Uit de boekenkast van de bedrijfsethiek (63)
dr. E.D. Karssing*
In de bedrijfsethiek is een groot aantal boeken en artikelen verschenen waarin op praktische wijze integriteitsvraagstukken worden behandeld en concrete aanbevelingen worden gedaan voor het bevorderen van de ethiek en integriteit van organisaties en hun medewerkers. Niet iedereen weet deze publicaties te vinden of heeft tijd ze te lezen. Daarom kijkt Edgar Karssing geregeld voor het Tijdschrift voor Compliance in de boekenkast van de bedrijfsethiek en bespreekt hij een artikel of boek. Deze bijdragen zijn geen
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
recensies, maar een samenvatting van de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van de auteur(s), die hij zal confronteren met zijn eigen observaties als onderzoeker, trainer en adviseur op het gebied van ethiek en integriteit. In dit nummer worden de boeken De zeven hoofdzonden. Handleiding voor de 21e eeuw van Fernando Savater, 7 hoofdzonden. Een zeer onvolledige lijst van Aviad Kleinberg en De wereld gaat aan deugd ten onder van Bernard Mandeville besproken.
Inleiding Op een avond vertelt een oude Cherokee-indiaan aan zijn kleinzoon over de strijd die zich binnenin mensen afspeelt. Hij zegt: ‘Mijn zoon, de strijd gaat tussen twee “wolven” binnen ieder van ons. De ene heet Kwaad. Het is woede, afgunst, jaloersheid, verdriet, hebzucht, arrogantie, zelfmedelijden, schuld, wrok, minderwaardigheid, leugen, valse trots, superioriteit en ego. De andere heet Goed. Het is vreugde, vrede, liefde, hoop, sereniteit, nederigheid, vriendelijkheid, trouw, medeleven, grootmoedigheid, waarheid, compassie en geloof’. De kleinzoon denkt er even over na en vraagt dan aan zijn grootvader: ‘Welke wolf wint?’ De oude Cherokee antwoordt eenvoudig: ‘Diegene die jij voedt’.1 In mijn eigen woorden vertel ik vaak dit korte verhaaltje aan het begin van een workshop over ethiek en integriteit om mezelf te introduceren: ik ben Edgar en mijn werk bestaat uit het voeden van wolf Goed. In al zijn eenvoud spreekt het verhaaltje me meer aan dan het loodzware uitgangspunt ‘wij zijn al zo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad’.2 Dan vind ik de innerlijke strijd tussen wolf Goed en wolf Kwaad psychologisch realistischer. Herkenbaarder. We kennen allemaal het beeld, uit tekenfilms, een engeltje op onze rechterschouder en een duiveltje op onze linkerschouder. Of net andersom. Die ons beiden influisteren en proberen te verleiden tot het goede dan wel het kwade. In tekenfilms, maar toch ook in ons eigen leven? Ook vind ik het beeld hoopvoller. Wolf Kwaad die moraliteit noodzakelijk maakt, wolf Goed die ervoor zorgt dat dit ook mogelijk is.3 Is het goede dan zo saai, zo bloedeloos, dan we vanuit onze nieuwsgierigheid als vanzelf naar verhalen over zondaars worden getrokken? Graag zet ik ethiek en integriteit op een positieve manier neer. Koppel ik het aan begrippen met een positieve lading: professionaliteit, zorgvuldigheid, uitlegbaarheid en standvastigheid.4 Toch lijken de meeste inleidingen en beschouwingen over ethiek en integriteit vooral illustraties van ons geneigd zijn tot alle kwaad. Keer op keer worden de zonden van de mens bezongen, en zien we weinig bekwaamheid tot enig goed. Is het goede dan zo saai, zo bloedeloos, dan we vanuit onze nieuwsgierigheid als vanzelf naar verhalen over zondaars worden getrokken? Vallen we in slaap als we over de deugden praten? Is het de heimelijke verleiding, zouden we zelf maar zo stout durven zijn? Mijmeren over wat we zouden doen als we niet zo bang waren voor het oordeel van de buren? Ook zie ik dat integriteitsbevorderende maatregelen vaak zijn gericht op het in het gareel houden van wolf Kwaad. Bijvoorbeeld systematische integriteitsrisicoanalyses kijken alleen naar mogelijke schendingen en incidenten. Zie de risico’s waarop de analyse is gericht: witwassen, terrorismefinanciering, omzeiling sanctieregelgeving, corruptie (omkoping), belangenverstrengeling, interne en externe fraude, ontduiking of ontwijking van fiscale regelgeving, marktmanipula
tie, cybercrime, maatschappelijk onbetamelijk gedrag. Waarom niet ook kijken naar het ‘risico’ op toereikende ‘naleving van hetgeen bij of krachtens enig wettelijk voorschrift is voorgeschreven’? In plaats van ontoereikend. Accountants moeten de bedreigingen van de fundamentele beginselen van het beroep herkennen en ijlings maatregelen nemen opdat deze beginselen niet worden geschonden. Waarom worden ze niet opgeroepen om de kansen om in overeenstemming met de beginselen van het beroep te werken te herkennen en maatregelen te nemen opdat die ook worden gerealiseerd? Of is het goede zo veel moeilijker te omschrijven – we worden het er toch niet over eens – dat we ons beter op het kwaad kunnen richten omdat we veel sneller overeenstemming bereiken over de verschillende vormen van het kwaad? Kortom, ik vraag me dan af waarom we zo veel moeite doen om wolf Kwaad in het gareel te houden en zo weinig inspanning om wolf Goed te voeden? En, doormijmerend, principiëler: hoe kwaad is wolf Kwaad? Zijn het wellicht juist onze zonden die voor voorspoed zorgen? Dit was wel de gedachte van de huisarts en filosoof Bernard Mandeville. Zijn Fable of the bees, met als mooie ondertitel private vices, publics benefits is in de Nederlandse vertaling opgenomen in het boek met de prikkelende titel: De wereld gaat aan deugd ten onder. Het zou toch nog niet? Is juist wolf Kwaad de motor van onze voorspoed en welvaart? Belangrijke vragen om te stellen wanneer je nadenkt over een integere en beheerste bedrijfsvoering. Wat wil je eigenlijk beheersen en waarom? De filosoof Savater noemt het een centrale paradox van het moderne leven: ‘Iets dat mogelijk een morele tekortkoming van het individu betekent, zou, wanneer het door de gemeenschap wordt onderdrukt, het functioneren van diezelfde maatschappij aanzienlijk kunnen belemmeren! En dat terwijl de samenleving toch bedoeld is om zoveel mogelijk aan de verlangens van individuen tegemoet te komen’.5 Een interessante gedachte om eens verder uit te werken: zonden zorgen voor voorspoed. Hoe ziet dat eruit? Mijn werk bestaat uit het voeden van wolf Goed. In de praktijk zie ik veel energie gaan naar het bestrijden van wolf Kwaad. Zou het zo kunnen zijn dan we juist veel beter wolf Kwaad voeden? In deze boekenkast ga ik op zoek naar de zonden van mensen. Hoe ziet wolf Kwaad eruit? En hoe slecht is wolf Kwaad? In paragraaf 2 zet ik eerst de gedachte van Mandeville uiteen. Vervolgens bespreek ik de zeven hoofdzonden, een mooi startpunt voor een beter begrip van wolf Kwaad. Mijn gidsen zijn de filosofen Fernando Savater en Aviad Kleinberg, die allebei een zeer lezenswaardig boekje hebben geschreven over de zeven hoofdzonden. 6 Daarna laat ik zien dat met een Mandevilliaanse twist de zonden wellicht minder zondig zijn dan ze op het eerste gezicht lijken. Met de slotparagraaf stel ik mezelf de vraag of ik het verhaal van de twee wolven wel moet blijven vertellen. En mijn werk moet zien als het voeden van wolf Goed.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.