Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2009 nr. 5

Meer duidelijkheid over schadeloosstelling voor de huurder bij afbraak bedrijfsruimte en onteigening

mr. H. Zeilmaker en mr. R.A.M. Saedt*

Begin dit jaar heeft de Hoge Raad twee interessante arresten1 gewezen over de positie van de huurder bij afbraak van een bedrijfsruimte in verband met het algemeen belang. Art. 7:309 BW bepaalt kort gezegd dat de huurder en de onderhuurder aanspraak kunnen maken op schadeloosstelling wanneer de verhuurder (na verkrijging van het pand) de huurovereenkomst opzegt in verband met afbraak van het gehuurde met het oog op de uitvoering van (bouw)werken in het algemeen belang. In

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

dit artikel wordt ondermeer aan de hand van de recente arresten van deHoge Raad nagegaan aan welke eisenmoet zijn voldaan voor een succesvol beroep door de huurder op art. 7:309 BW. Daarnaast komt aan de orde de schadeloosstelling voor de huurder in het geval van art. 7: 309 BW, in het bijzonder de kapitalisatiefactor 7 voor de jaarlijks terugkerende (inkomens)schade. 1. Inleiding: Hoge Raad 30 januari 2009; Van der Veer/Beter Wonen De casus. Nadat Beter Wonen een verhuurd bedrijfspand van de vorige eigenaar in eigendom had overgenomen, heeft zij de huurovereenkomst opgezegd op grond van dringend eigen gebruik. Het bedrijfspand was in gebruik als garagebedrijf. Beter Wonen had het bedrijfspand zelf dringend nodig voor de realisatie van een woningcomplex, bestaande uit 15 koopwoningen en 36 kleinere huurappartementen,met onder het gehele terrein een parkeergarage en ook nog speelvoorzieningen voor kinderen. Daarvoor moest het bedrijfspand wijken. De huurder verzette zich tegen de beëindiging van de huurovereenkomst, en vorderde voor het geval de beëindiging zou worden toegewezen op zijn beurt een volledige schadeloosstelling (art. 7:309 BW) dan wel een vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten (art. 7:297 BW). De kantonrechter te Eindhoven heeft de vordering van Beter Wonen tot huurbeëindiging en ontruiming toegewezen. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft het vonnis van de kantonrechter in stand gelaten. Zowel de kantonrechter als het gerechtshof wezen de vordering van de huurder tot schadeloosstelling af. Volgens het hof was niet voldaan aan het criterium van art. 7:309 BW, dat de nieuwbouw ‘het publiek’ dient. Alleen Beter Wonen en haar huurders zouden volgens het hof gebruik maken van de nieuwbouw en dat vond het hof geen algemeen belang. Van der Veer had aldus volgens het hof geen aanspraak op schadeloosstelling. De Hoge Raad maakt korte metten met het arrest van het hof. Volgens de Hoge Raad kan voor de toepassing van art. 7:309 BW niet de eis worden gesteld dat het nieuwe werk zelf het publiek dient doordat het een openbare functie heeft. Immers onteigening kan op grond van art. 77 Onteigeningswet ook plaatsvinden met het oog op de realisering van bouwprojecten ten behoeve van particulier gebruik of particuliere exploitatie, zoals ten behoeve van de volkshuisvesting of het ontwikkelen van winkelcentra.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. H. Zeilmaker en mr. R.A.M. Saedt*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/8185

Verder in 2009 nr.5

 Voorwoord

Een verhuurder van woonruimte of middenstandsbedrijfsruimte die rechtsopvolger is van de vorige verhuurder, kan slechts opzeggen op grond van dringend eigen gebruik indien hij sedert de overdrach...

 Soepele uitleg wachttermijn bij opzegging op grond van dringend eigen gebruik

1. Art. 7:296 lid 2 BW bepaalt – kort gezegd – dat een opzegging op grond van dringend eigen gebruik niet toewijsbaar is indien de verhuurder rechtsopvolger is van de vorige verhuurde...

 Meer duidelijkheid over schadeloosstelling voor de huurder bij afbraak bedrijfsruimte en onteigening

Begin dit jaar heeft de Hoge Raad twee interessante arresten1 gewezen over de positie van de huurder bij afbraak van een bedrijfsruimte in verband met het algemeen belang. Art. 7:309 BW bepaalt ...

 De failliete verhuurder

Als de huurder failliet gaat, kan zowel de curator van de failliete huurder als de verhuurder de huurovereenkomst tussentijds beëindigen op voet van art. 39 Faillissementswet. Gaat de verhuurder...

 De 'Leidraad servicekostenwinkelcentra': een goed begin maar nog een lange weg te gaan?

Doorbelasting en afrekening van servicekosten bij winkelcentra blijkt in de praktijk op problemen te stuiten. Zo ontbreekt een wettelijke omschrijving van servicekosten voor bedrijf...

 Actualiteiten

Wet- en regelgeving Tweede Kamer Kamerstukken II 2008/09, 31 992: wijziging van het Burgerlijk Wetboek (initiatiefrecht huurders). Koninklijke boodschap (nr. 1), voorstel van de wet (nr. 2), me...