Tijdschrift voor Zakenrecht
2019 nr. 3/4
Redactie
Hoofdredactie mr. M.K. Daverschot mr. P.L. Visser
|
Redactie mr. P. G. Bekkers H.R.P. Dumatubun mr. K. Everaars mr. J.W.A. Hockx prof. mr. L.P.W. van Vliet mr. D. Wumkes
|
Vaste medewerkers prof. mr. dr. F.J. Vonck mr. dr. L.F.A. Welling-Steffens
|
Redactiesecretaris(sen) mr. M. Monrooij
|
Artikel
mr. R.A. Bol1In dit artikel wordt ingegaan op welke bijzondere aspecten er kunnen spelen bij toestemmingsvereisten en voorwaarden welke verbonden kunnen worden aan de overdracht van een recht van erfpacht. abonneren of dit artikel kopen.
mr. R.L. Peutz en mr. P.G. Bekkers1Een in de praktijk veel gestelde vraag is of het mogelijk is de verhuur van een appartementsrecht bij akte van splitsing volledig te verbieden; een zogenoemd ‘algeheel verhuurverbod’. Gezien het feit dat door de marktontwikkeling het kopen van onder andere woningen als beleggingsobject een zeer hoge vlucht neemt, is deze vraag (weer) actueel. Ook de commerciële korte verhuur in de zin van Airbnb, Short-stay, Bed & Breakfast e.d. valt in sommige plaatsen bijna niet meer te beteugelen. Voor dit laatste is het inmiddels vaste jurisprudentie dat dergelijke korte verhuur niet heeft te gelden ... abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentie
mr. A. Furr en mr. T. van Hemert1
De casus van het vonnis Rechtbank Midden-Nederland 9 mei 2019 stelt de vraag aan de orde of een erfpachtrecht voor bepaalde tijd na afloop van de (verlengde) erfpachttermijn eindigt dan wel of er een verplichting bestaat voor de erfverpachter tot het voortzetten casu quo (opnieuw) verlengen van de erfpachttermijn. De rechtbank volgt in casu de tekst van de erfpachtvoorwaarden, ziet geen ruimte voor een aanvullende of corrigerende werking van de redelijkheid en billijkheid en concludeert derhalve dat geen sprake is van een verplichting voor de erfverpachter om het e... abonneren of dit artikel kopen.
mr. M.K. Daverschot1Annotatie bij arrest Hof dat ingaat op de uitleg van een notariële akte en de daarin vervatte erfdienstbaarheid. Het Hof heeft uitgemaakt dat de erfdienstbaarheid geldig was gevestigd, ondanks dat de in de akte vermelde tekening niet was ingeschreven in de openbare registers. Die tekening was uitsluitend bepalend voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid; geen vereiste voor vestiging. abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentieoverzicht
mr. J. Vossenberg en mr. F. Brandse1Kan een opdrachtenportefeuille als zodanig worden verpand? (art. 3:228 BW)Gerechtshof Amsterdam 17 september 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3459In april 2008 heeft ING Bank kredietovereenkomsten gesloten met een drietal B.V.'s actief in de makelaardij. De kredietovereenkomsten fungeerden tevens als pandakte waarin werd beoogd om onder meer het volgende te verpanden: ‘… alle huidige en toekomstige Bedrijfsactiva zoals omschreven in de Algemene Bepaling van Pandrecht …’. Onder de definitie van Bedrijfsactiva in de Algemene Bepalingen van Pandrec... abonneren of dit artikel kopen.
Vorige edities
2024
2023
2022
2021
2020
Eerdere edities kunt u doorzoeken in het archief.
RSS