Tijdschrift voor Financieel Recht 2014 nr. 7/8

Opwaardering van pensioenen

prof.mr. R.H. Maatman* Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Tot de eeuwwisseling werden pensioenen en pensioenfondsen niet als buitengewoon boeiend ervaren. Met beleggen, vermogensbeheer, ondernemingsrecht (‘corporate governance’) en financieel recht kon je voor de dag komen. Ik spreek uit ervaring - als jurist die twintig jaar bij ABP heeft gewerkt. Pensioenverplichtingen, het pensioencontract en prudentieel toezicht was meer iets voor actuarissen. Juristen die zich daarmee bezig hielden, deden dat ergens in de ‘dode hoek’ van een pensioenfonds.

De passiva van het pensioenfonds speelden überhaupt amper een rol van betekenis. Tot 2003 werden pensioenverplichtingen contant gemaakt tegen een vaste rekenrente van 4%. Als dat vandaag nog zo was, hadden veel pensioenfondsen een dekkingsgraad van rond de 150%. Bovendien groeiden de bomen tot in de hemel. Elk financieel probleem kon moeiteloos worden opgelost of weggepoetst met beleggingsrendementen waar we nu slechts van kunnen dromen. Zo memoreert het DNB jaarverslag 1998: ‘Het rendement op aandelen, berekend op basis van de cbs-herbeleggingsindex algemeen, bedroeg ruim 22% (1997: 45%; 1996: 40%).’ Ik kan mij een strategisch ABP-beleggingsplan herinneren uit die jaren. Daarin werd uitgegaan van een langjarig gemiddeld rendement op aandelen van 15%. Er was kritiek op dat plan: pessimistisch en te weinig ambitieus…

Hoe anders is dat nu, in velerlei opzichten. Het zwaartepunt van de pensioenfondsbalans verschuift van de activa naar de passiva. De pensioenverplichtingen worden sinds een jaar of tien verantwoord tegen marktwaarde. Door de dalende kapitaalmarktrente kunnen we de stijgende verplichtingen nauwelijks bijbenen met beleggingsresultaten. Gelijktijdig stijgt de gemiddelde levensverwachting en neemt de uitkeringsduur toe. Door de vergrijzing moeten pensioenpremies worden opgebracht door een krimpend deel van de bevolking.

Het pensioenvermogen is gegroeid tot EUR 1000 miljard en dreigt een luxeprobleem te worden. Zijn we in staat een waardedaling van bijvoorbeeld 10% - 20% op te vangen en hoe moeten we die pijn verdelen? Sinds de kredietcrisis van 2008 is dat niet langer een academische vraag.

Ook juridisch hebben pensioenen een opwaardering ondergaan. Pensioen werd vroeger (zij het ten onrechte) vereenzelvigd met een product van sociale zekerheid. Het vindt echter zijn grondslag in een buitengewoon interessante civielrechtelijke relatie. De pensioenovereenkomst is uitzonderlijk door zijn extreem lange looptijd (80 jaar is geen uitzondering), door zijn onvolledigheid (veel blijft ongeregeld) en zijn complexiteit (ingebed in de pensioendriehoeksverhouding tussen werknemer, werkgever en pensioenuitvoerder). Het pensioenfonds is een verzekeraar en een fiduciair eigenaar. Er kunnen verbindingen worden gelegd met het verzekeringsrecht, de overeenkomst van opdracht, arbeidsrecht, rechtspersonenrecht en het trustrecht. Wat wil een civilist nog meer?

Pensioenen blijken van grote maatschappelijke betekenis. Een Nederlander met een modaal inkomen die 40 jaar heeft gewerkt is miljonair in termen van opgebouwd pensioenvermogen. Als het mis gaat met pensioenen en pensioenfondsen wordt 90% van onze bevolking in financiële zin direct geraakt. Pensioenen zijn bepalend voor de financiële stabiliteit van individuele ondernemingen en voor het welvaren van de Nederlandse economie als geheel. Pensioenfondsen vormen samen de grootste financiële sector van Nederland en hebben op kapitaalmarkten systeemrelevante invloed.

En toch… is een pensioenfonds geen financiële onderneming en is pensioen geen financieel product in de zin van de Wft. Toezicht op pensioenen en pensioenfondsen is voornamelijk geregeld in de Pensioenwet en niet in de Wft. In het Tijdschrift voor Financieel Recht is elke aflevering gewijd aan financieel recht, maar artikelen over pensioenen en pensioenfondsen zien wij daarin zelden.

Dat duidt op een zekere onderwaardering. Maakt onbekend onbemind?

Daarom is het goed dat dit dubbeldik zomernummer van het Tijdschrift voor Financieel Recht geheel is gewijd aan pensioenen en pensioenfondsen. Het doet recht aan het belang van dit onderwerp.

Barbara van der Graaf legt uit waarom een onderneming in control dient te zijn als het gaat om pensioenverplichtingen; zij schrijft over de impact van pensioenen op de financiële verantwoording door een onderneming. Teun Huijg en Paul Vestering leggen uit welke wegen een werkgever kan bewandelen om control te verkrijgen over zijn pensioenverplichtingen. Daarmee leggen zij een verbinding tussen de arbeidsrechtelijke en financieelrechtelijke aspecten van het pensioenrecht; tot nu toe zijn dat in hoge mate gescheiden werelden. Sijbren Kuiper schrijft over de verschillen tussen een pensioenfonds en een verzekeraar als pen-
sioenuitvoerder, mede vanuit marktordenings- en toezichtrechtelijk perspectief. De scheidslijnen blijken dun en niet altijd logisch. Louis Kuypers behandelt aspecten van het financieel toezicht op pensioenen en pensioenfondsen. Zijn bijdrage ‘ademt’ de cultuurverandering die gaande is bij DNB. In de rubriek ‘Rondom het nieuws’ vindt u actuele ontwikkelingen rond het solvabiliteitskader voor pensioenfondsen, de fiscale behandeling van pensioenen, de België-route voor pensioenen, de ontwikkeling van het algemeen pensioenfonds en de pensioenregeling voor zelfstandigen zonder personeel.

Er valt nog veel meer te zeggen over pensioenen, maar het Tijdschrift voor Financieel Recht wil het voor dit moment hierbij laten. Hopelijk vormt deze aflevering een aanzet voor meer bijdragen over pensioenvraagstukken in de toekomst. Daarmee krijgt het belang van pensioenen en pensioenuitvoerders erkenning in het financiële recht – en dat lijkt mij juist.

Als special purpose redacteur ad interim wil ik de auteurs hartelijk bedanken voor hun medewerking aan dit nummer. Namens hen én namens de redactie van dit tijdschrift spreek ik de hoop uit dat u dit themanummer lezenswaardig zult vinden.

Prof. mr. R.H. Maatman1

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
prof.mr. R.H. Maatman*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/11500

Verder in 2014 nr.7/8

 Opwaardering van pensioenen

Tot de eeuwwisseling werden pensioenen en pensioenfondsen niet als buitengewoon boeiend ervaren. Met beleggen, vermogensbeheer, ondernemingsrecht (‘corporate governance’) en financieel ...

 Onderneming, pensioenregeling en verslaglegging

Eerder dit jaar berichtte Het Financieele Dagblad dat Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen het afgelopen decennium zeker € 3 miljard hebben betaald om van de risico’s o...

 De-risking door aanpassing van de pensioenregeling

ABN Amro, ING, Rabobank en andere werkgevers hebben het afgelopen jaar hun pensioenregeling aangepast zodat het wel en wee van hun pensioenfonds geen effect meer heeft op hu...

 De keuze tussen pensioenfonds en verzekeraar

Nederland kent meerdere soorten pensioenuitvoerders van arbeidsvoorwaardelijke pensioenregelingen: pensioenfondsen, verzekeraars, premiepensioeninstellingen (hierna: PPI) en...

 Toezicht op pensioenen en pensioenfondsen

In dit artikel geef ik een overzicht van de ontwikkelingen van het prudentiële en materiële toezicht op pensioenen en pensioenfondsen door DNB tegen de achtergrond van de st...

 De uitleg van cessie- en verpandingsverboden na het arrest Coface/Intergamma - Een overwinning voor de banken en hun kredietnemers!…..in een achterhoedegevecht

De Hoge Raad heeft onlangs een belangrijk arrest gewezen over de maatstaf die moet worden aangelegd bij de uitleg van cessie- en verpandingsverboden.[1] De Hoge Raad oordeel...

 Rondom het nieuws Wetsvoorstel financieel toetsingskader

De houdbaarheid van het pensioencontract staat onder druk, nu we in de afgelopen 15 jaar zijn geconfronteerd met financiële schokken ten gevolge van 9/11, de kre...