Redactioneel
Karen Fluks en Joris Blaauw Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Transparantie Voor u ligt een nieuwe editie van het Tijdschrift van Compliance. Een tijdschrift dat u al twintig jaar informeert over de relevante ontwikkelingen op het gebied van compliance. Voor deze editie is het thema ‘Transparantie’. Transparency, transparantie of openheid kan organisaties helpen. Immers als er openheid is naar alle betrokkenen over het (gewenste) gedrag, de informatie die wordt verstrekt en de doel van het handelen, dan voorkomen we mogelijk non-compliance. Immers, wanneer mensen of organisaties niet transparant zijn blijft veel gedrag (evenals gevolgen van dit gedrag) onbelicht. In deze editie, zoomen we in op verschillende aspecten van transparantie en hoe dit kan bijdragen aan de doelstellingen van de compliancefunctie. Op zoek naar de betekenis van het woord transparantie vinden wij het volgende: de mate waarin men door een materiaal heen kan kijken (doorschijnendheid en doorzichtigheid), de mate waarin de bedrijfsvoering van ondernemingen inzichtelijk is en dat vaak is toegespitst op de boekhouding, de (variabele) beloning voor de bestuurders of de mate van openheid binnen een bedrijf of overheid. In (over)duidelijke taal uitleggen wat de werking is van een (financieel) product zodat de consument een bewuste afweging kan maken wel of juist niet tot aanschaf ervan over te gaan. Of denk aan het woord ‘klaarheid’, door Martin Bril gebruikt in een gedicht door te openen met ‘Wat we willen: momenten van helderheid. Of beter nog: van grote Klaarheid’. Het Tijdschrift voor Compliance bestaat 20 jaar. Een mijlpaal waar we graag bij stil staan. Daarnaast is het tevens een mooi moment van reflectie en vooruitkijken. In dit driedubbele interview van Dennis Mijnheer met de nieuwe hoofdredacteur Sharon Oded en scheidend ad interim hoofdredacteuren Annemarije Schoonbeek en Frank Segers, wordt zowel vooruitgekeken als teruggeblikt op de ontwikkeling van compliance en het Tijdschrift van Compliance. Daarnaast biedt Sharon Oded bruikbare handvatten om de compliancefunctie naar het volgende niveau te tillen. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat het complianceprogramma aanslaat bij de specifieke omstandigheden van de organisatie: ‘Enforcement authorities are no longer easily impressed by formal procedures. They understand that the design of compliance programs must be unique to the special circumstances of each organisation, and seek to understand why corporations have chosen to design the program the way they did. How do they implement it in practice, and do they have any indication that what they do actually works’. De redactie heet Sharon Oded, de nieuwe hoofdredacteur, van harte welkom en bedankt Annemarije en Frank voor hun inspanningen gedurende hun ad interim voorzitterschap. Het hervormen van het financiële stelsel speelt een belangrijke rol in het groener en duurzamer maken van de economie. Zo ziet de Europese Commissie de ontwikkeling van de markt voor duurzame obligaties als een belangrijke bouwsteen voor de verduurzaming van de financiële sector. In het artikel van Ralf Kroesemeijer, Jurgen Veenker en Ebbe Rogge, allen werkzaam bij de AFM, wordt uitgebreid ingegaan op de plannen van de Europese Commissie voor de duurzame obligatiemarkt door eenduidige definities en geharmoniseerde standaarden te ontwikkelen. Denk daarbij aan de EU Green Bond Standard om greenwashing en social washing tegen te gaan of de rol van de (Paris-aligned) EU benchmarkaanbieders. Daarnaast beschrijven zij welke stappen er gemaakt kunnen worden in de duurzaamheidsrapportageketen, te beginnen bij de uitgevende instelling om de belegger beter te informeren over het duurzaamheidsgehalte van de investering. De strafrechtelijke aansprakelijkheidsrisico’s van de compliance officer beschreven door Georgianna Verhage en Maarten’t Sas geeft een beeld over de situatie zowel in Nederland als in de VS, het VK, Duitsland en Frankrijk. Voor Nederland wordt het begrip feitelijk leidinggeven aan de verboden gedraging onder de loep genomen en hoe zich dat verhoudt tot de (rol van) de compliance officer en het op enig moment kunnen aanmerken van deze functionaris als verdachte. De Wft en Wwft stelt (indirect) eisen aan de compliancefunctie. Aanleiding voor dit artikel is het gepubliceerde onderzoek van de New York City Bar Association begin dit jaar naar de toenemende handhaving jegens compliance officers, en de daaruit voortvloeiende zorgen bij deze professionals in de VS. Op basis van de onderzoeksresultaten deed zij een oproep aan Amerikaanse handhavingsautoriteiten om meer duidelijkheid te verschaffen over de verwachtingen en eisen die zij aan compliance officers stelt. Dennis Mijnheer heeft Cateautje Hijmans van den Bergh, bestuurslid Autoriteit Consument & Markt (ACM) geïnterviewd. Transparantie is een belangrijke pijler bij het toezicht van de ACM. Immers als marktpartijen transparant zijn, kunnen consumenten weloverwogen keuzes maken. In het interview komt een breed scala aan onderwerpen aan bod, zoals groeiende online consumentenbestedingen, online consumentenbescherming, ‘oneerlijke handelspraktijken’ en het toezicht van de ACM in het algemeen. Joost Röselaers komt tot het inzicht, op basis van twee concrete ervaringen, dat er in de beleving van ons mensen veel vaker sprake is van twee werkelijkheden: een geprojecteerde werkelijkheid (een beeld van de situatie) en een feitelijke werkelijkheid. Ons mensen heeft een sterkere neiging om de feiten zodanig te (herschikken) zodat die werkelijkheid ons aangenaam is, in plaats van het beeld, de projectie, aan te passen. Het beeld dat wij van onszelf, van elkaar en van de wereld hebben, bepaalt in belangrijke mate ons doen en laten. De mens blijft liever geloven dat het allemaal wel meevalt. Sylvie Bleker-van Eyk en Fieke Janssen gaan in op de vraag hoe een organisatie grip kan krijgen op het gedrag van medewerkers. Gedrag kent vele facetten en daarmee ook vele beïnvloedende factoren. De auteurs trachten de lezer handvatten te geven om het gedragsrisico te mitigeren. In deze bijdrage wordt gedrag benaderd vanuit het perspectief van ‘organisatorische integriteit’ waarbij de handvatten gekoppeld zullen worden aan de factoren: gelegenheid, druk en rationalisatie. Verder gaan ze in op de Say-Do-gap-analyse en het proactief opsporen van integriteitsrisico’s en-problemen. Door organisaties in staat te stellen te analyseren, te begrijpen en vervolgens te handelen op basis van organisatorische waarden en normen ontstaat de basis voor duurzaam zakelijk succes. Loes Hafkamp en Sjoerd Hogenbirk beschrijven aan de hand van voorbeelden dat goede prestaties en een integere cultuur hand in hand gaan met transparantie als sleutel. Zij staan stil bij de filosofie achter verbeterprogramma’s en verschillen die zij constateren. Verbeterprogramma’s worden soms gedreven door de Tayloriaanse filosofie, waarin de medewerkers duidelijke en specifieke instructies meekrijgen om zo hun werk goed te doen en een misstap dat tot straf leidt ervaart men als onveilig. De laatste filosofie vloeit vaak voort uit wetgeving dat moet voorkomen dat ongewenste situaties zich voordoen, denk aan onder andere de kredietcrisis in 2008. Daarentegen legt de Agile-filosofie bij de medewerkers de ruimte en het eigenaarschap om hun werk beter te maken door bijvoorbeeld het mogen stopzetten van de gehele productielijn. Dan wel het toepassen van de ‘vijf-keer-waarom-techniek’ dat leidt tot verbetering. Om deze lijn door te zetten, bedrijven die producten terugroepen lijken het vertrouwen van de consument beter vast te houden dan bedrijven die dit niet hebben gedaan. Welke rol speelt de Country-by-Country Reporting (CBCR) - één van de maatregelen voortvloeiende uit het G20/OECD initiatief tot het beëindigen van Base Erosion and Profit Shifting, kortweg BEPS - in het kader van de transparantie. Dit wordt onderzocht door Ivonne van den Berg en Martin Rabenort. Het is belangrijk om te weten dat transparantie hier geen doel op zich, wel een middel waardoor dat Belastingdiensten efficiënter een risicoselectie voor verrekenprijzen kunnen uitvoeren. Blijkt uit deze risicoselectie een hoog risico op winstverschuiving, dan kan de betreffende Belastingdienst nadere informatie opvragen en de zaak verder onderzoeken. 2016 is het eerste jaar waarover de multinationals verplicht zijn te rapporteren en deze rapportages worden uitgewisseld tussen de Belastingdiensten. De auteurs concluderen dat CBCR een waardevolle bouwsteen is bij het vergroten van de transparantie: • Het geeft de lokale Belastingdiensten een betere indicatie over het gebruik van fiscale planningsstructuren door buitenlandse multinationals. En andere BEPS Acties, dan die van verrekenprijzen, effectiever zijn om zo’n structuur indien ongewenst te bestrijden; • De multinationals een hoger effectief tarief aan vennootschapsbelasting kennen dan over het algemeen in media en Nederlandse politiek wordt gecommuniceerd; • Het nog onduidelijk is of het publiceren van CBCR met een toelichting de multinationalhierdoor een beter imago verkrijgt.