Trustkantoren en PEP’s: risico’s en mitigerende maatregelen
mr. K.J. van Beekum*
De Wet toezicht trustkantoren (hierna: Wtt) heeft als doel het bevorderen van de integriteit van het financiële stelsel. Trustkantoren fungeren binnen dit doel als poortwachter.1 Zij dienen er voor te zorgen dat cliënten, hun activiteiten en de (voorgenomen) structuren de integriteit van het financiële stelsel niet op enigerlei wijze bedreigen. Een trustkantoor vervult derhalve een voorhoederol in de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Om deze rol adequaat te kunnen vervullen zal een trustkantoor kennis moeten
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
hebben van de cliënt en de uiteindelijke belanghebbende of ultimate beneficial owner (hierna: UBO), de structuur en haar doel. Het trustkantoor moet de reden van haar dienstverlening kennen en het trustkantoor zal mitigerende maatregelen moeten nemen om de risico’s verbonden aan die dienstverlening te kunnen beheersen. Het trustkantoor zal, gezien haar poortwachtersfunctie, uitdrukkelijk moeten kijken naar het bredere spectrum van de integriteit. Dit komt met name naar voren bij bepaalde cliënten of UBO’s die een inherent hoog risico met zich brengen doordat zij afkomstig zijn uit een land dat bekend staat als een hoog risicojurisdictie of omdat de cliënten of UBO’s zelf een bepaalde status hebben: de zogenoemde politiek prominente personen of politically exposed persons (hierna: PEP). DNB heeft recent een onderzoek2 verricht naar de wijze waarop PEP’s uit hoog risicolanden door Nederlandse trustkantoren worden bediend. Dit gaf aanleiding voor het schrijven van onderhavig artikel. Dit artikel beoogt niet uitputtend te zijn maar schetst een kader van de risico’s verbonden aan PEP’s en de bijzondere rol die trustkantoren in dit kader vervullen. Hieronder zal in paragraaf 2 en 3 worden ingegaan op het ontstaan en de definitie van een PEP. Onder 4 worden de risico’s verbonden aan PEP’s uiteengezet. Vervolgens zal in paragraaf 5 worden besproken hoe men kan vaststellen dat iemand een PEP is. Paragraaf 6 beschrijft wat de gevolgen zijn indien is vastgesteld dat een persoon een PEP is. In paragraaf 7 wordt ingegaan op mogelijke mitigerende maatregelen die kunnen worden genomen om het verhoogde risico te beheersen (‘good practices’) waarbij wordt opgeroepen om eventuele good practices te delen. Vervolgens zullen in paragraaf 8 de handhavingsaspecten worden besproken. Afgesloten wordt met een conclusie.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.