De keuze tussen pensioenfonds en verzekeraar
mr. S.H. Kuiper*
Nederland kent meerdere soorten pensioenuitvoerders van arbeidsvoorwaardelijke pensioenregelingen: pensioenfondsen, verzekeraars, premiepensioeninstellingen (hierna: PPI) en kapitaal gedekte buitenlandse instellingen in de zin van Richtlijn 2003/41/EG. Deze uitvoerders verschillen van elkaar. In dat artikel bespreek ik verschillen tussen pensioenfondsen en verzekeraars; deze verschillen zijn relevant bij de door ondernemingen te maken keuze voor een pensioenuitvoerder.Het merendeel van de Nederlandse werknemers met een pensioenregeling, wordt bediend door een pensioenfonds. Op de tweede plaats komen de verzekeraars. En, vooralsnog wat
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
meer aan de zijlijn, spelen premiepensioeninstellingen een rol als uitvoerder. Er is een verschuiving gaande binnen deze verdeling (par. 2). Het aantal pensioenfondsen is de afgelopen twee decennia sterk en snel teruggelopen. Het zijn vooral de ondernemingspensioenfondsen die liquideren. Daarmee is niet gezegd dat de werknemers van deze ondernemingen zonder pensioenuitvoerder komen te zitten. Werkgevers en werknemers zoeken naar een alternatief (par. 3). Dit alternatief kan (a) een ander, wellicht reeds bestaand, pensioenfonds, (b) een verzekeraar of (c) een PPI zijn. Dit scala aan keuzemogelijkheden wordt uitgebreid met een vierde optie, namelijk (d) het algemeen pensioenfonds, indien het parlement instemt met het inmiddels ter consultatie voorgelegde voorontwerp van een Wetsvoorstel algemeen pensioenfonds.De genoemde uitvoerders verschillen van elkaar (par. 4). Verplichte pensioensolidariteit komt bij fondsen bovenop de risicodeling die inherent is aan verzekeren. De doelstellingen en de zeggenschapsstructuren zijn anders. En, niet onbelangrijk, pensioenfondsen beschikken over ruimere mogelijkheden dan andere uitvoerders om hun verplichtingen te verminderen. Daartegenover staat dat elk van de genoemde uitvoerders een product met een tot op zekere hoogte vergelijkbare inhoud biedt (par. 5). Het betreft steeds de uitvoering van pensioenovereenkomsten van werknemers. Ongeacht het type uitvoerder gaat het dan om een op hoofdlijnen gelijksoortig contract, namelijk een verzekering in de zin van titel 7.17 BW. Deze genoemde verschillen en overeenkomsten tussen pensioenfondsen en verzekeraars spelen een rol bij de keuze van en de mogelijkheid om een pensioenuitvoerder te kiezen (par. 6).
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
2. Terugloop aantal pensioenfondsen
3. Uitvoerderskeuze
4. Pensioenuitvoerders
4.1 Definities
4.2 Regulering van het toezicht
4.3 Enkele onderlinge verschillen
5. Uitvoeringsovereenkomst
6. Slot