Redactioneel - Het einde van het Internet?
mr. R.J.J. Westerdijk1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Het Internet is een oneindige bron van nieuws en discussie. Het leuke is dat sommige juridische discussies die met het Internet te maken hebben, ook buiten de grenzen van het juridische wereldje komen en een maatschappelijke impact hebben. Dat was recent zo met de discussies rond de Wiv, dat zelfs tot een referendum leidde. En rond de zomervakantie van dit jaar was het weer raak. Ditmaal ging het om het voorstel voor een nieuwe Auteursrechtrichtlijn. Wat was er aan de hand?
Na lange discussies met de Commissie heeft de Raad op 25 mei 2018 een voorstel voor een nieuwe Auteursrechtrichtlijn2 vastgesteld, en het was daarna aan het Europees Parlement om hierover te stemmen. Die stemming vond uiteindelijk plaats op 13 september 20183 , en voorafgaand daaraan liepen de emoties hoog op. Het ging daarbij vooral om art. 11 en 13, en de voorstellen hierover zouden, indien aangenomen, kunnen leiden tot het einde van het vrije Internet.
Art. 11 roept extra bescherming in het leven voor het digitaal gebruik van nieuwsberichten. Volgens sommigen zou dit een zogenaamde ‘link-belasting’ in het leven roepen. Het artikel geeft uitgevers van nieuwspublicaties het recht om zelfs al bij publicatie van een klein stukje van een nieuwsbericht door een aanbieder van een dienst van de informatiemaatschappij aanspraak te maken op een auteursrechtelijke vergoeding. Het Europees Parlement heeft ingestemd met dit principe, maar daarbij wel besloten dat dit niet op hyperlinken van toepassing is, noch op rechtmatig privé en individueel gebruik door consumenten. Art. 11 zou kunnen leiden tot een beperking van de vrijheid van meningsuiting.
Art. 13 regelt dat online content sharing service providers bij het beschikbaar maken van user generated content een openbaarmaking aan het publiek verrichten. Deze service providers dienen hierover een eerlijke en passende overeenkomst te sluiten met rechthebbenden. Dergelijke overeenkomsten dienen een regeling te bevatten inzake de aansprakelijkheid voor user generated content. Bij gebreke van een dergelijke overeenkomst dienen service providers en rechthebbenden samen te werken om te voorkomen dat niet-geautoriseerde werken openbaar worden gemaakt. Het bezwaar tegen deze regeling is dat dit service providers min of meer verplicht om user generated content van tevoren te monitoren op mogelijke inbreuken. Bovendien lijkt met dit voorstel (deels) een einde te worden gemaakt aan de bescherming die wordt geboden door de safe harbour bepalingen van art. 6:196c BW; op grond van dit artikel bestaat juist geen verplichting om content te monitoren (maar dient bij gebleken onrechtmatigheid de toegang tot de informatie wel te worden geblokkeerd).
De nieuwe Auteursrechtrichtlijn is nog niet vastgesteld. Na de behandeling door het Europees Parlement is het nu de beurt aan Raad, Commissie en Parlement om via een triloog te komen tot een uiteindelijke tekst. Gegeven alle commotie rond de nieuwe regeling is dat nog geen gelopen race. Wij zullen er verslag van blijven doen in dit tijdschrift. Het einde van het Internet is echter nog niet in zicht.