Financial literacy en de gemiddelde consument
mr. W.M. Schonewille LL.M. MiF en mr. C.M. Verhage*
Nederlanders hebben in de afgelopen jaren steeds meer
eigen verantwoordelijkheid gekregen voor hun financiële
beslissingen. De overheid stelt steeds minder financiële
en sociale zorg ter beschikking zodat het publiek op
zichzelf is aangewezen om de benodigde voorzieningen te
treffen.1 Het aantal burgers dat direct of indirect actief
is op de vermogensmarkten is dan ook toegenomen.2
Bovendien zijn steeds nieuwe financiële producten en
diensten ontwikkeld, die vaak complex zijn.
De verschuiving van verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid
naar de
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
burger veronderstelt dat de
burger in staat is zelfstandig financiële beslissingen te
nemen. Om de burger hiertoe in staat te stellen, zijn de
informatie- en waarschuwingsverplichtingen voor financiële
ondernemingen stevig toegenomen. De relevante regelgeving
tracht te waarborgen dat de consument daadwerkelijk,
volledig en juist wordt geïnformeerd. Het is
echter maar zeer de vraag of de gemiddelde Nederlandse
burger voldoende in staat is de verstrekte informatie en
waarschuwingen te begrijpen en te doorgronden. Het
Gerechtshof in Den Bosch lijkt daarvan niet overtuigd:
‘De gemiddelde consument zal doorgaans immers niet
op de hoogte zijn van de werking van financiële markten
en hoeft dat ook niet te zijn’.3 Andere jurisprudentie is
echter bijzonder genuanceerd.
Bij het opstellen van het informatiemateriaal (brochure,
prospectus, overeenkomst) moet worden uitgegaan van
de gemiddelde consument. Uit rechtspraak blijkt dat de
rechter een vrij hoog kennisniveau veronderstelt bij die
gemiddelde consument en dus geregeld meent dat het
verstrekte informatiemateriaal voldoet aan de regelgeving.
Wij menen echter dat de kennis en kunde van de
gemiddelde consument wordt overschat. Wij zien een
aanzienlijke kloof tussen hetgeen een consument door
deze rechtspraak verondersteld wordt te begrijpen en
hetgeen hij daadwerkelijk begrijpt.
Daarnaast kan een klant ook wel eens een benedengemiddeld
geïnformeerde consument zijn. Dat betekent
dat in theorie voldaan kan zijn aan alle formele informatie-
en waarschuwingsplichten, maar dat de consument
de verstrekte informatie toch niet heeft kunnen doorgronden.
De norm van begrijpelijkheid voor de gemiddelde
consument is dan gehaald, maar het doel voor deze
consument is niet bereikt. Dit veroorzaakt een mogelijk
spanningsveld binnen financiële ondernemingen.
Moet bij het inrichten van processen, het opstellen van
informatiemateriaal en het geven van adviezen worden
uitgegaan van de norm zoals vastgesteld in wetgeving en
rechtspraak of van de daadwerkelijke consument? Deze
laatste vraag is in de kern geen juridische vraag, maar
meer een morele vraag. Wat als de verstrekte informatie
juridisch gezien prima door de beugel kan, maar eigenlijk
niet aansluit bij de financiële kennis en kunde van
de consument? Het gevaar bestaat dat (de verdenking
ontstaat dat) gebruik wordt gemaakt van de financiële
onkunde van de consument om producten makkelijker
aan de man te brengen, zonder daarbij de regels te overtreden.
Financiële ondernemingen zouden zichzelf echter
ook een strengere norm kunnen opleggen door zich bij
de informatieverstrekking bewust te zijn van de lage
financiële kennis en vaardigheden van de consument.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.