Tijdschrift voor Financieel Recht
2016 nr. 7/8
Redactie
Hoofdredactiemr. A.J.A.D. van den Hurk
|
Redactieprof. mr. D. Busch mr. C.J. Groffen dr. mr. F.M.A. ´t Hart mr. G. Kastelein mr. P. Kerckhaert mr. I. van der Klooster mr. R.E. Labeur mr. drs. N. Lemmers dr. M.L. Louisse mr. S.M.C. Nuijten mr. R.K. Pijpers prof. mr. E.J. van Praag
|
Vaste medewerkers mr. L. A. van Amsterdam mr. N. Dekker mr. M. van Eijck van Heslinga mr. R.J.C. Goudswaard mr. drs. A.J. Graafland mr. E. Kempenaar mr.T. Klerks mr. N. van der Meer Mohr mr. A.A. Pasaribu mr. W. Pronk mr. M.C.J. Reuling mr. W. Roëll mr. C. Russcher mr. S. Uijldert mr. T. Waterbolk
|
Redactiesecretaris(sen) M. Troost mr. P.M. van Vliet
|
Inleiding
Arthur van den HurkZowel financiële ondernemingen, toezichthouders als de wetgever zelf worstelen met de uitdagingen die in het financiële toezicht aan hen worden gesteld. Deze uitdagingen - en dat is uiteraard geen geheim - houden verband met de enorme omvang en de complexiteit van de financiële regelgeving, de kenbaarheid van die regels en de onderlinge samenhang tussen de regels. In een recente publicatie becijfert Philip Wood bijvoorbeeld (weliswaar betreft het hier een Amerikaans voorbeeld, maar het is wel illustratief) dat het een gemiddelde student ongeveer 100 jaar op de universiteit... ...lees meer
Artikel
prof. mr. J.B.S. Hijink en mr. drs. D. van Beek LL.M1Op 3 juli 2016 treden de aangepaste bepalingen rondom marktmisbruik – op grond van de marktmisbruikverordening[2] (hierna: MAR) en de richtlijn betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik[3] (hierna: MAD) – in werking. Over de voorschriften van materieel recht die in deze Europese regelgeving zijn opgenomen, is inmiddels de nodige literatuur verschenen.[4] Minder aandacht is er tot op heden geweest voor de vraag hoe deze regelgeving zich verhoudt tot – deels parallel plaatsvindende – constitutionele ontwikkelingen in het Europese recht. Zo is de afgelopen jaren de betekenis... abonneren of dit artikel kopen.
mr. C.A.M. Lombert1Kredietaanbieders dienen hun aanbiedingspraktijk te wijzigen naar aanleiding van de Mortgage Credit Directive. Hierbij doen zich verschillende moeilijkheden voor. Zo lijkt offreren onder opschortende voorwaarde op losse schroeven te staan. Ook is onduidelijk of de nieuwe systematiek van een ‘renteaanbod’ gevolgd door een ‘bindend kredietaanbod’ in overeenstemming is met het eensporig rentebeleid. Verder speelt de kwestie van de vergoeding bij vervroegde aflossing. Kredietaanbieders worden geconfronteerd met tegenstrijdigheden in de wetsgeschiedenis over de vraag of de contante waarde met... abonneren of dit artikel kopen.
mr. drs. M.A.X. van Merrienboer1Op 12 januari 2016 is de Verordening betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012[2] (de Verordening) in werking getreden. De Verordening is een gevolg van de maatregelen die in de afgelopen jaren aan banken zijn opgelegd, waardoor de bankensector steeds verder is gereguleerd. Als gevolg hiervan hebben de deelnemers op de financiële markten volgens de Europese wetgever meer activiteiten naar minder gereguleerde terreinen als het schaduwbankwezen verschoven.[3] Het schaduwbankieren laat zich ook wel ... abonneren of dit artikel kopen.
mr. J.A. Möhlmann en mr. M.R. Fidder1De renteswapproblematiek met betrekking tot het MKB blijft de gemoederen bezighouden. Inmiddels zijn de eerste arresten gewezen door gerechtshoven en heeft ook het KiFiD uitspraak gedaan in een aantal geschillen. Dit artikel bespreekt het juridisch beoordelingskader dat zich aftekent in die uitspraken en besteedt daarbij aandacht aan de mate waarin de financiële gedragsregels een rol spelen in de civiele rechtsverhouding tussen banken en het MKB. abonneren of dit artikel kopen.
mr. A.G. Mein en mr. C.A. Doets11. Herziening boetestelsel noopt tot terugblikDe wetgevingsmachine van het ministerie van Financiën draait op volle toeren. Zo staat een volgende herziening van het boetestelsel voor de financiële toezichtwetgeving op stapel.[2] Deze herziening is onderdeel van het recente voorstel voor de wet implementatie verordening en richtlijn marktmisbruik.[3] Europese regelgeving noopt tot de herziening, aldus de minister van Financiën.[4] Die regelgeving beoogt onder meer de boetesystematiek in de toepasselijke wetgeving van de lidstaten geleidelijk te harmoniseren.[5] In de praktijk kom... abonneren of dit artikel kopen.
prof. mr. J.M.A. Berkvens11. AchtergrondIn het kader van hun dienstverlening beschikken financiële instellingen over gegevens van hun klanten. Het kan gaan om gegevens over de klant zelf (afkomstig van ‘klantonderzoek’), gegevens gerelateerd aan door de financiële instelling geleverde diensten (niet alleen betalingsverkeer maar ook andere dienstverlening) of gegevens afgeleid uit bezoeken aan websites van financiële instellingen. Die gegevens kunnen worden aangevuld met gegevens afkomstig uit andere bronnen zoals kamer van koophandel of listbrokers. Ook kunnen gegevens worden ‘verrijkt’ met statistische ... abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentie
mr. drs. S.J. Hoes-Weishut, mr. B.J. Boutellier, mr. J. Sluijter en mr. J.P. van der Klein1Inzake: last onder dwangsom, criminal charge en het nemo tenetur-beginselBij brief van 28 maart 2013 heeft AFM appellant op grond van art. 5:16 Awb verzocht om informatie om te kunnen beoordelen of sprake is van een overtreding van de Wft. AFM heeft uit de website www.trade4profit.nl afgeleid dat appellant of de Belgische vennootschap Trade4Profit, waarvan appellant vennoot en of zaakvoerder was, mogelijk activiteiten verrichtte(n) als beleggingsonderneming zonder over de benodigde vergunning te beschikken. AFM heeft appellant medegedeeld dat dergeli... abonneren of dit artikel kopen.
mr. drs. S.J. Hoes-Weishut, mr. B.J. Boutellier, mr. J. Sluijter en mr. J.P. van der Klein1Inzake: Schade ten gevolg van onrechtmatig aanwijzingsbesluit DNBDNB heeft het Pensioenfonds bij besluit van 20 januari 2011 een aanwijzing (‘het aanwijzingsbesluit’) als bedoeld in art. 171 lid 1 Pensioenwet gegeven om het percentage in goudbeleggingen af te bouwen. Op 17 februari 2011 heeft het Pensioenfonds goud verkocht, waarmee de goudbeleggingen werden teruggebracht tot 3% van de totale beleggingsportefeuille. Het Pensioenfonds heeft bezwaar gemaakt tegen het aanwijzingsbesluit. DNB heeft het bezwaar ongegrond verklaard, maar de rechtbank heeft... abonneren of dit artikel kopen.
mr. drs. S.J. Hoes-Weishut, mr. B.J. Boutellier, mr. J. Sluijter en mr. J.P. van der Klein1Inzake: 4:19 Wft, vergelijkingswebsiteAppellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 juli 2014 ( ECLI:NL:RBROT:2014:6048 ) in de procedure tussen Appellante en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (‘AFM’). In deze procedure draaide het om reclame-uitingen op een vergelijkingswebsite die niet voldeden aan het vereiste van art. 4:19 lid 2 Wft dat informatie correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn. Het ging hier om de vergelijking van een spaarproduct van een verzekeraar met bancaire producten, z... abonneren of dit artikel kopen.
mr. drs. S.J. Hoes-Weishut, mr. B.J. Boutellier, mr. J. Sluijter en mr. J.P. van der Klein1Inzake: Beloningsbeleid, overgangstermijnBij besluit van 24 juli 2013 heeft AFM [X], houder van een vergunning als levensverzekeraar in de zin van art. 2:27 Wft, een boete opgelegd van EUR 250.000 wegens de overtreding van art. 86a van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft ('BGfo'). AFM meende dat [X] in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 niet had voldaan haar verplichting om een beheerst beloningsbeleid te voeren. Bij besluit van 26 februari 2014 op het bezwaar van [X] heeft AFM haar primaire besluit gehandh... abonneren of dit artikel kopen.
mr. drs. S.J. Hoes-Weishut, mr. B.J. Boutellier, mr. J. Sluijter en mr. J.P. van der Klein1Inzake: Bestuurlijke boete. Feitelijk leidinggeven. Advies advocaat.DNB heeft Appellant op 10 augustus 2012 een boete opgelegd van EUR 150.000 vanwege het feitelijk leidinggeven aan overtreding door X B.V. van het in art. 2:11 Wft genoemde verbod om zonder vergunning het bedrijf van bank uit te oefenen. X B.V. had voor een totaalbedrag van EUR 1.015.000 ongeveer 50 obligatieovereenkomsten gesloten met niet-professionele marktpartijen. De aangetrokken gelden zijn vervolgens uitgezet naar vennootschappen die niet tot hetzelfde concern behoorden. Voor d... abonneren of dit artikel kopen.
Actualia
mr. M.L.H. Lukkes, mr. M.J. van Loopik en mr. W.M. HaverkampWet- en regelgeving NationaalConsultatie wijzigingsbesluit contracyclische kapitaalbufferOp 18 mei 2016 is het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft ter verkorting van de overgangsperiode voor de contracyclische kapitaalbuffer gepubliceerd. Ingevolge art. 105 Besluit prudentiële regels Wft (Bpr) houden banken en bepaalde beleggingsondernemingen een kapitaalbuffer aan die bestaat uit verschillende componenten, waaronder de contracyclische kapitaalbuffer. De contracyclische kapitaalbuffer is bedoeld om schommelingen in de kredietcyclus te kun... abonneren of dit artikel kopen.
Vorige edities
2024
2023
Eerdere edities kunt u doorzoeken in het archief.
RSS