Voorwoord
mr. M. de Rijke Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Het verheugt de redactie dat we in nauwe samenwerking met de vaste medewerkers van het NTE een omvangrijk dubbelnummer kunnen publiceren met het thema decarbonisatie. De term decarbonisatie behelst de transitie naar een postfossiele, koolstofdioxidevrije economie en het verlagen van de CO₂-emissies. In het decarbonisatieproces worden fossiele brandstoffen vervangen door CO₂-vrije, hernieuwbare energiebronnen om de uitstoot van CO₂ te verminderen of volledig te vermijden. Om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs -de opwarming van de aarde beperken tot ruim onder 2 graden Celsius met een duidelijk zicht op beperking tot onder 1,5 graden Celsius- hebben de EU-lidstaten met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 55% minder moet uitstoten. In 2050 wil de Europese Unie klimaatneutraal zijn, wat betekent dat er dan netto geen broeikasgassen meer worden uitgestoten. In dit dubbelnummer komen zowel het decarbonisatieproces als de diverse instrumenten in dat proces (CO₂-emissiehandel, hernieuwbare energiebronnen, opslag van elektriciteit, CO₂-opslag) aan de orde.
We openen met een verslag van de 27e bijeenkomst van de Conferentie van Partijen, COP, bij het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties, de COP 27, van de hand van mr Marguerite Elias. De titel "Hoopvolle COP27 eindigt in een teleurstelling" dekt helaas de lading van het artikel al noemt de auteur ook enkele positieve resultaten van de bijeenkomst waaronder het besluit tot oprichting van een klimaatschadefonds. Verder biedt de auteur een hoopgevende vooruitblik op de COP in Dubai eind 2023, waarbij een grote opkomst van deelnemers uit het bedrijfsleven een positief effect kan hebben op de klimaatambities van zowel staten als de andere deelnemers.
Manolis Kotzampasakis ontving in 2021 de scriptie-prijs van de NeVER voor zijn scriptie "The EU ETS and California's Cap-and-Trade Program: A Comparative Legal Assessment of their Future Linkage". In het verlengde hiervan geeft hij een geactualiseerde beschrijving van de juridische barrières en mogelijkheden voor een koppeling van de het Europese CO₂ emissiehandelssysteem, EU ETS, met het Cap-and-Trade Program van Californië. Hij geeft daarbij ook de voorwaarden weer van reeds bestaande koppelingen tussen Californië en Quebec en tussen de EU en Zwitserland. Volgens de auteur zou een ETS koppeling tussen de EU en Californië tot wederzijdse economische voordelen kunnen leiden en ook een positieve invloed kunnen hebben op de CO₂ prijsstelling op wereldschaal.
Prof. dr. Martha Roggenkamp en Lisa van Nieuwkoop LLM onderzoeken in hun artikel over decarbonisatie op de Noordzee het juridisch kader van kunstmatige energie-eilanden, eilanden die als knooppunt kunnen fungeren voor kabels van verschillende offshore windparken en tevens voor offshore waterstofconversie. Het artikel spitst zich toe op energie-eilanden in de EEZ. Vragen die aan bod komen zijn of een kunstmatig energie-eiland moet worden aangemerkt als landaanwinning met een permanent karakter of als bouwwerk, hoe deze kunstmatige energie-eilanden gereguleerd moeten worden en de wijze waarop de aanleg en het gebruik een plaats moeten krijgen in het Europese recht. Ook de ontwikkelingen in Denemarken en Belgie worden beschreven. De bevindingen in het artikel illustreren het belang van de ontwikkeling van een juridisch kader in het decarbonisatieproces op zee.
Mr. Max Oosterhuis doet verslag van zijn bevindingen uit onderzoek naar de regulering van energieopslag in het elektriciteitssysteem in het kader van het DOSTA-project, dat staat voor het NWO-onderzoeksprogramma "Facilitating Large Scale Offshore Wind Energy Production by Developing Offshore Storage and Transport Alternatives". Hij gaat in het bijzonder in op de nettoegang voor energieopslag op de Noordzee via het net op zee. Tevens doet hij een suggestie voor het toelaten van cable pooling voor offshore energieopslag. In zijn bijdrage komen zowel de Wet windenergie op zee als de Energiewet aan bod, waarbij volgens mr Oosterhuis de Energiewet het sluitstuk zal vormen van de beoogde regulering.
Mrs Jochem Spaans en Rob van de Hulle schreven een annotatie bij de spraakmakende "Porthos-zaak", een tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 november 2022 over de zogenoemde partiele bouwvrijstelling. Die vrijstelling komt erop neer dat de stikstofdepositie die wordt veroorzaakt door een aantal specifiek aangewezen activiteiten van de bouwsector niet meer afzonderlijk hoeft te worden onderzocht en beoordeeld. Porthos, dat staat voor "Port of Rotterdam CO₂ Transport Hub and Offshore Storage", ontwikkelt een project waarbij CO₂ van de industrie in de Rotterdamse haven wordt getransporteerd en opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee. De Afdeling heeft geoordeeld dat de vrijstelling, waarop in de Porthos-zaak een beroep werd gedaan, niet in stand kan blijven. Naar verluidt leidt deze uitspraak tot vertraging van het Porthos-project en daarmee tot vertraging van de bijdrage die dit project beoogt te leveren aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen.
Voorts zijn in deze aflevering, naast de vertrouwde vaste rubrieken, de verslagen opgenomen van twee bijeenkomsten van de Nederlandse Vereniging voor Energierecht, waarin decarbonisatie ook als rode draad waarneembaar is. Op 23 september 2022 werden tijdens een lustrumbijeenkomst de actuele ontwikkelingen in energiewet- en regelgeving besproken variërend van de Energiewet en de opvolger van de Warmtewet, de Wet collectieve warmtevoorziening, tot de Mijnbouwwetgeving. De bijeenkomst van 17 november 2022 had de Energietransitie op zee als thema waarbij zowel theorie als praktijk ruimschoots aan bod kwamen.