De nieuwe Prospectusverordening is van kracht!
prof. mr. D. Busch, mr. W.J. Horsten en mr. G.W. Kastelein Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.In deze ‘special’ van het Tijdschrift voor Financieel recht staat de nieuwe Prospectusverordening centraal. Het prospectus vormt een wezenlijk onderdeel van het Capital Markets Union (CMU) Action Plan van de Europese Commissie. Het biedt ondernemingen toegang tot de Europese kapitaalmarkten. Als onderdeel van CMU heeft de Commissie voorgesteld de Prospectusrichtlijn te vervangen door een rechtstreeks werkende Prospectusverordening. En met succes, want de Prospectusverordening is inmiddels aangenomen. Sterker nog, het gros van de bepalingen is per 21 juli dit jaar verbindend geworden voor uitgevende instellingen die een beursnotering willen en/of effecten aanbieden aan het beleggend publiek.
Met de Prospectusverordening wordt beoogd drie hoofddoelstellingen te bereiken: (i) de administratieve lasten bij het opstellen van een prospectus verminderen, met name voor MKB-bedrijven, secundaire emittenten en emittenten die veelvuldig effecten uitgeven; (ii) van het prospectus een relevantere informatiebron maken voor beleggers; en (iii) de prospectusregels beter afstemmen op andere Europese openbaarmakingsvoorschriften (zoals de Transparantierichtlijn en de Verordening inzake Packaged Retail Investment and Insurance-Based Products of PRIIPs).
Ter verwezenlijking van doelstelling (i) voorziet de Prospectusverordening in een optioneel ‘light regime’ afgestemd op de behoeften van het MKB en hun beleggers, zodat MKB-ers een relatief beknopt en dus goedkoper prospectus kunnen opstellen. Deze optie bestaat overigens alleen als het MKB-bedrijf geen beursnotering heeft. Dit light regime is bedoeld voor een notering op een zogenaamde MKB-groeimarkt (dit is geen gereglementeerde markt maar een ‘multilateral trading facility’ of MTF). Bedrijven die al een notering hebben op een gereglementeerde markt of een MKB-groeimarkt en aanvullende aandelen of obligaties willen uitgeven, kunnen binnenkort gebruikmaken van een nieuw, vereenvoudigd prospectus. Dit moet meer flexibiliteit en minder papierwerk opleveren voor ‘repeat players’. Momenteel betreft 70% van de goedgekeurde prospectussen vervolguitgiftes van bedrijven die al een beursnotering hebben(COM(2015) 583 final, 30.11.2015, p. 7).
Ter verwezenlijking van doelstelling (ii) beoogt de Prospectusverordening het prospectus beknopter te maken. Zelfs de samenvatting is nu vaak erg lang en gesteld in ingewikkelde juridische taal, waardoor het prospectus niet nuttig is voor de meeste beleggers. De Prospectusverordening beoogt een beknopter en beter toegankelijk prospectus te realiseren door duidelijker aan te geven welke informatie nodig is. Het format van de samenvatting zal straks gebaseerd zijn op het ‘consumer-tested’ Key Information Document (KID) uit hoofde van PRIIPs. Hiermee wordt dan direct een bijdrage geleverd aan doelstelling (iii). Hoe dan ook: de samenvatting bestrijkt nu al snel 15 pagina’s of meer, maar mag binnenkort maximaal 7 pagina’s beslaan, waarbij gebruik moet worden gemaakt van ‘tekens van leesbare grootte’ (art. 7).
Bovendien is er in de huidige prospectussen sprake van een ware stortvloed aan ‘risk factors’ waardoor het zicht op de echt relevante risico’s vertroebeld wordt. Deze marktpraktijk beschermt uitgevende instellingen en hun adviseurs tegen civiele aansprakelijkheid, maar is nadelig voor de beleggersbescherming. Vanaf nu mogen alleen nog risk factors worden opgenomen die materieel en specifiek zijn voor de uitgevende instelling en voor de effecten. De uitgevende instelling moet risk factors straks rubriceren in een beperkt aantal categorieën die de waarschijnlijkheid reflecteren dat de risico’s zich verwezenlijken, alsmede de verwachte omvang van hun negatieve effect. Hierdoor hebben beleggers hopelijk een beter begrip van de potentiële risico’s wanneer zij hun beleggingsbeslissing nemen. Bovendien mogen alleen de belangrijkste risk factors worden genoemd in de samenvatting (maximaal vijftien). De mogelijkheid van ‘incorporation by reference’ wordt echter verruimd (zie de art. art. 16, 7(10) en 19).
Of het prospectus door dit alles een nuttiger (want leesbaarder en hopelijk beknopter) informatiedocument zal worden voor beleggers, moet worden afgewacht. Het informatieparadigma is en blijft leidend. De beleggersbescherming wordt er dus nog steeds in gezocht dat beleggers goed geïnformeerd worden zodat zij een weloverwogen beleggingsbeslissing kunnen nemen. En dat terwijl inmiddels door velen wordt betwijfeld of de veelheid aan informatie de belegger echt helpt bij het nemen van een geïnformeerde, afgewogen beslissing.
Maar wat men ook moge denken van de nieuwe Prospectusverordening, een ding is zeker: zij zal een belangrijke impact hebben op de praktijk. De belangrijkste wijzigingen en vernieuwingen worden in deze special besproken. Wij wensen u veel leesplezier toe.