Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2009 nr. 5

Soepele uitleg wachttermijn bij opzegging op grond van dringend eigen gebruik

mr. E.D. den Engelsman*

1. Art. 7:296 lid 2 BW bepaalt – kort gezegd – dat een opzegging op grond van dringend eigen gebruik niet toewijsbaar is indien de verhuurder rechtsopvolger is van de vorige verhuurder en de opzegging is geschied binnen drie jaar na rechtsopvolging. 2. De laatste tijd is de vraag over de hantering van deze wachttermijn van drie jaar bij een opzegging op grond van dringend eigen gebruik in diverse uitspraken aan de orde geweest. Waarschijnlijk

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

komt dat doordatmet de invoering van het nieuwe huurrecht per 1 augustus 2003 ‘renovatie die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is’ onder de opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’ is gebracht. Bij diverse herontwikkelingen van de afgelopen jaren is hierdoor veelvuldig gebruik gemaakt van de opzegging op grond van dringend eigen gebruik. In het kader van herontwikkelingen is het niet ongebruikelijk dat het gehuurde wordt overgedragen of er intern bij de verhuurder wijzigingen plaatsvinden om de herontwikkeling mogelijk te maken. 3. In de literatuur en jurisprudentie werd verschillend gedacht over de vraag hoe de wachttermijn moest worden toegepast. Enerzijds werd gezegd dat de wachttermijn strikt moest worden toegepast, anderzijds werd gepleit voor een soepelere benadering waarbijmet namemoet worden gekeken naar de achterliggende gedachte van de wachttermijn. 4. De bedoeling van de wetgever met art. 7:296 lid 2 BW is duidelijk. De wetgever heeft bij de totstandkoming van dit artikel aangegeven de huurder te willen beschermen tegen belangenwisselingen aan de zijde van de verhuurder, waar de huurder geen rekening mee kon houden1. 5. De Hoge Raad heeft recent in zijn arrest van 10 juli 2009 bevestigd dat voor de toepassing van de wachttermijn moet worden gekeken naar de bedoeling van de wetgever met de wachttermijn. 6. In dit artikel zal ik aan de hand van voornoemd arrest en andere jurisprudentie en literatuur over dit onderwerp verschillende situaties van rechtsopvolging en aanverwante situaties als aandelenoverdracht in samenhang met de wachttermijn bespreken. Vervolgens zal ik de rechtsvraag bespreken of de wachttermijn ook geldt bij de opzeggingsgrond ‘de algemene belangenafweging’.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. E.D. den Engelsman*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/8184

Verder in 2009 nr.5

 Voorwoord

Een verhuurder van woonruimte of middenstandsbedrijfsruimte die rechtsopvolger is van de vorige verhuurder, kan slechts opzeggen op grond van dringend eigen gebruik indien hij sedert de overdrach...

 Soepele uitleg wachttermijn bij opzegging op grond van dringend eigen gebruik

1. Art. 7:296 lid 2 BW bepaalt – kort gezegd – dat een opzegging op grond van dringend eigen gebruik niet toewijsbaar is indien de verhuurder rechtsopvolger is van de vorige verhuurde...

 Meer duidelijkheid over schadeloosstelling voor de huurder bij afbraak bedrijfsruimte en onteigening

Begin dit jaar heeft de Hoge Raad twee interessante arresten1 gewezen over de positie van de huurder bij afbraak van een bedrijfsruimte in verband met het algemeen belang. Art. 7:309 BW bepaalt ...

 De failliete verhuurder

Als de huurder failliet gaat, kan zowel de curator van de failliete huurder als de verhuurder de huurovereenkomst tussentijds beëindigen op voet van art. 39 Faillissementswet. Gaat de verhuurder...

 De 'Leidraad servicekostenwinkelcentra': een goed begin maar nog een lange weg te gaan?

Doorbelasting en afrekening van servicekosten bij winkelcentra blijkt in de praktijk op problemen te stuiten. Zo ontbreekt een wettelijke omschrijving van servicekosten voor bedrijf...

 Actualiteiten

Wet- en regelgeving Tweede Kamer Kamerstukken II 2008/09, 31 992: wijziging van het Burgerlijk Wetboek (initiatiefrecht huurders). Koninklijke boodschap (nr. 1), voorstel van de wet (nr. 2), me...