Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte
2009 nr. 5
Redactie
Hoofdredactie mr. K.M. Verdurmen
|
Redactiemr. N. Amiel mr. V.G.F. Boumans mr. B.N. Cammelbeeck mr. A. de Fouw prof. mr. A.W. Jongbloed mr. S. van der Kamp mr. K. Keij mr. I.C.K. Mol mr. J.R.M. Nelen mr. M. van Schie M. Sloot
|
Vaste medewerkers mr. J. le Clercq mr. K.J.M. Corten mr. M. Davelaar mr. I. E. Hofhuis mr. L. Kruitwagen mr. C. Otte mr. A.A.L. Oving I. Reimert mr. M. Schröer B. Ziermans MSc. MRICS
|
Redactiesecretaris(sen) mr. A. de Fouw
|
Artikel
mr. E.D. den Engelsman*
1. Art. 7:296 lid 2 BW bepaalt – kort gezegd – dat een
opzegging op grond van dringend eigen gebruik niet toewijsbaar
is indien de verhuurder rechtsopvolger is van de vorige
verhuurder en de opzegging is geschied binnen drie jaar na
rechtsopvolging.
2. De laatste tijd is de vraag over de hantering van deze
wachttermijn van drie jaar bij een opzegging op grond van
dringend eigen gebruik in diverse uitspraken aan de orde geweest.
Waarschijnlijk komt dat doordatmet de invoering van
het nieuwe huurrecht per 1 augustus 2003 ‘renovatie die
zonder beëindiging van de huur niet ... abonneren of dit artikel kopen.
mr. H. Zeilmaker en mr. R.A.M. Saedt*Begin dit jaar heeft de Hoge Raad twee interessante arresten1
gewezen over de positie van de huurder bij afbraak
van een bedrijfsruimte in verband met het algemeen belang.
Art. 7:309 BW bepaalt kort gezegd dat de huurder
en de onderhuurder aanspraak kunnen maken op schadeloosstelling
wanneer de verhuurder (na verkrijging van
het pand) de huurovereenkomst opzegt in verband met
afbraak van het gehuurde met het oog op de uitvoering
van (bouw)werken in het algemeen belang.
In dit artikel wordt ondermeer aan de hand van de recente
arresten van deHoge Raad nagegaan aan welke eisenmoet
... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.C. Borst*Als de huurder failliet gaat, kan zowel de curator van de
failliete huurder als de verhuurder de huurovereenkomst
tussentijds beëindigen op voet van art. 39 Faillissementswet.
Gaat de verhuurder failliet, dan gaat art. 39 Fw niet
op, maar gelden op grond van art. 37 Fw. dezelfde regels
als voor andere wederkerige overeenkomsten in faillissement.
Het in 2006 door de Hoge Raad gewezen Nebula
arrest heeft bij sommigen de indruk gewekt alsof de curator
van een failliete verhuurder het woongenot van diens
huurders niet hoeft te dulden en de ontruiming zou kunnen
vorderen. Ik meen dat d... abonneren of dit artikel kopen.
mr. J.F. Koenders*
Doorbelasting en afrekening van servicekosten bij winkelcentra
blijkt in de praktijk op problemen te stuiten. Zo ontbreekt
een wettelijke omschrijving van servicekosten voor bedrijfsruimte,
is er veelal discussie over de verdeelsleutel en de toerekening
van de servicekosten en komt de vraag op wie de
hoogte van de door te belasten servicekosten nu eigenlijk bepaalt.
In een eerdere bijdrage in dit tijdschrift1 zijn deze probleempunten
al aangestipt. Jongstleden mei verscheen de
'Leidraad servicekosten winkelcentra', afkomstig van de Raad
van Nederlandse Detailhandel (R... abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentie
prof. mr. A.W. Jongbloed en mr. N. Eeken*Samenvatting Is er sprake van een splitsing van rechtspersonen welke er niet toe heeft geleid dat er een rechtens relevante wijziging in de materiële verhouding tussen verhuurder en huurder is ontstaan, dan kan de rechter op grond van de omstandigheden van het geval oordelen dat de huurder zich op grond van de redelijkheid en billijkheid van art. 6:248 lid 2 BW jegens de verhuurder niet erop kan beroepen dat de in art. 7:296 lid 2 BW voorgeschreven wachttermijn van drie jaar niet in acht is genomen. abonneren of dit artikel kopen.
Overig
Marry de Gaay Fortman
Hoofdredacteur
Een verhuurder van woonruimte of middenstandsbedrijfsruimte die rechtsopvolger is van de
vorige verhuurder, kan slechts opzeggen op grond van dringend eigen gebruik indien hij sedert
de overdracht de wachttermijn van drie jaar in acht heeft genomen. Over de hantering van
deze wachttermijn is in de laatste jaren veel jurisprudentie verschenen. Hieruit blijkt dat de
wachttermijn van drie jaar niet te strikt moet worden toegepast. Bekeken moet worden of er
door de overdracht sprake is van een rechtens relevante wijziging in de materiële verhouding
tussen verhuurder en huurder waardoor de... abonneren of dit artikel kopen.
mr. M. Sloot*Wet- en regelgeving
Tweede Kamer
Kamerstukken II 2008/09, 31 992: wijziging van het Burgerlijk
Wetboek (initiatiefrecht huurders). Koninklijke boodschap
(nr. 1), voorstel van de wet (nr. 2), memorie van toelichting
(nr. 3), advies en nader rapport (nr. 4). Dit op 29 juni 2009
ingediende wetsvoorstel heeft als strekking dat huurders een
initiatiefrecht krijgen tot alle mogelijke veranderingen en
toevoegingen die in redelijkheid van de verhuurder kunnen
worden gevergd. abonneren of dit artikel kopen.
Vorige edities
2024
2023
Eerdere edities kunt u doorzoeken in het archief.
RSS