Cultuur, Ethiek en Compliance
dr. ir. E. Rogge, mr. B. Weerstra en mr. A.L. Wilmink MSc Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Redactioneel
Het thema van de het tweede nummer is 'Cultuur, Ethiek en Compliance'. Dit betreft complexe begrippen die binnen elke organisatie iets anders kunnen betekenen. Het verbeteren of van buitenaf opleggen van bepaalde verwachtingen omtrent cultuur is een ingewikkelde aangelegenheid en niet altijd even succesvol. Regelgeving, doelstellingen, en handhaven van cultuur zijn geen eenvoudige kwesties. Uiteraard mag de maatschappij desalnietemin wel bepaalde verwachtingen hebben omtrent gedrag, integriteit en ethiek binnen organisaties. In dit nummer wordt deze complexiteit vanuit verschillende invoelshoeken en voor verschillende sectoren besproken.
Alain Hoekstra leidt het eerste artikel in met de bevestiging dat uit beleidsmaktig onderzoek naar voren komt dat integriteitsmanagers de procesmatige aspecten van integriteitsmanagement zwak ontwikkeld achten. Alain staat stil bij het belang van integriteitsmanagement en gaat in op de complexiteit daarvan. Vervolgens wordt een model gepresenteerd dat de complexiteit hanteerbaar maakt. Integriteitsfunctionarissen en ethics & compliance officers krijgen een instrument gepresenteerd dat zij kunnen gebruiken om het integriteitsbeleid van hun organisatie door te meten en te verbeteren.
Het extern toezicht op cultuur, ethiek en compliance staat centraal in het tweede artikel. Filip van den Berg, Irene Mostert, Tessa Coffeng en Elianne van Steenbergen beschrijven het probleem dat externe toezichthouders geen onderdeel uitmaken van de cultuur die zij beoordelen. Om dat probleem op te lossen beoordeelt de Autoriteit Financiële Markten niet de organisatiecultuur zelf, maar de stand van die cultuur zoals omschreven door organisaties zelf, en of, en hoe organisaties werken aan verbetering. De minimale verwachting is dat ondernemingen grip proberen te krijgen op moeilijk tastbare onderwerpen, zoals cultuur en voorbeeldgedrag. Van de zeer professionele ondernemingen wordt verwacht dat zij afstand nemen en zelf onderzoeken of zij die grip hebben, en of zij met hun plannen hun beoogde doelen bereiken.
De wellicht grootste paradigmaverschuiving in ons denken over regelgeving en handhaving in de laatste 15 jaar is beïnvloed door inzichten uit de gedragswetenschappen. Het traditionele mensbeeld waarop veel regelgeving- en handhaving strategieën zijn gebaseerd (de mens als een rationeel en zelfzuchtig wezen) is aan het verschuiven naar een meer accuraat beeld (de mens als onderhavig aan cognitieve beperkingen en irrationaliteit). In het derde artikel bespreekt Jeroen van der Heijden vier recente boeken die elk een ander aspect van gedragswetenschappen aanstippen als relevant voor het verbeteren van regelgeving en handhaving. Het artikel sluit af met een reflectie op de complementariteit van de vier aspecten die in deze boeken worden besproken.
Enkele jaren geleden zijn naar aanleiding van de financiële crisis van 2008 de bankierseed en het bancair tuchtrecht in het leven geroepen. De doelstelling was het verbeteren van het gedrag en cultuur binnen de sector en daarmee het terug winnen van het vertrouwen van de maatschappij. Recentelijk zijn drie onderzoeksrapporten verschenen om te beoordelen of dit doel ook daadwerkelijk is bereikt: van De Nederlandsche Bank; van het Nederlands Compliance Instituut; en van Erasmus School of Law in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken. Aleksander Grocz en Ebbe Rogge bespreken en vergelijken de uitkomsten van deze drie rapporten.
Compliance wordt doorgaans gebruikt om aan te duiden dat aan de geldende wettelijke regels wordt voldaan. In zijn artikel betoogt Martin de Bree dat naleving van regels niet automatisch betekent dat het beoogde maatschappelijke doel wordt bereikt. Er zijn regels die gedrag reguleren dat niet schadelijk is en ook is er schadelijk gedrag dat niet is gereguleerd. Eén van de oorzaken van deze mismatch is dat de wereld complex en dynamisch is waardoor de uitwerking van regels in specifieke situaties onvoorspelbaar wordt. In het artikel wordt gepleit om bij toezicht en compliance het doel centraal te stellen en ons niet meer blind te staren op de letter van de wet.
In het laatste artikel betoogt Michael van Woerden dat overheden meer zouden kunnen doen om ethiek en effectieve compliance programmas af te dwingen bij grote bedrijven. De overheid heeft immers veel invloed door het uitbesteden en toebedelen van grote projecten. Daarnaast blijft het voor bedrijven belangrijk hun partners in de leveringsketen aan te spreken op het hooghouden van ethiek en compliance standaarden. Tot slot beargumenteert de auteur dat het, in het geval van vervolging en het opleggen van sancties, zou kunnen helpen om deze maatregelen op te schorten onder de voorwaarde dat het compliance programma aanzienlijk wordt verbeterd.
Namens de redactie veel leesplezier gewenst,
Ebbe Rogge, Bartheke Weerstra en Anne-Claire Wilmink