De positie van energiebedrijven in het financieel recht na MiFID II
mr. drs. B.B. de Bruijne en mr. L.M. Hiemstra
Het financieel recht en het energierecht zijn de afgelopen jaren steeds verder met elkaar verweven geraakt. Energiebedrijven[1] volgen de herziening van het financiële reguleringskader, dat is vastgelegd in de Markets in Financial Instruments Directive (hierna: MiFID[2]), daarom op de voet. Op 15 april 2014 is door het Europees Parlement een wetgevingspakket aangenomen[3] dat een herziene richtlijn (hierna: MiFID II)[4] en een verordening met aanvullende regels (hierna: MiFIR)[5] omvat.De Europese wetgever heeft bij de totstandkoming van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
de voorstellen in 2011 als uitgangspunt genomen dat niet-financiële ondernemingen, zoals energiebedrijven, vanwege hun aard niet volledig onder MiFID II dienen te vallen. De handelsactiviteiten van niet-financiële ondernemingen, die bijvoorbeeld de afdekking van productie gebonden risico’s dienen, vormen immers geen systeemrisico.[6]Inmiddels is het echter wel duidelijk dat door MiFID II de invloed van het financieel recht op energiebedrijven zal toenemen, omdat scherper wordt toegezien op handelsactiviteiten die niet dienen om de risico’s verbonden aan de productie van elektriciteit en gas af te dekken. Dat onderscheid tussen risico-beperkende- (‘hedging’) en speculatieve transacties is grotendeels bepalend voor de toepassing van de financiële regulering op energiebedrijven, zoals in dit artikel zal worden beschreven.Door MiFID II wordt ook de coherentie tussen financiële regelgeving en het energierecht versterkt. In de meest recente generatie richtlijnen voor elektriciteit[7] en gas[8] is de regulering van derivatenhandel achterwege gelaten, in afwachting van verdere aanbevelingen van de toezichthouders voor energie en financiële markten.[9] Als gevolg van de financiële crisis heeft de regulering een vlucht genomen, in het bijzonder door de regulering van over the counter (hierna: OTC)-derivatenhandel. Tegelijk is een sectorspecifiek reguleringskader tot stand gebracht om de transparantie van de energiemarkten te versterken en marktmisbruik tegen te gaan. In dit artikel wordt de samenhang tussen deze verschillende regels beschreven.Hierna wordt de interactie tussen de energiemarkt en het financieel recht[10] in kaart gebracht aan de hand van de voorlopige tekst van MiFID II van 15 april 2014.[11] Hierbij wordt ingegaan op de belangrijkste veranderingen voor energiebedrijven: (i) de aanpassingen in de definitie van financieel instrument door het toevoegen van handel op organised trading facilities (hierna: OTF), het uitsluiten van fysieke forward contracten voor elektriciteit en gas, en het toevoegen van CO2-emissierechten; (ii) de beperking van de beschikbare vrijstellingen door het verdwijnen van de vrijstelling die ziet op handel voor eigen rekening; en (iii) de aanscherping van het toezicht door de invoering van specifieke bepalingen over positielimieten voor grondstoffenderivaten en transparantie voor grondstoffenderivaten en CO2 emissierechten.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
2. Achtergrond: de positie van energiebedrijven in het financieel recht
2.1 MiFID
2.2 EMIR
2.3 REMIT
3. Veranderingen voor energiebedrijven in MiFID II
3.1 Verruimde definitie van financieel instrument
3.2 Beperking van de beschikbare vrijstellingen
3.3 Positielimieten en transparantie
4. Afsluitende opmerkingen