Uurtje factuurtje
mr. R.E. Labeur Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.‘Grote ondernemingen worden steeds kritischer op het uurtje-factuurtje-systeem van de advocatuur. De nabije toekomst vraagt om een ander verdienmodel, waarin advocaten voor hun toegevoegde waarde worden betaald en niet voor de uren die ze schrijven.’ Dat is de voorspelling van strategieconsultant Jaap Bosman waar het FD op 4 april jl. over berichtte.1
Zou dit ook voor de AFM opgaan? De Minister van Financiën heeft juist net het uurtje-factuurtje model uitgebreid naar bepaalde vergunningaanvragen die als omvangrijk en/of complex door de toezichthouder worden aangemerkt.2 Waar vorig jaar nog een vast bedrag van EUR 5.500 voor een vergunning als beheerder van een beleggingsfonds of een beleggingsonderneming moest worden afgerekend, kan dit bedrag voor een in 2019 ingediende aanvraag oplopen tot EUR 100.000. Hoe hoog de factuur van de AFM daadwerkelijk uitvalt, hangt af van het aantal uren dat aan de aanvraag is besteed. Het uurtarief van een AFM-medewerker is vastgesteld op EUR 200.3 Dat is best een fors blended uurtarief.4 Uit de toelichting bij de nieuwe tariefstellingen kan worden opgemaakt dat een nieuwe markttoetreder op de beleggersmarkt gemiddeld genomen EUR 45.000 voor een vergunning kwijt zal zijn. Daar heeft de AFM dan dus 225 uren aan besteed; zo’n 28 volle werkdagen. De eerdergenoemde EUR 100.000 heeft de minister als plafond ingevoerd. Dat is geen bedrag gebaseerd op een theoretisch worst case scenario: volgens de minister is het maximum gebaseerd op werkelijke kosten in de afgelopen jaren. Aanvragers doen er wat mij betreft goed aan zekerheidshalve met dit maximumbedrag rekening te houden in de begroting.
De vergoedingen voor (onder meer) de genoemde vergunningaanvragen zijn zo drastisch gestegen, omdat de AFM heeft geconstateerd dat de oude vergoedingen niet meer representatief zijn voor de daadwerkelijke kosten die met het verlenen van een vergunning zijn gemoeid. Dit houdt onder meer verband met de komst van zwaardere nieuwe regels in de vorm van de AIFMD5 voor beheerders en MiFID II6 voor beleggingsondernemingen. Maar ook de wijze van beoordeling door de AFM is in de loopt der tijd aangepast, benoemt de minister. Zo besteedt de AFM meer aandacht aan beleid en processen van de aanvrager rond belangrijke thema’s als uitbesteding, belangenconflicten en vermogensscheiding. Daarnaast is de AFM kennelijk meer tijd kwijt met het beoordelen van innovatieve concepten. Al met al verklaringen waarom het beoordelen van vergunningaanvragen meer tijd, en dus meer geld kost.
Ik begrijp dat de kosten van de toezichthouder meegroeien met de tijd en almaar toenemende regeldruk. Ik begrijp ook dat die kosten voor een belangrijk deel door de aanvrager moeten worden gedragen. Een voorziene gemiddelde verachtvoudiging, en een potentiële verachttienvoudiging van de kosten is wel extreem. Uiteindelijk betreffen deze kosten een allocatiekwestie: De toelichting bij de nieuwe regeling benoemt dat als er meer opbrengsten worden verkregen dit leidt tot een verlaging van de kosten van het doorlopend toezicht. Daaruit leid ik af dat het nieuwe systeem ertoe moet leiden dat de kosten van een vergunningaanvraag meer proportioneel worden verdeeld (‘de gebruiker betaalt’).
De verdere omarming door de wetgever van het ‘uurtje-factuurtje model’ voor relatief veel voorkomende vergunningaanvragen, roept bij mij toch vragen op. Ondernemingen kunnen aan commerciële dienstverleners, zoals advocaten, eisen stellen. Ze kunnen vooraf een cap onderhandelen, tussentijdse fee updates krijgen, kritisch zijn op het geleverde werk en ze kunnen vooral kritisch zijn op de declaratie en het aantal bestede uren ter discussie stellen. Ze kunnen, kort gezegd, een vinger aan de pols houden. Kan dat bij de AFM ook? Krijgt de onderneming een uitgebreide specificatie van AFM-medewerkers en hun werkzaamheden? En welke waarborg zorgt ervoor dat de AFM niet ‘met de vork schrijft’? Wie niet hoeft te vrezen voor een boze cliënt die wegloopt als de factuur onredelijk hoog uitvalt, zal minder snel geneigd zijn kritisch over eigen tijdsbesteding en efficiëntie na te denken. Dat is geen beschuldiging, maar een erkenning van menselijk gedrag. En wat gebeurt er als er een behandelaar uitvalt en er een nieuw iemand moet inspringen, die zich opnieuw in het dossier zal moeten verdiepen? En is een aanvrager die een beginner op het dossier toebedeeld krijgt niet veel duurder af dan een aanvrager die het geluk heeft een meer ervaren behandelaar te treffen? Worden kosten van inlezen in nieuwe regelgeving, of meedenken door de juridische afdeling over interpretatievraagstukken, ook in rekening gebracht? Hoeveel ruimte heeft een onderneming om kritische vragen over de factuur te stellen, zonder daarvoor meteen in een bestuursrechtelijke procedure verwikkeld te raken? Nog daargelaten dat een onderneming die net een vergunning heeft gekregen, niet snel geneigd zal zijn om de toezichtrelatie te beginnen met een procedure tegen de toezichthouder.
Een gedetailleerde én transparante urenadministratie binnen de AFM is noodzakelijk om meerdere redenen. Zo kan degene die binnen de AFM de factuur maakt, goed beoordelen wat wel en niet in rekening bij de onderneming kan worden gebracht.7 Daarnaast kan zo gemeten worden hoe efficiënt gewerkt wordt en waar verbeteringen mogelijk zijn. Maar ook zal met een precieze urenadministratie op langere termijn zichtbaar worden waar het verschil in de omvang van de behandeling van een vergunningaanvraag precies in blijkt te zitten en waarom één vast vergunningtarief (of een staffel) onredelijk zou uitpakken. Ook kan aan de hand van een goede en transparante urenadministratie vastgesteld worden of de eigen taakopvatting van de AFM – die bepalend is voor het aantal uren dat aan een aanvraag wordt besteed – wel altijd past binnen de wettelijke taakstelling en de beoordelingscriteria die voor een vergunning in de Wft zijn opgenomen.
Of het nieuwe systeem binnen de asset management sector redelijk voor vergunningaanvragers gaat uitpakken, weten we pas als er meer concrete data zijn. Die moet de komende tijd verzameld en geanalyseerd worden. Dan zal de tijd leren of uurtje-factuurtje binnen de AFM een langer leven beschoren is dan binnen de advocatuur.