Het Supervisory Review and Evaluation Process en Pillar 2-kapitaal onder de Investment Firm Directive
prof. dr. E.P.M. Joosen
Met het nieuwe prudentiële regime voor beleggingsondernemingen zoals dat vanaf 26 juni 2021 van toepassing zal zijn, wordt voor de meeste ondernemingen een punt gezet achter de verplichting de slecht passende jas van de kapitaaleisen en de risicobeheersingseisen van Verordening (EU) nr. 575/2013 (‘CRR’) toe te passen. Met de invoering van de IFR en van de IFD is een meer risicosensitief en proportioneel regime geïntroduceerd voor deze ondernemingen uit de financiële sector. Zowel de uitgangspunten van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
risicosensitiviteit als proportionaliteit worden gediend door middel van het systeem van de zogenaamde ‘K-Factoren’ als voornaamste kapitaaleis voor beleggingsondernemingen die niet ‘klein en niet-verweven’ zijn (Class 3 ondernemingen). Class 3 beleggingsondernemingen zijn niet onderworpen aan de kapitaaleisen van het K-Factor regime, zij zullen geen Internal Capital Adequacy Assessment Process (hierna: ICAAP) moeten doorlopen, en zij zijn in beginsel niet onderworpen aan een jaarlijkse evaluatie van kapitaaltoereikendheid door de prudentiële toezichthouder. De grotere of wel verweven beleggingsondernemingen (Class 2 ondernemingen) zullen kunnen profiteren van de betere risicosensitiviteit doordat de gewone kapitaaleisen in beginsel een complete dekking bieden van de door de ondernemingen gelopen risico’s. Slechts in uitzonderlijke gevallen zullen boven op de K-Factor kapitaaleisen (het zogenaamde ‘Pillar 1’) ook aanvullende kapitaaleisen (‘Pillar 2’) gelden. Of die aanvullende eisen aan de orde zijn zal door de Class 2 ondernemingen moeten worden geanalyseerd in het ICAAP en daarover dienen zij verantwoording af te leggen aan de toezichthouder die het ICAAP evalueert. De toezichthouder kan daarbij slechts in uitzonderlijke gevallen zelf aanvullende Pillar 2-eisen verplicht stellen. Het regime kent echter één uitzondering op deze regelingen, en dat betreft de nationaal systeemrelevante, grote of complexe beleggingsondernemingen aan wie naast Pillar 1 en eventueel Pillar 2 kapitaal, nog een derde aanvullende kapitaaleis (‘Pillar 2’ Guidance) kunnen worden opgelegd.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
1. Inleiding
2. Het Three-Pillar model van Basel II
3. Evolutie van het Three-Pillar model na de financiële crisis van 2007/2008
4. Harmonisatie in Europa van het SREP en Pillar 2 kapitaal
5. Three-Pillar toezicht in de IFR en de IFD
6. Risicosensitieve kapitaaleisen
7. SREP en Pillar 2 kapitaal in de IFD
8. Uitzonderingen voor systeemrelevante beleggingsondernemingen
9. Slotbeschouwingen