Klokkenluiders, Compliance en cultuur
dr. J. Gijsenbergh
Klokkenluiders confronteren zowel zichzelf als hun omgeving met zware morele dilemma’s. Werknemers die een misstand binnen hun bedrijf of overheidsdienst op het spoor komen, worstelen met de vraag of zij dat aan het licht moeten brengen. En zo ja, moeten zij dan eerst gebruik maken van interne meldprocedures, of mogen zij hun kennis zonder toestemming van hun superieuren met de buitenwereld delen? Deze werknemers moeten bepalen wat er voor hen zwaarder weegt: hun professionele plicht
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
om bedrijfs- en staatsgeheimen te bewaren, of hun burgerplicht om het publiek te waarschuwen voor corruptie, fraude en ander wangedrag? Daar komt nog een persoonlijk dilemma bij: als medewerkers besluiten om hun werkgever in een kwaad daglicht te stellen, riskeren zij verzuurde verhoudingen op de werkvloer, een einde aan hun carrière en – in extreme gevallen – zelfs juridische vervolging. Is dat het allemaal wel waard? Dit zijn lastige gewetensvragen, maar uiteindelijk zijn klokkenluiders overtuigd dat zij geen keus hebben. Zij kunnen het niet langer over hun hart verkrijgen om het stilzwijgen te bewaren en treden daarom in de openbaarheid. Daarmee plaatsen klokkenluiders vervolgens de buitenwereld voor een uitdaging. Hoe moeten werkgevers, collega’s, de overheid en de media reageren op hun onthullingen? Vooral compliance officers moeten een antwoord vinden op die vraag. Als hoeders van de integriteit van de onderneming en diens werknemers, raken zij per definitie nauw betrokken bij insiders die de beerput opentrekken. Enerzijds verwelkomen en beschermen compliance officers de klokkenluider als natuurlijke partner, aangezien beiden malversaties signaleren. Anderzijds moeten compliance officers echter rekening houden met de mogelijkheid dat klokkenluiders zelf niet integer zijn. Het is mogelijk dat zij uit rancune uit de school klappen. En zelfs als klokkenluiders ter goeder trouw zijn, overtreden zij vaak de bedrijfsregels. Meestal wachten zij geen toestemming af, maar opereren zij op eigen houtje. Daarin verschillen zij wezenlijk van compliance officers, die zijn aangesteld om toezicht te houden. Dat roept de vraag op in welke gevallen klokkenluiden legitiem is en hoe compliance officers ermee moeten omgaan. Dat roept de vraag op in welke gevallen klokkenluiden legitiem is en hoe compliance officers ermee moeten omgaan. Dit artikel pretendeert niet hét definitieve antwoord op deze complexe vraag te bieden. Integendeel, deze historische beschouwing brengt juist de grote verscheidenheid aan reacties op klokkenluiders in kaart Dit artikel pretendeert niet hét definitieve antwoord op deze complexe vraag te bieden. Integendeel, deze historische beschouwing brengt juist de grote verscheidenheid aan reacties op klokkenluiders in kaart. Al minstens vijftig jaar zoeken werkgevers, autoriteiten, de media en academici naar de beste manier om met klokkenluiders om te gaan. Hun reactie hing af van hun denkbeelden over democratische burgerrechten en -plichten, transparantie en integriteit. Hun opvattingen waren veranderlijk, zo leert de geschiedenis ons. Allereerst schets ik de historische achtergrond van het huidige publieke debat over klokkenluiders. Paragraaf twee behandelt de groeiende waardering voor klokkenluiders in de Verenigde Staten vanaf circa 1970, terwijl paragraaf drie laat zien hoe Nederland dit voorbeeld volgde vanaf medio jaren tachtig. Ik bespreek zowel de private als de publieke sector, omdat beide onderwerp waren van debat. Vervolgens geeft paragraaf vier een globaal overzicht van de ontwikkelingen in de wetenschappelijke literatuur. Daaruit blijkt dat ook academische reacties op klokkenluiders aan verandering onderhevig zijn geweest. In die zin waren academici kinderen van hun tijd. Dat betekent dat wetenschappers geen neutrale, tijdloze uitweg kunnen bieden uit de dilemma’s waar klokkenluiders en hun omgeving mee worstelen. Academici kunnen echter wel aantonen dat compliance officers – en anderen betrokkenen – de oplossing in de culturele hoek zouden moeten zoeken. Mijn historische analyse laat zien dat wet- en regelgeving niet afdoende was om de problematiek rondom klokkenluiden naar wens af te handelen. Vandaar dat compliance officers zich niet moeten blindstaren op de juridische kaders. Bovenal moeten zij rekening houden met de waardepatronen binnen hun organisatie en de maatschappij. Die normen bepaalden altijd al hoeveel ruimte werknemers kregen om misstanden aan het licht te brengen. Dit hing af van denkbeelden over wat integer gedrag eigenlijk inhoudt: loyaliteit tegenover collega’s en werkgevers, of loyaliteit tegenover het publiek? Dat, zo concludeert dit artikel, is de belangrijkste vraag die compliance officers zich zouden moeten stellen. Bij de beantwoording daarvan kunnen zij inspiratie ontlenen aan de historische en wetenschappelijke voorbeelden uit dit artikel.
UÂ heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.