Panama Papers & integriteit Over de relatie met de ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking en witwassen
mr. A.B. Schoonbeek
In zijn nota ‘Toekomst financiële sector’ van 21 juni jl. constateert de minister van Financiën (MvF) dat de financiële sector er nog niet in is geslaagd het vertrouwen terug te winnen. Volgens hem versterken affaires zoals de Panama Papers het beeld van het ontbreken van voldoende integriteit in de financiële sector.1 Het draait in deze affaire om gelekte documenten die afkomstig zijn van het Panamese (trust)bedrijf Mossack Fonseca & Co. Het betreft (online) gegevens van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
meer dan 200.000 bedrijven, trusts, stichtingen en fondsen in 21 tax havens.2 Aangenomen wordt dat deze documenten informatie bevatten over particulieren en bedrijven die mogelijk via bepaalde constructies belasting trachten te ontduiken. Ook zou mogelijk sprake zijn van het verhullen van (de herkomst van) geldstromen of de identiteit van de ultimate beneficial owners (UBO’s). Hierna versta ik onder offshore structuren, structuren waarin vermogen of entiteiten in zogeheten belastingparadijzen (met bankgeheim) worden aangehouden.3 De Panama Papers hebben geleid tot een groot aantal (voorgenomen) acties. De affaire maakt duidelijk dat als een onderneming – al dan niet via medewerkers, bestuurders of cliënten – betrokken is bij offshore structuren, dit al snel negatief afstraalt op deze onderneming. Deze ontwikkelingen worden versterkt doordat de maatschappelijke en politieke opvattingen over wat wel of niet acceptabel is, verandert. Dit heeft tot gevolg dat ook indien offshore structuren volledig legitiem zijn het risico bestaat dat deze maatschappelijk toch als onaanvaardbaar worden gezien. Kortom, het risico van reputatieschade bij betrokkenheid bij offshore structuren is reëel. De ophef rondom de Panama Papers staat niet op zichzelf. De ontwikkelingen moeten worden gezien tegen de achtergrond van de internationale strijd tegen belastingontwijking en van witwassen en corruptie. Het doel van deze bijdrage is op hoofdlijnen een overzicht te geven van een aantal van deze ontwikkelingen.4 Ik focus mij daarbij op de financiële sector en de impact op financiële ondernemingen (onder toezicht staande instellingen, hierna aangeduid als OTSI). Ik ga hierna kort in op de eerste reacties naar aanleiding van de Panama Papers (hoofdstuk 2) en de hoofdlijnen van het integriteitstoezicht door DNB en de AFM (hoofdstuk 3). Daarna bespreek ik de ontwikkelingen in Europees verband op het gebied van bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking (hoofdstuk 4), de bestrijding van witwassen (hoofdstuk 5) en de laatste initiatieven naar aanleiding van de Panama Papers (hoofdstuk 6). Ik sluit af met enige aanbevelingen (hoofdstuk 7).
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.