij die een harde Brexit willen en zij die zoveel mogelijk aansturen op een softere variant – wat dat ook precies moge betekenen.

Maar wat het ook gaat worden, in alle scenario’s zal de Brexit een negatieve impact hebben op de Britse economie. Dat althans blijkt uit een uitgelekte analyse gemaakt in opdracht van de Engelse regering. Hierdoor is May voor de zoveelste keer in verlegenheid gebracht.

Toch is er voor leedvermaak binnen de EU27 geen plaats. Ook het Europese continent zal naar verwachting zwaar te lijden hebben onder de negatieve gevolgen van de Brexit. En dat geldt zeker voor lidstaten met een open economie zoals de Nederlandse.

Het standpunt van de EU27 lijkt intussen glashelder. Zodra het VK de EU verlaat, verliest het zijn toegang tot de Europese financiële markten.

Engelse financiële instellingen kunnen dan niet langer gebruik maken van het Europese paspoort. De City wordt dan afgesneden van eenvoudige toegang tot de Europese financiële markten. Banken, beleggingsondernemingen en andere financiële instellingen moeten dan verhuizen naar de EU27 om gebruik te kunnen maken van paspoortrechten. Europese toezichthouders ESMA, EBA en EIOPA hebben recentelijk duidelijk gemaakt dat het daarbij wel moet gaan om een echte verhuizing. Het zal dus niet mogelijk zijn alle activiteiten vanuit de EU27 terug te delegeren - te outsourcen - naar Londen zodat alles materieel bij het oude blijft. Bovendien moet er een nieuwe vergunning worden aangevraagd bij de bevoegde toezichthouder op het Europese continent en kan niet worden teruggevallen op de eerdere vergunning verleend door de Britse bevoegde toezichthouder.

Een duidelijke stellingname, maar recentelijk lijkt dit onverzettelijke standpunt toch wat scheurtjes te vertonen.

Want wat blijkt, volgens Politico-journalisten zijn er diplomatieke krachten aan het werk om te bezien of de City na de Brexit tegen betaling toch toegang kan krijgen tot de interne markt voor financiële diensten. Vooral Frankfurt en Parijs (City aan de Seine) zullen profiteren van een scenario waarin de Londense City geen toegang meer heeft tot de interne markt. Maar als het VK moet betalen voor toegang tot de Europese financiële markten profiteren alle overgebleven lidstaten. Bovendien heeft Parijs de slag om de Europese toezichthouder EBA al gewonnen. Zodra de Brexit een feit is zal deze verhuizen van Londen naar Parijs.

Ook op ander vlak begint de samenwerking binnen de EU27 scheurtjes te vertonen. Om na de Brexit tegenwicht te kunnen bieden aan de City moeten de Europese financiële markten veel meer integreren dan nu het geval is. Het CMU Action Plan van de Europese Commissie is daar ook op gericht. Door de Brexit moeten de hervormingen versneld worden als het aan de Commissie ligt. Onderdeel hiervan is dat Europese toezichthouder ESMA meer bevoegdheden krijgt om de integratie van de Europese financiële markten te bevorderen. Uniforme regels moeten immers ook uniform worden gehandhaafd en dat is eenvoudiger te realiseren onder centraal gezag. Meer bevoegdheden voor ESMA ten aanzien van derde-landen CCPs (lees: CCPs gevestigd in Londen) is voor de overgebleven lidstaten vooral positief, maar meer bevoegdheden van ESMA ten aanzien van CCPs en andere financiële instellingen die gevestigd zijn in de EU27 gaat ten koste van de invloed van nationale toezichthouders. En daar zijn vooral Ierland en Luxemburg niet zo blij mee.

Het is te hopen dat de EU27 de gelederen gesloten houdt en zich niet uit elkaar laat spelen. Maar het gaat nog spannend worden.

Deel deze pagina:

1 beoordeling

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
prof. mr. D. Busch
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/14792

Verder in 2018 nr.3

 Brexit en de Europese financiële markten

Het voorgenomen vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zorgt voor aanhoudende onrust in de financiële sector. Financiële instellingen houden van zekerheid, maar die zeke...

 Een nieuw prudentieel regime voor beleggingsondernemingen (I)

Op 20 december 2017 heeft de Europese Commissie voorstellen gepubliceerd ter introductie van een nieuw prudentieel regime voor beleggingsondernemingen. Dit nieuwe regime moet er, volgens de Comm...

 De Wet transparant toezicht financiële markten: een verschuiving naar meer openheid in het financieel toezicht

In deze bijdrage wordt het voorstel voor de Wet transparant toezicht financiële markten besproken, dat wezenlijk is gewijzigd ten opzichte van het consultatievoorstel. Met het voorstel krijgen D...

 Initial Coin Offerings (ICO’s): crowdfunding 2.0?

In navolging van de opkomst van virtuele valuta zoals Bitcoin is een trend waarneembaar dat bedrijven proberen (start)kapitaal aan te trekken door de uitgifte van zelf gecreëerde, op blockc...

 LIBOR gebruikers opgelet!

Het interbancaire rentetarief LIBOR gaat mogelijk in de bestaande vorm in 2022 verdwijnen, zo liet de voorzitter van de Britse Financial Conduct Authority (FCA) op 27 juli 2017 weten. In totaal ...

 Het BKR belicht - Waarom het (laten) verwijderen van een BKR-registratie geen sinecure is

In het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van het BKR worden persoonsgegevens van miljoenen Nederlanders verwerkt. De (negatieve) registraties opgenomen in het CKI leiden geregeld tot juri...

 Wat is er mis met het financiële toezicht?

mr. R.K. Pijpers 1. Inleiding In nr. 7/8 van 2017 van dit tijdschrift beschreef ik de toenmalige publicatie van een aantal rapporten die de indruk wekten dat de verschillende financiële toez...