Tijdschrift voor Agrarisch Recht

1990 nr. 8/9

Redactie

Hoofdredactie

mr. E.H.M. Harbers

Redactie

mr. H.A. van Bommel
mr. M. Jansen Schoonhoven
mr. dr. D. Korsse
mr. R. Ligtvoet
prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg
mr. C.A.M. van Reeken
prof. mr. dr. J.W.A. Rheinfeld
mr. W.L. Valk
mr. A. Verduijn RB
mr. W.J.E. Van der Werf
mr. Th.C.M. Willemse

 

Artikel

De grondbank als instrument voor natuurbeleid

Ir. R. Kuiper

Onlangs presenteerde ministers Braks, mede namens de ministers Alders en May- Weggen, de regeringsbeslissing van het Natuurbeleidsplan (NBP).1 Het belangrijkste onderdeel van dit plan is de zogeheten 'ecologische hoofdstructuur'. Dit netwerk van grote en kleinere natuurgebieden en de verbindingszones daartussen moet de ruggegraat gaan vormen voor een duurzame natuur in Nederland. Een flink deel van de natuurgebieden in deze ecologische hoofdstructuur is reeds in bezit van de natuurbescherming, of wordt door boeren met behulp van een beheersovereenkomst natuurvriendelijk... abonneren of dit artikel kopen.

Produktenaansprakelijkheid in de landbouw - verslag

Mr. D.L. Rodrigues Lopes

De jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht op 18 mei 1990 te Bilthoven trok misschien iets minder deelnemers dan in de voorgaande jaren, maar onderscheidde zich door levendigheid. Op die dag was het preadvies van mr. G.M.F. Snijders alleen aan de deelnemers bekend. In dit nummer verschijnt het samen met mijn verslag van het wetenschappelijke gedeelte van de dag. HET ALGEMENE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT (ART. 1401 BW) Thans is iemand die schade lijdt als gevolg van de gebrekkigheid van een produkt, aangewezen op de vordering ex. art. 1401 BW. Hij moet behalve zijn schade en... abonneren of dit artikel kopen.

De Kadasterwet en de landbouw

Mr. D.L. Rodrigues-Lopes

Lang geleden schreef ik een artikel over het Nieuw Burgerlijk Wetboek en de landbouw (De Pacht 1979, blz. 342-351). Het onderwerp was: de openbare registers. In deze bijdrage gaat het over het kadaster. Het Ontwerp-Kadasterwet is tegelijk met dat tot wijziging van boek 3 NBW ingediend op 9 juli 1982 (Tweede Kamer 1981-1982, 17 496, nrs. 1-2 en 4). In Asser- Beekhuis, Zakenrecht, Algemeen deel, blz. 286-338, 12e druk, 1986 behandelt De Haan Openbare registers en kadaster. Bij lezing van dat commentaar valt op dat het merendeel van de materie betrekking kan hebben op agrarische element... abonneren of dit artikel kopen.

Produktenaansprakelijkheid in de landbouw

Mr. G.M.F. Snijders

De kogel is door de kerk. Op 20 maart jl. is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het (op één punt geamendeerde) wetsvoorstel produktenaansprakelijkheid.1 Met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel zullen, ter implementatie van de EEG-richtlijn produktenaansprakelijkheid van 19852, aan het Burgerlijk Wetboek de artikelen 1407a t/m 1407/ worden toegevoegd. Nederland was eind 1986 een van de eerste Lidstaten van de EG die een tekst voor een wetsvoorstel openbaar maakten. Ruim drie en een half jaar later moeten we constateren dat ons land voor wat betreft de inwerkingtredi... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

'Johannes Augustinus Bergmans / Jan Joseph Hubertus Debets' (TvAR 1990/4377)

Mr. Maris, mr. Spoor, mr. Kok, baron De Weichs de Wenne en De Wolf

Pachtwet, art. 38a, 49, 49a De pachter wordt 65 jaar. Het geval van art. 38a-2 Pachtwet zal zich niet voordoen. De pachtovereenkomst met de pachter zal dus in verband met zijn leeftijd niet worden verlengd. Toewijzing van de vordering van de pachter zijn jongere echtgenote als medepachter aan te merken zou betekenen dat zij al over minder dan één jaar en acht maanden enig pachtster zou kunnen worden. Om die reden is de vordering tot medepacht in wezen een verkapte vordering tot indeplaatsstelling en komt deze naar billijkheid niet voor toewijzing in aanmerking. abonneren of dit artikel kopen.

'Hendrik Hemminga / 1. Kyra Livia Gravin de Marchant et d'Ansembourg-Baroness...

Mr. Maris, mr. Spoor, mr. Kok, mr. ing. Jansens van Gellicum en Wentink

Pachtwet, art. 25, 26, BS 1985, 1986, art. 5, 7, 7c, EEG Verord. 857/84, art. 12 sub d De grond is een factor voor de vaststelling van het gedeelte van het quotum dat bij overgang van het bedrijf kan worden verstrekt. Analogische toepassing van art. 7 sub c BSH1986 na opzegging van de pachtovereenkomst, waarna geen verlenging is verzocht. De pachter kan niet worden verweten dat er geen overeenkomst tussen partijen met betrekking tot het quotum bij het einde van de pacht is tot stand gekomen. Vervreemding van het quotum door pachter is wanprestatie. abonneren of dit artikel kopen.

'Pieter Borgdorff / Mr. Willem Johan Gijsbert Baron Gevers' (TvAR 1990/4379)

Mr. Maris, mr. Spoor, mr. Kok, mr. ing. Jansens van Gellicum en Wentink

Pachtwet, art. 56 De pachter heeft zonder - de ook op grond van de pachtovereenkomst vereiste - toestemming van de verpachter een tweetal caravans op het gepachte geplaatst, voor welke plaatsing door de gemeente geen bouwvergunning is verleend. Hij heeft voorts al geruime tijd geleden de exploitatie van het gepachte zonder overleg met, laat staan toestemming van de verpachter aan zijn zoon overgedragen. Een en ander levert, mede gezien de overige van belang zijnde omstandigheden, een dusdanige wanprestatie op dat van de verpachter in redelijkheid niet kan worden gevergd de pa... abonneren of dit artikel kopen.

'Maria Alida Geertruida Gemmink-Sol / Adrianus Wilhelmus van den Heuvel' (TvA...

Mr. Maris, mr. Spoor, mr. Kok, mr. De Weichs de Wenne en De Wolf

Pachtwet, art. 1, 11 Nu appellante voor de onverdeelde helft in het land (als eigenares) is gerechtigd en van de andere onverdeelde helft vruchtgebruikster is, was zij bevoegd tot verpachting. Omstandigheden waaronder appellante deels niet en deels wel is geslaagd in het bewijs dat zij percelen land niet in volledig agrarisch gebruik aan geïntimeerde heeft afgestaan. Het is denkbaar dat appellante de bedoeling had alleen de grasopbrengsten van de percelen, die langs haar huisperceel waren gelegen, te verkopen. Met die bedoeling van een met grondzaken onervaren gerechtigde had ... abonneren of dit artikel kopen.

'Jan Lucas den Boer / Jannes van der Sluis' (TvAR 1990/4381)

Mr. Maris, mr. Spoor, mr. Biermans, mr.ing. Jansens van Gellicum en Wentink

Pachtwet, art. 56 Onvoldoende betwisting van proces-verbaal van bezichtiging van het gepachte grasland. Een goed pachter behoort in het algemeen de mest van zijn vee op het bij hem in gebruik zijnde land aan te wenden. Een goed pachter zou geen mest in het weiland opslaan. De pachtkamer is niet verplicht aanwijzingen ingevolge art. 55 Pw te geven. Op grond van de omstandigheden van het geval - zie daarvoor de behandeling van grief V - had de pachter zich uiterst terughoudend tegenover de verpachter moeten opstellen en had zijn bedrijfsvoering niet tot enige redelijke klacht be... abonneren of dit artikel kopen.

'Gijsbert van Arkel / stichting De Mr. C. en mej. M.M. Vervoornstichting' (Tv...

Mr. Maris, mr. Spoor, mr. Kok, mr. ing. Jansens van Gellicum en Wentink

Pachtwet, art. 38 Het voornemen van verpachtster tot restauratie van het verpachte boerderijtje en het in oude luister herstellen van de daarbij behorende boomgaard is niet aan te merken als een voornemen om het verpachte voor een tot de landbouw betrekkelijk doel in gebruik te nemen. Billijkheid. Het bedrijf van de pachter is de laatste jaren alleen maar kleiner geworden en de bedrijfsresultaten zijn negatief: daarnaast is de exploitatie ervan een nevenactiviteit van de pachter die zijn hoofdberoep en feitelijke inkomsten buiten de landbouw heeft. Het beweerde recent erbij pa... abonneren of dit artikel kopen.

'Jan Cornelis Oostrom / Marrigje Floor-Van der Mist' (TvAR 1990/4383)

Mr. Mar is, prof. mr. Brunner, mr. Knottnerus, ing. Meijering en Hamelink

Pachtwet, art. 38, 41, Beschikking superheffing 1988, art. 17 Gelet op het namens verpachtster gestelde, wordt ervan uitgegaan, dat de bewindvoerder met instemming van de dochters van verpachtster bij niet verlenging van de pachtovereenkomst voornemens is, het melkquotum van de pachter — voorzover behorend bij het verpachte land - te verkopen. Ter zake wordt overwogen, dat ingevolge de Beschikking Superheffing 1988 melkquotum slechts tezamen met de grond waarop het betrekking heeft, in dit geval de grond in geschil, op een ander kan overgaan. Derhalve is dit voornemen in stri... abonneren of dit artikel kopen.

'Onno Okke Spruijt / Cornelis Hendrik Wesdorp' (TvAR 1990/4384)

Mr. Spoor, mr. Van Hijlkema, mr. Wijn, ir. Van Leeuwen en Hamelink

Pachtwet, art. 38, 41 De zoon van appellant is bedrijfsleider op het landbouwbedrijf dat in maatschap door zijn vader en broer wordt geëxploiteerd. Aannemelijk is dat de zoon de boerderij in geschil ernstig gemeend en duurzaam persoonlijk in gebruik wil nemen voor de landbouw. Is dit gebruik van overwegende betekenis — van zeer groot belang — voor de zoon? Dat hij zich op het verpachte als zelfstanzelfstandig boer zal kunnen vestigen is een factor van betekenis maar nog niet van overwegende betekenis. Daarvoor is ook nodig dat zijn situatie in financieel opzicht in belangrijke... abonneren of dit artikel kopen.

'D.M. / ruilverkaveling 'Vriescheloo'' (TvAR 1990/4385)

Mr. Van Riessen, mr. Praktiek en mr. Evenhuis

Landinrichtingswet, art, 223, lid 1, onder b Artikel 223, lid 1 onder b komt kort gezegd hierop neer dat bij de verdeling van de kosten per afzonderlijke eigenaar de totale kosten niet de werkelijke verandering in waarde van de onroerende goederen te boven mag gaan. De Rb. is van oordeel dat onder 'waardevermeerdering' in art. 223, lid 1 sub b moet worden verstaan de waardevermeerdering in het economisch verkeer als gevolg van de landinrichting. Deze waardeverandering bepaalt de mate van het nut, doch is daaraan niet gelijk te stellen. De uitgevoerde tweede schatting kan niet ... abonneren of dit artikel kopen.

'J.H. / ruilverkavelingen 'Alblasserwaard' (TvAR 1990/4386)

Mr. A.D. Mijs, mr. C. Sikkel en mr. H.H. Nouwen-Kronenberg

Landinrichtingswet, art. 212, lid 1, onder c 3e en art. 223 Wegens wijziging van een recht van voetpad in een recht van weg wordt in de lijst der geldelijke regelingen een verrekenpost van f 7000,- opgenomen tussen de eigenaar van het heersend en het lijdend erf. Naar het oordeel van de rechtbank dient dit bedrag ten laste te worden gebracht van de door de erfdienstbaarheid gebate kavel. Weliswaar zou deLw toelaten mede het andere op de peildatum ten name van de belanghebbende staande perceel te belasten, doch de wet dwingt daartoe niet. Zodanige belasting zou onredelijk en on... abonneren of dit artikel kopen.

'J.A.B. / ruilverkaveling 'Alblasserwaard'' (TvAR 1990/4387)

Mr. A.D. Mijs, mr. J.W.M. Tijnagel, en mr. C.H. Kemp-Randewijk

Landinrichtingswet, artikel 212, lid 2 Bezwaar van een zogenaamde oude nieuwbouwer tegen de prijs van de overbedeling, welke is gebaseerd op actualisering van de schattingswaarde. De rechtbank oordeelt op grond van de omstandigheden dat tussen de LC en de oude nieuwbouwers mede overeengekomen moet worden geacht dat de verrekenprijs voor de overbedeling de historische kostprijs zou zijn. De rechtbank vermindert de prijs voor de overbedeling tot de historische kostprijs. Deze vermindering wordt geheel ten laste van het BBL gebracht. Op de overbedeling als zodanig lijdt het BBL ... abonneren of dit artikel kopen.

'W. de G. / ruilverkaveling 'Alblasserwaard'' (TvAR 1990/4388)

Mr. A.D. Mijs, mr. C. Sikkel, en mr. T.A.C, van Hartingsveldt

Landinrichtingswet, art. 212 jo 151, 152 De commissie neemt op juiste gronden het standpunt in dat het haar niet vrij staat om niet geregistreerde pachtovereenkomsten toch te erkennen. De art. 151 en 152 Lw houden een nauwkeurig omschreven rechtsgang in, ontheffing waarvan niet mogelijk is. Het basisbedrag van de overbedeling is dan ook terecht overeenkomstig het proces- verbaal van aanwijzingen met de factor 7 voor land in eigendom/eigen gebruik en niet met de factor 3,5 voor verpacht land vermenigvuldigd. abonneren of dit artikel kopen.

'G. de H en J.H. en M. de H. / ruilverkaveling 'Alblasserwaard'' (TvAR 1990/...

Mr. A.D. Mijs, mr. C. Sikkel en mr. T.A.C, van Hartingsveldt

Landinrichtingswet, art. 210 en 212 Reclamanten stellen schade te lijden door aanwijzing tot waterwingebied van de hun toegedeelde gronden. Dit is geen schade die voor vergoeding in het kader van de lijst der geldelijke regelingen in aanmerking komt. Niet is gebleken dat de LC actiefis betrokken geweest bij de plannen van de Drinkwaterleiding of één en ander heeft kunnen voorzien. Voorkennis van één commissielid kan niet aan de commissie als zodanig worden toegerekend. abonneren of dit artikel kopen.

'R.R.N. / ruilverkaveling 'Alblasserwaard'' (TvAR 1990/4390)

Mr. A.D. Mijs, mr. C. Sikkel en mr. H.H. Nouwen-Kronenberg

Landinrichtingswet, art. 210 en 212 Over het door reclamant ingebrachte huisperceel liep een openbaar, onverhard voetpad. Het voetpad was niet als zodanig herkenbaar. Het voetpad is bij het plan van wegen en waterlopen toegewezen aan een openbaar lichaam. Reclamant stelt dat dientengevolge het overblijvende deel van zijn eigendom waardevermindering heeft ondergaan. De rechtbank stelt een vergoeding voor waardevermindering vast naar billijkheid. In de nieuwe situatie is het voetpad door verharding en door afscheiding als zodanig kenbaar gemaakt en worden voetgangers daarop ge... abonneren of dit artikel kopen.

'F.J.G.R. / uilverkaveling 'Alblasserwaard'' (TvAR 1990/4391)

Mr. A.D. Mijs, mr. C. Sikkel en mr. H.H. Nouwen-Kronenberg

Landinrichtingswet, art. 212 De aantekening in het kadaster, dat het perceel in een ruilverkaveling valt, is een voldoende waarschuwing voor mogelijke toekomstige lasten. De LC heeft naast haar algemene informatieplicht wel een individuele informatieplicht tegenover bepaalde, door een bijzondere maatregel getroffen belanghebbenden, doch niet ter zake van haar niet gemelde privétransacties tussen belanghebbenden onderling. abonneren of dit artikel kopen.

'J. van D. / ruilverkaveling 'Alblasserwaard'' (TvAR 1990/4392)

Mr. A.D. Mijs, mr. C. Sikkel en mr. H.H. Nouwen-Kronenberg

Landinrichtingswet art. 210 en 212; Wegenwet, art. 14 Reclamant maakt aanspraak op vergoeding van de schade, die hij stelt te hebben geleden door het niet aan hem toedelen van een gedeelte berm dat door hem is ingebracht. De rechtbank is van oordeel dat de eigenaar van de openbare weg inclusief berm het gebruik daarvan en het daarop c.q. daarover uitwegen dient te gedogen, voorzover door de omstandigheden wordt gebillijkt. Deze gedoogplicht laat geen ruimte voor de eis van toestemming of voor het vragen van een contra-prestatie. Reclamant heeft dan ook geen schade geleden die v... abonneren of dit artikel kopen.

'G.W.H. / ruilverkaveling 'Aalten' (TvAR 1990/4393)

Mr. M.B.C. Scholten van Aschat, J.F.M. Honig en mr. T. Reichardt

Landinrichtingswet, art. 210, lid 1 Reclamant bevindt zich in twee hoedanigheden in de ruilverkaveling, namelijk zowel als eigenaar en als pachter. In zijn hoedanigheid van pachter worden hem geen voor- of nadelen in rekening gebracht. In zijn hoedanigheid van eigenaar geniet hij het voordeel dat oorspronkelijk op afstand gelegen pachtkavels zijn aangelegd aan zijn huiskavel (eigendom). Dat voordeel wordt hem als eigenaar in rekening gebracht. De rechtbank wijst het bezwaar daartegen af. abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:
RSS