Redactioneel
M. Sivro MSc, mr. A.L. Wilmink MSc en mr. B. Weerstra Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Compliance – In dit nummer richten we ons op crisis en incident management en interne onderzoeken (investigations). Er wordt gekeken naar waarom incidenten zich steeds blijven voor doen ook, of juist als, organisaties een hoger compliance niveau bereiken. We kijken naar de impact van cyber en een steeds virtuelere wereld op het managen van (cyber) crises en compliance incidenten. Naar de manier waarop de Nederlandse overheid en bedrijfsleven kunnen zorgen voor Nederland als integer exportland. Ook wordt geschreven over de noodzakelijkheid van regulering en professionalisering op het gebied van klachten over ongewenste omgangsvormen, vereiste onafhankelijkheid bij compliance onderzoek, en wetsontwikkeling op het gebied van klokkenluiden. Veel schrijvers combineren hun vraagstukken met praktische tips voor bedrijven en hun compliance afdelingen. We eindigen met een (meer) filosofische bijdrage van Edgar Karssing.
1.De tragiek van compliance
Muel Kaptein
Waarom doen zich steeds maar weer Integriteitsincidenten voor in organisaties? Waarom komen fraude, corruptie, diefstal en malversaties steeds maar weer terug, terwijl organisaties een goed compliance programma hebben en veel aandacht besteden aan risicomanagement en interne beheersing? De 'tragiek van compliance' verklaart mede waarom wanpraktijken blijven bestaan, waarom dit eigen is aan goede, integere en deugdelijke organisaties en waarom we niet wanhopig hoeven te worden. De auteur beschrijft hoe bij het verbeteren van het complianceniveau van organisaties tegenkrachten optreden en identificeert bij iedere tegenkracht twee tegeneffecten. Hij licht vervolgens toe hoe deze effecten ontstaan door de wijze waarop er tegen compliance wordt aangekeken vanuit integriteit, en pleit voor een gebalanceerde integriteitvisie op compliance. De auteur sluit af door per effect een maatregel aan te reiken die compliance officers kunnen treffen om de tragiek van compliance te adresseren.
2. Rethinking Cyber Crisis Management
Suzie Bernards, Kim Nendels, Erik Veldhuis en Pascal Huizinga
The changing cyber landscape puts enormous pressure on organizations. As the related threats rise, cybersecurity has become more and more important. In this article the authors describe how the changing and intangible nature of cyber incidents, and the potential of grave damage, merits a very thorough approach towards cyber crises that is (to some extent) different from other types of crises. Cyber crisis resilience is the desired outcome to allow organizations to withstand, contain and rapidly recover from cyber crises. A distinction is made between pre and post factors of crisis management which include amongst others cyber crisis management structures, cyber program integration and reflective learning. One of the key elements to ensure cyber crisis resilience is in leadership drive and involvement at the highest level.
3. Internal investigations in a virtual world
Nathan Prater en Myrthe Spetgens
Internal investigations are one of the most complex and (often) time-sensitive aspects of a compliance officer's role. Conventional wisdom has been that related activities such as collecting evidence, interviewing witnesses and engaging with management are best done in person. Remote or virtual investigations have certainly not been considered best practice. Then came the covid pandemic. The authors describe the impact of the pandemic on Integrity related incidents in their organization and the work of their Compliance team. They zoom in on the challenges of virtual investigations in for example interviewing key persons involved in an incident. They feel, however, that some of the new ways of working that were developed in response to the covid crisis increase efficiency and can be equally effective as more traditional investigatory methods. The authors end with clear tips that will help ensure that virtual investigations are successful.
4. Nederland vaart als exportland nog teveel op VOC-mentaliteit
Hetty van Rooij-Koolen
Het Nederlands bedrijfsleven staat in de top 5 van grootste exporteurs ter wereld. Tegelijk staat de Nederlandse overheid in de lijst van landen die corruptie door bedrijven het minst bestraffen. Aan de hand van recente wet- en regelgeving rondom anticorruptie beschrijft de auteur hoe compliance en VOC-mentaliteit kunnen samengaan, met compliance als hoeder van de integere VOC-koers binnen de grenzen van zorgvuldig, betrouwbaar en eerlijk zakendoen. Ook op lange termijn willen we als land in de exporttop blijven. Voor het varen van een integere en beheerste VOC-koers zijn zowel overheid als bedrijfsleven nodig.
5. Interne onderzoeken naar klachten over ongewenste omgangsvormen: tijd voor regulering en professionalisering
Alie Kuiper
Organisaties worden steeds vaker geconfronteerd met klachten en meldingen over ongewenste omgangsvormen. De auteur legt in haar artikel uit dat onder meer #Metoo en Black Lives Matter zorgen voor een grotere bewustwording van grensoverschrijdend gedrag en een toenemende bereidheid hier melding van te doen. Organisaties staan voor de opdracht deze meldingen en klachten zorgvuldig te onderzoeken maar heldere kaders waarbinnen dat moet gebeuren ontbreken. De auteur beschrijft dat interne onderzoeken naar klachten en meldingen over ongewenste omgangsvormen een betere regulering vereisen. Internationaalrechtelijke en Nederlandse sociaal-politieke en maatschappelijke initiatieven kansen bieden kansen voor de ontwikkeling van wettelijke kaders. De auteur licht recente ontwikkelingen toe die moeten leiden tot verdere professionalisering van onderzoek naar, en aanpakken van ongewenste omgangsvormen.
6. Compliance en integriteitsonderzoek: graven naar de waarheid
Caroline Raat
In deze bijdrage staan enkele aspecten van intern onderzoek op het gebied van compliance, en vooral van meldingen van vermoedens van inbreuken en misstanden op grond van de komende Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) centraal. Noch de wet, noch interne regelingen en handleidingen van onder meer het Huis voor klokkenluiders, bieden hiervoor voldoende houvast. Dat is in het verleden problematisch gebleken en dat is het nog steeds. Allereerst gaat de auteur in op waar het om zou moeten gaan: waarheidsvinding. De auteur bespreekt waarheid als een ideaal waarnaar de onderzoeker en zijn opdrachtgever moeten streven. Om dat te doen, is methodologisch onderzoek nodig, door een onafhankelijke, onpartijdige en deskundige onderzoeker. De vraag is of juristen – waaronder compliance- of kwaliteitszorgjuristen, maar ook advocaten – voor dit graafwerk voldoende zijn geëquipeerd. Ook bespreekt de auteur de vraag of 'eigen onderzoekers' wel de nodige afstand tot de opdrachtgever en het onderwerp van onderzoek kunnen bewaren. Tot slot worden zes waarden van onafhankelijk onderzoek besproken.
7. Change to arrive at the (European) whistleblowing landscape
Laura Klapwijk, Linda Schut en Denise van de Water
Almost two years ago, the European Whistleblower Directive came into force. The goal of this Directive is aimed at improving Whistleblower protection across the EU as the protection across the EU member states was deemed very fragmented and fear of retaliation was believed to be the main reason why few people reported breaches. The deadline to transpose the Directive to national law is set for December 2021. The expectation is that the impact of the Directive will be strongly felt by legal entities in both the public and private sector as (in most instances) the Directive will lead to stricter national legislation and therefore stricter legal obligations. This can affect the manner in which organisations operate their current reporting channels, the way (and the speed) in which feedback has to be provided to the whistleblower and the level of attention for (the protection of) whistleblowers in general. In this article, the authors make a deep dive into the key obligations of the new directive and its impact for organisations.
8. Uit de boekenkast van de bedrijfsethiek (82)
Edgar Karssing
In zijn vaste bijdrage bespreekt de auteur twee artikelen van Bert Musschenga over het duaal procesmodel in de morele psychologie.
Mirna Sivro, Bartheke Weerstra en Anne-Claire Wilmink