De vierde witwasrichtlijn en haar gevolgen voor de Nederlandse trustsector
mr. R.J. de Doelder en mr. dr. M.T. van der Wulp*
Bij het ter perse gaan van deze bijdrage zijn de onderhandelingen over de ‘vierde witwasrichtlijn’1 nog gaande. Niettemin wordt ‘vermoed’ dat de richtlijn ‘begin 2015’ in werking zal treden.2 De inwerkingtreding van deze nieuwe witwasrichtlijn zal gevolgen hebben voor de wet- en regelgeving, waaraan (onder andere) trustkantoren (en financiële ondernemingen) dienen te voldoen. Het gaat hierbij met name om de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Daarnaast dienen trustkantoren, op grond
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) en de Regeling integere bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren (per 1 januari 2015: de Rib Wtt 2014)3, in hun bedrijfsvoering, te voorzien in procedures omtrent de naleving van de Wwft. Deze eis geldt al sinds de inwerkingtreding van de Rib Wtt (in 2004).4 Vanzelfsprekend betekent een nieuwe invulling van de verplichtingen van de Wwft, dat procedures in de bedrijfsvoering van het trustkantoor opnieuw tegen het licht moeten worden gehouden. Zo bezien is deze nieuwe witwasrichtlijn – evenals haar voorganger (de ‘derde witwasrichtlijn’) – een nieuw kernpunt in de ontwikkeling van internationale standaarden van regulering en toezicht betreffende trustkantoren. Reeds in de eerste rapporten (The Edwards Report 1998 en KPMG 2000), waarin (internationale) standaarden met betrekking tot trustkantoren zijn opgenomen, is gewezen op het belang van het kennen van de ‘ultimate beneficial owner’, alsook op de kwetsbaarheid van de dienstverlening van trustkantoren voor witwassen.5 De ontwikkeling van internationale standaarden van regulering en toezicht betreffende trustkantoren is dan ook met name terug te vinden in de internationale initiatieven ter bestrijding van witwassen (en financieren van terrorisme).6 In deze bijdrage staat de vraag centraal in hoeverre de vierde witwasrichtlijn voor de Nederlandse trustsector daadwerkelijk gevolgen zal hebben. Welke (nieuwe) verplichtingen brengt de inwerkingtreding van de vierde witwasrichtlijn met zich mee? Hieronder worden de onderwerpen behandeld, die het meeste gevolgen hebben voor de verplichtingen die ingrijpen op de bedrijfsvoering. De focus zal zijn gericht op de gevolgen van deze wijzigingen voor de trustsector. Hierbij wordt tevens een poging gewaagd om de wijzigingen in een breder perspectief te plaatsen. Dat is niet eenvoudig, omdat in de toelichtingen en achtergrondstukken bij de wijzigingen niet altijd helder wordt beschreven waarom een bepaling wordt gewijzigd. Ook moet een belangrijk voorbehoud worden gemaakt, omdat de richtlijn (als gezegd) nog steeds in onderhandeling is. In die zin is deze bijdrage onvermijdelijk een momentopname. Dat probleem wordt zo veel mogelijk ondervangen door de nadruk te leggen op de hoofdlijnen van de ophanden zijnde wijzigingen. Aangezien de wijzigingen in (de uiteindelijke versie van) de richtlijn, evenals haar voorgangers, wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de wet- en regelgeving betreffende Anti-Money Laundering (AML) en Combating the Financing of Terrorism (CFT), hebben wij ervoor gekozen reeds nu de gedachtenvorming op dit terrein te beschrijven. Er liggen momenteel drie verschillende teksten, waaruit één compromistekst tot stand moet komen.7
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.