Tijdschrift voor Internetrecht 2020 nr. 1

Redactioneel

dr. mr. M. van der Linden Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Toen de redactiesecretaris mij vroeg om een redactioneel voor dit nummer te schrijven, speelde net het filmpje door mijn hoofd van de man die in de rij staat voor een iPhone 5, uit 2012 alweer. Ik wil er twee! Dus ik schrijf twee stukjes, diametraal tegenover elkaar, zo incompatible als wat. En wat vind ik ècht? Ik wil er twee! En ook twee pagina’s voor mijn redactioneel.

De eerste: Een achterhoedegevecht van verzuurde betweters

Privacy! Houd er alsjeblieft over op, ik word er doodziek van. En ja, dat is een bijzonder persoonsgegeven dat ik hier zo maar even zelf openbaar maak.

Mijn sportschool had een cool en handig toegangssysteem dat gebruik maakte van ieders unieke vingerafdruk. Afgeschaft, mag niet meer, want: privacy. Als ik dan vraag wat mijn vingerafdruk met privacy te maken heeft, kan niemand daar een zinnig antwoord op geven.

De fraudehelpdesk mag spookfacturen en phishing-emails niet meer registreren van de Autoriteit Persoonsgegevens, want: privacy. Excuse me?! En de slachtoffers die op die manier niet meer voorkomen worden dan? Hebben die geen rechten of zo?

De politie wil de nabestaanden van een overledene niet vertellen hoe ze ’m aangetroffen hebben, want: privacy. Een smoes, misschien een leugen om bestwil want misschien wil je dat nou echt letterlijk niet weten.

We worden lastig gevallen met eindeloze verzoeken om toestemming (‘okee, okee! OKEE!!’), met hopeloze eisen aan wachtwoorden, getallenreeksen via SMS, QR-codes die gescand moeten worden, de meisjesnaam van je oma, want: privacy.

Afgezien van een stelletje wereldvreemde nerd-juristen, echt: nobody cares. We plempen de meest intieme details, liefst als filmpje, op social media, op zoek naar views, likes, lees: aandacht. We hebben ècht niets te verbergen, dus rot alsjeblieft op met dat paternalistische vingertje! We zijn blij met wat Amazon, Google, Spotify en Netflix ons voorschotelen. De weg vinden in een vreemde stad is een eitje, videobellen vanuit het buitenland kost niets, er zijn zo veel dingen zo eindeloos veel gemakkelijker en goedkoper geworden. We laten ons graag verleiden. En dat mag toch ook?

Is het dan zo ver gezocht dan om te denken dat al dat gewauwel over privacy voor de Bühne is? Dat consultants met een dik uurtarief van compliance met de AVG een lucratieve business gemaakt hebben? En dat het gegevensbeschermingsrecht alleen gebruikt wordt om alles stroperiger, bureaucratischer èn duurder te maken?

Ik ben er klaar mee. Ik ga terug naar Netflix. Doei.

De tweede: Tina draaft door!

Menselijke waardigheid betekent dat ik het recht heb om mijn eigen leven te leiden, mijn eigen keuzes te maken en daar verantwoordelijk voor ben. Autonomie. Het is een westerse, liberale notie, met Kant als oorsprong.

Menselijke waardigheid impliceert het ideaal van informationele zelfbeschikking: zelf mogen bepalen wie wat over jou weet. Westin 1968 wordt veelal genoemd als de bron van deze notie. Het klinkt aantrekkelijk: ik mag wetenswaardigheden over mijzelf die bijdragen aan het imago dat ik anderen wil voortoveren selectief openbaar maken. En dingen waar ik me voor schaam of die een beetje awkward zijn, die hou ik lekker onder de pet. Ook heb ik de vrijheid om in verschillende contexten verschillende kanten van mijzelf te laten zien: wat in het ene gezelschap (mijn schoonfamilie) bijdraagt aan mijn imago kan in een ander gezelschap (mijn vrienden) juist heel stom overkomen.

Dat is een leuk ideaal, en het gegevensbeschermingsrecht zoals met name belichaamd in de AVG probeert ons de tools te geven om dat ideaal te verwezenlijken. Iemand die ook maar iets met mijn persoonsgegevens wil doen moet dat netjes doen, daar een deugdelijke basis voor hebben, ik moet ervan op de hoogte (kunnen) zijn en ik moet wat een organisatie over mij denkt te weten kunnen inzien, laten wijzigen en laten verwijderen. En, belangrijk, ik heb ’t recht om te weten hoe die gegevens dan gebruikt worden. Opdracht voor studenten: zoek hierbij de betreffende bepalingen in de AVG – niet moeilijk.

Werkt het ook zo? Nee, natuurlijk niet. In de alledaagse omgang tussen mensen is er zoveel wat je domweg kunt observeren: geslacht, leeftijd, fysieke mankementen, noem maar op. Je kunt het ook gruwelijk mis hebben: dat zijn de verrassende momenten waarop je de conclusies die je vanuit vooroordelen al getrokken had, met spoed moet herzien. Wie zong dat ook alweer: er is meer, dan een sterveling, meteen op het eerste gezicht, in een oogwenk kan zien. Opdracht voor studenten: Google dat ’s even – niet moeilijk. En ik kan mezelf ook niet onttrekken aan de waarneming door anderen en de aannames die daarbij horen: Boomer!

Dat observeren gebeurt niet alleen door onze fellow-data-subjects, de mensen op straat, maar ook door alom aanwezige apparaten: domme en slimme camera’s en microfoons, sensoren, trackers, en hoe ’t allemaal heet, die ons herkennen aan biometrische kenmerken, de gadgets die we bij of in ons dragen en de data-exhaust die we zelf uitstoten. Ook daaraan kun je je eigenlijk nauwelijks onttrekken zonder helemaal buiten de maatschappij te gaan staan.

De grote vraag is of de vooroordelen die getriggerd worden door deze observaties (de profielen die op basis van big data-analyse op ons losgelaten worden) met even grote spoed herzien worden als blijkt dat ze niet kloppen. Waarschijnlijk niet. En wat nog erger is: nobody cares. Niemand weet ‘t, niemand ziet het, niemand kan er wat aan doen. En zo dobberen we langzaam maar zeker voort in de richting van een totalitaire samenleving, misschien hier in Nederland niet eens beheerst door een almachtige overheid maar wel door het grote geld.

Welkom in de nieuwe economie: niet meer drijvend op fossiele grondstoffen maar op data. Mensen (betrokkenen, burgers, consumenten, gebruikers, abonnees, u en ik) leven gerieflijk in hun comfortzone, beschermd door de wanden van hun filter-bubble, worden nog vóórdat ze kunnen wenken bediend. Kijk nog maar ’s naar de dystopische wereld die geschetst werd in Wall-E, met die dikzakken die naar een scherm kijken en nippend aan hun drankje, gezeten in hun luie stoel rondzoeven door de reclames. Hoe ver zijn we daar nou werkelijk vandaan? Wat er is over van onze menselijke waardigheid? Opdracht voor studenten én voor juristen: verzin een list – heel moeilijk!

Wat een somberheid aan het begin van een nieuwe jaargang van dit tijdschrift. Draaf ik door? Ik hoop het!

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
dr. mr. M. van der Linden
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:IR/15976

Verder in 2020 nr.1

 Redactioneel

Toen de redactiesecretaris mij vroeg om een redactioneel voor dit nummer te schrijven, speelde net het filmpje door mijn hoofd van de man die in de rij staat voor een iPhone 5, uit 2012 alweer. Ik ...

 De proeve van adequaatheid: over adequaatheidsbesluiten in het algemeen en het Japanse adequaatheidbesluit in het bijzonder

We leven in een wereld waarin nationalistische en ‘eigen land eerst’-sentimenten de laatste jaren de boventoon voeren, niet in de laatste plaats door de ‘America First’-doctrine van Donald&...

 Cybersecurity in 2019: een beknopt overzicht van juridisch relevante ontwikkelingen

2019 kende een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van cybersecurity. Wetgevers en toezichthouders hebben weer belangrijke stappen gezet in het uitbreiden en duiden van ver...

 Reanimatie of reïncarnatie: hoe ziet de toekomst van de ePrivacy verordening eruit?

Op 10 januari 2017 publiceerde de Europese Commissie het voorstel voor een ePrivacy verordening.[2] Deze verordening moest de ePrivacy richtlijn[3] vervangen en was onderdeel van de Digital Sing...