De uitleg van cessie- en verpandingsverboden na het arrest Coface/Intergamma - Een overwinning voor de banken en hun kredietnemers!…..in een achterhoedegevecht
mr. M.H.E. Rongen*
De Hoge Raad heeft onlangs een belangrijk arrest gewezen over de maatstaf die moet worden aangelegd bij de uitleg van cessie- en verpandingsverboden.[1] De Hoge Raad oordeelt dat cessie- en verpandingsverboden dienen te worden uitgelegd naar objectieve maatstaven. De Hoge Raad formuleert een uitlegregel. Als uitgangspunt moet worden aangenomen dat cessie- en verpandingsverboden uitsluitend verbintenisrechtelijke werking hebben, tenzij uit de naar objectieve maatstaven uit te leggen formulering daarvan blijkt dat door partijen goederenrechtelijke werking is beoogd.
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Dit betekent waarschijnlijk dat als de bewoordingen van het beding er geen blijk van geven dat goederenrechtelijk effect is beoogd, het beding niet in de weg staat aan een geldige overdracht of verpanding van de vordering. Wel zal de schuldeiser door de vordering in strijd met het beding aan een derde te cederen of te verpanden wanprestatie plegen jegens de schuldenaar.In deze bijdrage zal het arrest van de Hoge Raad worden besproken. Daarbij zal worden bezien hoe het arrest Coface/Intergamma zich verhoudt tot het arrest Oryx/Van Eesteren, wat de betekenis van de uitlegregel is voor de praktijk en welke vragen zij oproept. Daarna komt aan de orde of uit het arrest iets is af te leiden met betrekking tot de mogelijkheid van verpanding van onoverdraagbare vorderingen. Eerst zal echter ter inleiding worden stil gestaan bij de betekenis en rechtsgevolgen van overdrachts- en verpandingsbedingen bij vorderingen op naam.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
2. Overdrachts- en verpandings- verboden bij vorderingen op naam
3. Onoverdraagbaarheidsbedingen vs. cessieverboden
4. Het arrest Coface/Intergamma
4.1 Feiten
4.2 Rechtbank en hof
4.3 Het oordeel van de Hoge Raad
5. Verhouding tot het arrest Oryx/ Van Eesteren
6. Betekenis en toepassing van de door de Hoge Raad geformuleerde uitlegregel
6.1 Toepassingsbereik van de uitlegregel
6.2 Relevante bronnen en feiten voor uitleg
6.3 Uitleg naar objectieve maatstaven, ‘met inachtneming van Haviltex’
6.4 Wanneer is goederenrechtelijke werking beoogd – expliciete verwijzing naar de wet vereist?
7. Kan een krachtens beding niet-overdraagbare vordering rechtsgeldig worden verpand?
8. Conclusie: een overwinning voor de banken en hun kredietnemers! … maar wel in een achterhoedegevecht