Recht rond algoritmes en platformen
prof. mr. A.R. Lodder Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Toen het Tijdschrift voor Internetrecht in 2008 begon had ik 10-15 master studenten internetrecht. In 2013 waren het er rond de 40. In 2018 tegen de 100. Dit jaar weer. Ook de inhoud ontwikkelt. Ieder jaar nieuwe kwesties waarbij de antwoorden niet op voorhand vaststaan. De afgelopen vijf jaar gingen de eindopdrachten over Smartphones en apps, sharing economy en blockchain. Dit jaar is het onderwerp algoritmes. Wij als samenleving hebben in het algemeen, en juristen in het bijzonder, de verantwoordelijkheid om te beslissen welke rol we de technologie willen geven. Het gaat om vragen als welke algoritmes we toestaan, en als we algoritmesw toestaan onder welke voorwaarden. De studenten kunnen hier een bijdrage aan leveren:
‘That is what a good teacher tells their students: that they not only are the future, but that they have the capacity and responsibility to shape the future.’ 1
Waar de studenten met docent Martien Schaub op moment van schrijven ook een bijdrage aan gaan leveren is juridische vragen rond platformen die gebruikers faciliteren om met elkaar in contact te komen en met elkaar informatie uit te wisselen en/of overeenkomsten te sluiten. Platformen hebben macht, veel macht. Sommige platformen hebben zelfs meer ‘onderdanen’ dan het grootste land ter wereld (1,4 miljard Chinezen). Zo had Facebook in 2018 2,3 miljard gebruikers, waarvan 1,5 miljard Facebook dagelijks gebruikten.2 Jurisprudentie toont aan dat er veel vragen spelen rondom platformen, zoals op het terrein van mededingingsrecht, auteursrecht, vrijheid van meningsuiting en privacy.
Privacyschendingen zoals Cambridge Analytica hebben Facebook gebruikers gekost, maar echt instorten zullen technologie reuzen zoals Facebook niet snel vanwege het netwerk-effect dat maakt dat er veelal maar één zeer bepalende aanbieder is, zoals Netflix, Spotify, Google, Amazon, Twitter en Skype. Wat betreft Facebook wil ik er één ontwikkeling uitlichten: de recent aangekondigde Independent Oversight Board.3 De achterliggende gedachte is:
‘Every day, teams at Facebook make difficult decisions about what content should stay up and what should come down (…) we have come to believe that Facebook should not make so many of those decisions on its own — that people should be able to request an appeal of our content decisions to an independent body.”
Nu al kun je bij Facebook protesteren tegen vermeend onterecht weggehaalde content, dan wel een klacht indienen over geplaatste content. De Board zal in die gevallen in eerste instantie en eventueel ook hoger beroep oordelen of content (on)terecht (niet) is weggehaald. Vraag is hoe onafhankelijk de Board is. Afgaand op de ‘draft charter’ lijkt dat geborgd. Dat moet ook, want binnen Facebook heeft de Board het laatste woord, zelfs als Mark Zuckerberg het er niet mee eens is.
Het recht rond algoritmes en platformen kent nog veel open vragen, die de komende jaren onder andere in ons tijdschrift geadresseerd worden. Dit nummer gaat in op andere kwesties zoals digitale diensten, connected cars en honeypots. Onverminderd boeiend.