‘Ja, maar mijn cliënten zijn toch geen witwassers?!’ De vierde anti-witwasrichtlijn: over de beoordeling van risico’s op witwassen en terrorismefinanciering
Msc. S. Kortlever en mr. L. Claase
Recente terroristische aanslagen en ook de ‘Panama Papers’1 benadrukken het belang van de vierde anti-witwasrichtlijn ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme2 (de vierde anti-witwasrichtlijn). Op uiterlijk 26 juni 2017 dient de vierde anti-witwasrichtlijn geïmplementeerd te zijn in de Nederlandse wetgeving. De vierde anti-witwasrichtlijn3 zal met name worden geïmplementeerd in de huidige Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). De implementatie zal leiden tot
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
een aantal veranderingen en nieuwe verplichtingen voor instellingen die onder de reikwijdte van de antiwitwaswetgeving vallen (Wwft-instellingen).4 De Wwft-instellingen dienen zich daarom voor te bereiden op de veranderingen en nieuwe verplichtingen om zodoende ook na implementatie te (blijven) voldoen aan de antiwitwaswetgeving. De Wwft-instelling (en de compliance officer) zal extra aandacht aan dit onderwerp moeten besteden, want uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat de naleving van de antiwitwaswetgeving door Wwft-instellingen kan worden verbeterd.5 Bovendien kan het niet voldoen aan de antiwitwaswetgeving tot de conclusie leiden dat geen sprake is van een integere en beheerste bedrijfsvoering van Wwft-instellingen die tevens onder de reikwijdte van de Wet op het financieel toezicht (Wft) vallen. Vanwege de beperkte ruimte van dit artikel en de relevantie van dit onderwerp voor de compliance officer wordt met name ingegaan op een nieuwe verplichting voor Wwft-instellingen: de risicobeoordeling. Over de achtergrond en de ontwikkelingen van de antiwitwaswetgeving is immers al het nodige geschreven.6 Met deze bijdrage streven wij ernaar om de compliance officer voor te bereiden op de risicobeoordeling (en de gevolgen daarvan) om zodoende het implementatieproces hiervan in de bedrijfsvoering van de Wwftinstelling te vergemakkelijken. Ten tijde van schrijven van dit artikel was slechts het conceptwetsvoorstel voor de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn bekend (wetsvoorstel Wwft).7 Op dit moment is het niet bekend of de implementatiedatum van 26 juni 2017 door de Nederlandse wetgever gehaald gaat worden. Het is vooralsnog onduidelijk of en zo ja, welk type overgangsrecht zal worden ingesteld. Allereerst bespreken wij de risicobeoordeling (paragraaf 2). De risicobeoordeling op instellingsniveau houdt (kort gezegd) in dat de Wwft-instelling haar eigen risico’s op witwassen en het financieren van terrorisme dient te identificeren en te beoordelen. Aan de hand van de resultaten van de risicobeoordeling dient (onder meer) het cliëntenonderzoek te worden aangepast. Het uitvoeren van risicogebaseerd cliëntenonderzoek is één van de belangrijkste verplichtingen uit de antiwitwaswetgeving. De vierde anti-witwasrichtlijn introduceert verdergaande maatregelen voor het cliëntenonderzoek. Dit kan gevolgen hebben voor de bestaande cliëntenportefeuille van Wwft-instellingen. Vandaar dat wij de veranderingen op het gebied van het cliëntenonderzoek vervolgens bespreken (paragraaf 3). Naast meer verplichtingen voor Wwft-instellingen introduceert de vierde anti-witwasrichtlijn ook verruimde handhavingsmogelijkheden voor de bevoegde toezichthouders (paragraaf 4). In de conclusie geven wij een samenvatting en sluiten wij af met een aanbeveling (paragraaf 5). De nationale antiwitwaswetgeving wordt (al) gekenmerkt door een risicogebaseerde aanpak
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.