Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2009 nr. 5

Voorwoord

Marry de Gaay Fortman Hoofdredacteur

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

Een verhuurder van woonruimte of middenstandsbedrijfsruimte die rechtsopvolger is van de vorige verhuurder, kan slechts opzeggen op grond van dringend eigen gebruik indien hij sedert de overdracht de wachttermijn van drie jaar in acht heeft genomen. Over de hantering van deze wachttermijn is in de laatste jaren veel jurisprudentie verschenen. Hieruit blijkt dat de wachttermijn van drie jaar niet te strikt moet worden toegepast. Bekeken moet worden of er door de overdracht sprake is van een rechtens relevante wijziging in de materiële verhouding tussen verhuurder en huurder waardoor de huurder wordt benadeeld. Liesbeth den Engelsman gaat in het eerste artikel van dit tijdschrift in op de jurisprudentie over de wachttermijn en zij trekt hieruit conclusies voor de praktijk.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
Marry de Gaay Fortman Hoofdredacteur
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/8183

Verder in 2009 nr.5

 Voorwoord

Een verhuurder van woonruimte of middenstandsbedrijfsruimte die rechtsopvolger is van de vorige verhuurder, kan slechts opzeggen op grond van dringend eigen gebruik indien hij sedert de overdrach...

 Soepele uitleg wachttermijn bij opzegging op grond van dringend eigen gebruik

1. Art. 7:296 lid 2 BW bepaalt – kort gezegd – dat een opzegging op grond van dringend eigen gebruik niet toewijsbaar is indien de verhuurder rechtsopvolger is van de vorige verhuurde...

 Meer duidelijkheid over schadeloosstelling voor de huurder bij afbraak bedrijfsruimte en onteigening

Begin dit jaar heeft de Hoge Raad twee interessante arresten1 gewezen over de positie van de huurder bij afbraak van een bedrijfsruimte in verband met het algemeen belang. Art. 7:309 BW bepaalt ...

 De failliete verhuurder

Als de huurder failliet gaat, kan zowel de curator van de failliete huurder als de verhuurder de huurovereenkomst tussentijds beëindigen op voet van art. 39 Faillissementswet. Gaat de verhuurder...

 De 'Leidraad servicekostenwinkelcentra': een goed begin maar nog een lange weg te gaan?

Doorbelasting en afrekening van servicekosten bij winkelcentra blijkt in de praktijk op problemen te stuiten. Zo ontbreekt een wettelijke omschrijving van servicekosten voor bedrijf...

 Actualiteiten

Wet- en regelgeving Tweede Kamer Kamerstukken II 2008/09, 31 992: wijziging van het Burgerlijk Wetboek (initiatiefrecht huurders). Koninklijke boodschap (nr. 1), voorstel van de wet (nr. 2), me...