Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht Verslaggeving, accountancy en toezicht 2018 nr. 6

Fouten in de jaarrekening

mr. dr. C.J.A. van Geffen Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Het is vervelend als er (achteraf) geconstateerd moet worden dat er dingen mis gegaan zijn. Dat is uiteraard niet anders bij jaarverslaggeving. Het aloude gezegde leert ons dat fouten maken nu eenmaal menselijk is helaas. Daarbij zou de hoofdregel moeten zijn dat het herstellen van fouten niet alleen wenselijk, maar vooral ook in principe altijd direct mogelijk moet zijn. Toch loopt de praktijk soms tegen een wat vreemde situatie aan, want het is kennelijk niet altijd ‘wenselijk’ en/of niet mogelijk om een ‘fout’ in de jaarrekening (direct) te herstellen. Immers, gedane zaken – zoals een vastgestelde en gepubliceerde jaarrekening met goedkeurende controleverklaring – nemen geen keer. Los daarvan is het niet altijd makkelijk om een fout(je) toe te geven. Bovendien lijkt achteraf gezien ‘iedereen’ direct een oordeel klaar te hebben, maar dan wel met de welbekende kennis achteraf of ‘benefit-of-hindsight’. Maar dat is uiteraard een andere belangrijke vraag. Wat is een ‘fout’? Wanneer is er sprake van een ‘fout’? Is iedere onvolkomenheid ook echt een ‘fout’? En zo ja, wat zouden de consequenties daarvan moeten zijn? Is het wel echt mogelijk, bijvoorbeeld in jaarverslaggeving, om een fout (achteraf: alsnog) te herstellen?

De aandacht voor fouten in de jaarrekening heeft de redactie van dit tijdschrift ertoe gebracht om een themanummer te wijden aan dit onderwerp. Wij prijzen ons gelukkig met enkele mooie artikelen over diverse aspecten van fouten in de jaarrekening, waarover hierna meer. Dat er grote belangstelling is voor ‘fouten’ in de jaarrekening moge ook blijken uit enkele zaken die recent de publiciteit haalden. Zo kan worden gewezen op berichtgeving uit november 2018 in het Financieel Dagblad (FD) over een kennelijke fout in de jaarrekening 2017 van Accell Group NV (Accell).1 Hierbij ging het om informatie over leningsvoorwaarden, volgens het FD ‘spreekt de fietsenfabrikant [in de openbaar gemaakte jaarrekening 2017, CvG] van een nettoschuld van € 177 mln. Maar in de enkele weken later stilletjes gecorrigeerde versie gaat het opeens om bankleningen van slechts € 100 mln’. Dat bericht roept allerlei vragen op, maar ik zal hier de neiging om die vragen te behandelen onderdrukken. In ieder geval hebben enerzijds de beleggersvereniging VEB, die spreekt van een ‘materiële en koersgevoelige fout’, en anderzijds Accell, in een bericht op de website direct stelling genomen.2 Het is niet verwonderlijk dat Accell in haar berichtgeving tracht te benadrukken dat slechts sprake is geweest van een (minor) adjustment, die enige weken na het uitbrengen van de jaarrekening is hersteld, zonder enige gevolgen voor het in die jaarrekening opgenomen vermogen en resultaat. Hoe dan ook: kennelijk is hier iets niet helemaal goed gegaan.

Ook een ander bericht dat in november 2018 veel publiciteit kreeg is gerelateerd aan fouten in de jaarrekening. Namelijk het feit dat de Minister van Financiën heeft aangekondigd dat een onafhankelijke Commissie Toekomst Accountancysector zal worden benoemd met als taak te adviseren over de vraag hoe de kwaliteit van wettelijke controles duurzaam geborgd kan worden.3 In zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft de Minister onder meer het volgende: ‘vandaag heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een uitgebreide analyse gepubliceerd inzake de kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector voor organisaties van openbaar belang (OOB).’ Het zal niet verbazen dat in deze analyse van de AFM ook de term ‘fouten’ regelmatig voorkomt, zoals bijvoorbeeld dat het aantal door de controlerend accountant (niet) ‘ontdekte materiële fouten of de mate waarin de accountant toestaat dat fouten niet worden gecorrigeerd’ kan worden gezien als een van de maatstaven voor kwaliteit van wettelijk verplichte accountantscontroles.4 Overigens, dat (niet-gecorrigeerde) fouten in een jaarrekening niet alleen aan de orde kunnen komen bij accountantscontrole blijkt uit een eveneens in november 2018 verschenen beslissing van de Accountantskamer (AK). De door de accountant samengestelde (concept)jaarrekening bevatte ‘door een foutieve boeking in het boekhoudprogramma’ een niet-materiële fout; de accountant is ‘op de (eigen) fout gewezen […] en heeft toegezegd deze te corrigeren, en dit – zonder reden – […] nagelaten’, volgens de AK een overtreding van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.5 Dat de wet- en regelgeving aangaande foutenherstel soms complex en (nog) niet bepaald waterdicht is, wordt in deze aflevering (TvJ 2018, nr. 6) uiteengezet in de bijdrage van Hoogendoorn en van Geffen getiteld ‘Fouten in de jaarrekening: Wet- en regelgeving’. Dit is voor een groot deel een update van een veelgeciteerd artikel dat enkele jaren geleden (in 2011) in dit tijdschrift is verschenen.6 Een update daarvan was dringend nodig, ook al omdat er voor wat betreft regelgeving inmiddels het een en ander is gewijzigd, met name – voor verslagjaren aangevangen of na 1 januari 2016 – in de RJ-bundel van de Raad voor de Jaarverslaggeving.7

In haar artikel ‘Fouten in de jaarrekening en de externe accountant’ gaat Brink-van der Meer uitgebreid in op deze problematiek. Zoals hierboven aangehaald: fouten maken is menselijk en ook externe accountants maken helaas wel eens fouten. Terecht concludeert de auteur dat er veel leemten in wet- en regelgeving zijn indien een accountant de jaarrekening heeft gecontroleerd. Hierbij wordt ook ingegaan op het fenomeen van de (bestuurs)mededeling die met accountantsverklaring moet worden gedeponeerd bij het handelsregister indien de openbaar gemaakte jaarrekening achteraf gezien niet het wettelijk vereiste inzicht geeft (art. 2:362 lid 6 BW). Daarover bestaat nog wel eens discussie in de literatuur.8 In de uitspraak van de Ondernemingskamer uit begin 2018 inzake de jaarrekeningprocedure rond de jaarrekening 2016 van Steinhoff International Holdings NV kwam het ‘onbegrip’ over dit fenomeen ook weer aan de orde.9

In deze aflevering ook een artikel van Huizink getiteld ‘Aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen voor fouten in de jaarrekening’. Het is voor bestuurders uiteraard uiterst onhandig dat er een fout staat in de openbaar gemaakte (financiële) informatie (zie boven). In dat kader is het opmerkelijk dat uit het in deze aflevering opgenomen praktijkonderzoek van Kamp, getiteld ‘Fouten in de jaarrekening in de praktijk’, blijkt dat de recente wetgeving die – met ingang van boekjaar 2016 (kleine-) respectievelijk boekjaar 2017 (middelgrote-) – rechtspersonen verplicht om de vastgestelde jaarrekening elektronisch te deponeren bij het handelsregister,10 een opmerkelijk nevengevolg heeft. Het verplichte gebruik van het elektronisch voorgeschreven format (SBR/NT, Nationale Taxonomie) heeft blijkbaar mede tot gevolg dat er meer fouten worden gemaakt, juist fouten die bij een jaarrekening ‘op papier’ niet voor zouden (kunnen) zijn gekomen. Dat laatste zou ook voor bestuurders van ondernemingen een uiterst onaangename constatering moeten zijn, immers, de door de bestuurders opgestelde en door het daartoe bevoegde orgaan vastgestelde jaarrekening moet door het bestuur (in de juiste vorm) worden gedeponeerd bij het handelsregister. Ten slotte wordt in deze aflevering door Dieleman in een artikel getiteld ‘Bestuursverslag en foutherstel’ ingegaan op de (niet-financiële) rapportage door bestuurders in het bestuursverslag, ook daarbij kunnen immers helaas fouten gemaakt worden.

Wat mij betreft heeft de redactie van het Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht er bijzonder goed aan gedaan een themanummer te wijden aan dit belangrijke onderwerp. Fouten maken is uiteraard nooit prettig, zeker niet in openbare verslaggeving, maar na ontdekking daarvan is zo spoedig mogelijke ('onverwijlde') transparantie en foutherstel (bijna altijd) geboden.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. dr. C.J.A. van Geffen
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvJ/15274

Verder in 2018 nr.6

 Fouten in de jaarrekening

Het is vervelend als er (achteraf) geconstateerd moet worden dat er dingen mis gegaan zijn. Dat is uiteraard niet anders bij jaarverslaggeving. Het aloude gezegde leert ons dat fouten maken nu eenm...

 Fouten in de jaarrekening: Wet- en regelgeving

In juni 2011 verscheen in dit tijdschrift een artikel van onze hand onder de titel ‘Fouten in de jaarrekening’ (Hoogendoorn en van Geffen, 2011).[2] Nog steeds, zeven en een half jaar l...

 Fouten in de jaarrekening en de externe accountant

Indien het bestuur van een rechtspersoon bij het opmaken van de jaarrekening[2] een fout[3] maakt, zal de eerste gedachte bij veel gebruikers van de jaarrekening zijn, dat de externa ac...

 Aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen voor fouten in de jaarrekening

In een themanummer over fouten in de jaarrekening mag een verhandeling over aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen van naamloze en besloten vennootschappen voor dergelijke ...

 Fouten in de jaarrekening in de praktijk

1. Praktijkonderzoek Elders in dit themanummer komt de wet- en regelgeving omtrent fouten in de jaarrekening aan de orde. In dit artikel wordt gekeken naar de praktijk van de jaarverslaggeving. Ho...

 Praktijkvraag - Bestuursverslag en foutherstel

Dit themanummer van TvJ gaat vooral over foutherstel in de jaarrekening. Minstens zo interessant is de vraag hoe moet worden omgegaan met foutherstel in het bestuursverslag.[2] Ik beper...