De grenzen van de macht
mr. R.J.J. Westerdijk1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.De rechtsstaat dient beschermd te worden, en dat gebeurt door politie, justitie en voor de echt serieuze zaken de veiligheidsdiensten, in ons land de AIVD en de MIVD. In onze en de meeste Westerse samenlevingen is de rechtsstaat een democratische, en dat betekent dat de bevoegdheden door het parlement, via wetgeving, worden toegekend en onderworpen zijn aan toetsing. Het is niet moeilijk om vast te stellen dat deze democratische grondslag, alsmede de toetsing, zeer belangrijk zijn. Een korte blik op meer totalitaire regimes is genoeg om vast te stellen hoe snel en gemakkelijk de staat misbruik kan maken van haar bevoegdheden.
In ons land zijn de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten vastgelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 ("Wiv 2017"). Dat was die wet waar een heus referendum aan werd gewijd. En op grond van dat referendum werden extra privacy waarborgen toegevoegd, alsmede de toezegging dat de wet relatief snel geëvalueerd zou worden. Dat is inmiddels ook gebeurd, maar de uitkomst van de evaluatie gaat een andere kant op dan je zou vermoeden gegeven de reden voor de snelle evaluatie. Op basis van de uitslag van het referendum zou je immers een privacy-kritische blik op de uitvoering van de wet verwachten, maar dat is niet het geval. Sterker, het gaat meer om de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten en de effectiviteit van hun handelen, dat eigenlijk meer hinderlijk in de weg wordt gezeten door de wet. De Commissie Jones-Bos adviseert dan ook om veel van de huidige waarborgen in de Wiv 2017 af te zwakken. In dat kader is een recent dubbelinterview met de directeuren van de AIVD en MIVD in NRC Handelsblad van 3 mei 2021 illustratief, waarin tegelijk wordt aangegeven dat de diensten niet "de vijand van de burger zijn" en dat de diensten een bepaalde vrijheid van handelen moeten hebben. Vanuit de Staat is dit wellicht een voor de hand liggende mening, maar met de Toeslagenaffaire nog vers in het geheugen zal dit de burger toch weinig moed geven. En die burger was in het referendum al verrassend kritisch.
Ook vanuit andere invalshoeken wordt kritisch gekeken naar de bevoegdheden van politie en justitie. Zo lijkt het Europese Hof van Justitie in haar Prokuratuur-arrest2 een klein bommetje te leggen onder de mogelijkheid die politie en openbaar ministerie in ons land heeft om metagegevens op te vragen zonder rechtelijke toetsing. In een interessante uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 30 april 20213 wordt hier al uitgebreid aandacht aan besteed: "Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de in het onderhavige onderzoek opgevraagde verkeersgegevens en mastgegevens – hoewel deze zijn opgevraagd in overeenstemming met de voorschriften uit het Wetboek van Strafvordering (Sv) - achteraf gezien niet door een officier van justitie gevorderd hadden mogen worden zonder voorafgaande onafhankelijke toetsing door een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit. Het is aan de wetgever om de Nederlandse wettelijke regeling met spoed in overeenstemming te brengen met het Unierecht. Dat neemt niet weg dat het arrest van het HvJ EU acute rechtsvragen oproept, waarmee de rechter wordt geconfronteerd." In deze uitspraak liep het voor het OM nog met een sisser af, maar het laatste woord is hierover nog niet gezegd. Ik ben benieuwd wanneer de wetgever opvolging zal geven aan bovenstaande oproep van de rechter.
Evengoed ben ik benieuwd naar de verdere discussie over de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten. Voordat de evaluatie van de Commissie Jones-Bos leidt tot stappen van de regering en/of in het parlement besproken zal worden, kan de lezer van dit tijdschrift goed beslagen ten ijs komen door het artikel van Oerlemans en Eijkman in deze aflevering te lezen. Laten we intussen hopen dat de grenzen van de macht goed bewaakt blijven!