Fake it till you make it
M. Weij1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Nepnieuws en desinformatie houden de gemoederen flink bezig. Op het moment van het schrijven van dit redactioneel, lees ik dat Amerikaanse televisiezenders een toespraak van President Trump hebben afgebroken wegens het doen van onjuiste uitspraken. Volgens mij is dit “unpresidented”.
Maar ook in Nederland zijn er voorbeelden van het ingrijpen bij nepnieuws of desinformatie. Zo zijn Maurice de Hond en Lange Frans pardoes van een social media platform gegooid wegens strijd met de spelregels van het platform. Je kunt je hierbij overigens de vraag stellen hoe transparant hier wordt gehandeld door dergelijke platformen. Er wordt weinig tot niets toegelicht over het handelen in strijd met de spelregels, en je kunt ook niet even contact met het platform opnemen. Idem voor Uber die chauffeurs van haar platform gooit, maar dat is dan weer een andere discussie natuurlijk.
Bij het fenomeen nepnieuws via social media, wordt de link met de Bigtech US platformen en hun algoritmes al snel gelegd. Zeker na het uitbrengen van The Social Dilemma.
En laten we eerlijk zijn: de tijd van een neutraal internetplatform is voorbij. Ik denk dat velen dit met me eens zijn. Ik roep dit trouwens al veel langer, juist omdat de meeste internetplatforms zelf eigen spelregels hanteren. Als een platform zelf voorwaarden en eisen stelt aan de inhoud van de content, ben je dus geen neutraal doorgeefluik meer. En vóór Corona, zaten de platforms minder strak op de naleving van hun eigen regels. Dat heeft – helaas – tot enkele schrijnende gevallen gezorgd zoals bijvoorbeeld de “Chantal Werkendam” zaak rondom wraakporno. Ok, dat gaat niet over nepnieuws, maar de essentie is hetzelfde: het is lastig iets van een platform gedaan te krijgen, terwijl de uitkomst onder de eigen spelregels evident is. Je kunt veel van Peter R. de Vries zeggen of vinden, maar zonder zijn hulp had Chantal het gevecht tegen Facebook niet aangekund.
Er doemen verschillende trends en benaderingen op in de aanpak van negatieve effecten op social media plaforms. Ik maak me in dit verband eerlijk gezegd wel zorgen om de trend die Europa heeft ingezet. Dit lijkt eerder op een hetze tegen de social media platformen en hun algoritmes. Allereerst, voor wat betreft de verantwoordelijkheid voor ongewenste content, slaat Europa nu door de andere kant op. Namelijk naar zo ongeveer “je bent eigenlijk al aansprakelijk, tenzij”. En typisch Europees: als ‘t platform de content niet als de sodemieter verwijdert, volgt er een hele dikke boete. Deze trend is - als je het mij vraagt - vooral (weer) ingegeven door de macht en invloed van de US Bigtech proberen in te perken. Niet voor niets is de Dutch Startup Association een lobby gestart om een uitzondering op deze aansprakelijkheid voor Europese startups te krijgen. Want het gevolg van een dergelijk keurslijf is dat je de markt voor nieuwkomers blokkeert althans ernstig beperkt. Daarmee speel je de US Bigtech eerder in de kaart wat mij betreft.
Maar ook in Nederland zie je een trend die zich richt op de grote platformen. Zo bevat het Aanvalsplan Desinformatie van D66 onder andere het volgende:
“Maak algoritmes openbaar en inzichtelijk voor de gebruiker. Stel een nationale algoritme-waakhond in en laat toezichthouders kritisch kijken naar de maatschappelijke impact. Stel een wettelijke zorgplicht in die techreuzen dwingt om duidelijke wetsovertredingen, zoals berichten die haatzaaien, oplichten of misleiden, binnen 24 uur te verwijderen.”
Als je het mij vraagt, ligt de oplossing niet bij de social media platformen zelf. Ze hebben eigenlijk al bewezen hier niet goed mee om te kunnen gaan. Laat staan als je ze nu dwingt via strenge regulering. En laten we eerlijk zijn: het is ook niet altijd even makkelijk om de grens tussen vrijheid van meningsuiting en desinformatie te bepalen.
Dus laten we vooral die platformen niet zelf bepalen wat we wel of niet mogen zien. En dat geldt ook voor commissies die die platformen zelf instellen. Dat staat nog te dichtbij, daargelaten dat die waarschijnlijk ingevuld worden met het old boys network.
Mijn invalshoek: maak gebruik van de crowd! Dus laat de gebruikers van een platform beslissen, althans geef ze in ieder geval een stem. Ik werd hierbij enigszins geïnspireerd door het digitaal jaarcongres van de Vereniging voor Privacy Recht, waarbij je kon stemmen op vragen uit het publiek aan de sprekers. Dus: iedere stem telt. En dat model past goed in een democratische rechtstaat als je het mij vraagt.
Maar stemmen over content voor ons mooie tijdschrift is gelukkig niet nodig. De kwaliteit van de kopij is hoog. En er is ook veel aanbod. Daar zijn we als redactie trots op. Veel leesplezier weer met echte informatie die ertoe doet!