Tijdschrift voor Arbeid & Onderneming

Arbeidsrecht – Ondernemingsrecht – Medezeggenschapsrecht

2018 nr. 3

Redactie

Hoofdredactie

mr. drs. A.M. Helstone

Redactie

mr. dr. J.H. Bennaars
prof. mr. dr. J.H. Even
mr. S. Sikkink
prof. dr. O.P. van Vliet
mr. dr. H.H. Voogsgeerd
mr. A. Zwanenburg

Redactiesecretaris(sen)

mr. M. Diepenbach

 

Artikel

Ter visie – Een oproep voor meer principiële benadering van derdenwerking in ...

mr. T. Huijg1

Voor u ligt een themanummer over derdenwerking. In deze ‘Ter visie’ pleit ik voor meer aandacht voor derdenwerking in het pensioenrecht. Hoewel pensioenrecht bij uitstek hét rechtsgebied is waar derdenwerking onvermijdelijk om de hoek komt kijken en dus verplichte kost zou moeten zijn voor iedere pensioenjurist, is de aandacht en kennis daaromtrent minimaal. Niet in de laatste plaats geldt dat voor pensioenrechtadvocaten, maar zeker ook voor pensioenjuristen bij grote verzekeraars, pensioenuitvoerders en toezichthouders. Die onlosmakelijke band tussen pensioenrecht en derdenwerkin... abonneren of dit artikel kopen.

In het schemergebied van derdenwerking: het derdenbeding

prof. mr. H.N. Schelhaas1

Een overeenkomst geldt slechts tussen partijen. Dat is een helder uitgangspunt van het contractenrecht, voortvloeiende uit het beginsel van de partijautonomie.[2] Partijen zijn autonoom in hun keuze om contracten te sluiten en kunnen slechts contractueel gebonden raken als zij dat zelf willen. Derden, dat wil zeggen partijen die niet betrokken waren bij het sluiten van de overeenkomst in kwestie,[3] zijn daar dan ook in beginsel niet aan gebonden en kunnen daar evenmin rechten aan ontlenen. Dit wordt ook wel de relativiteit van de contractuele gebondenheid genoemd: e... abonneren of dit artikel kopen.

Het derdenbeding en driehoeksrelaties in het arbeids- en pensioenrecht: (wede...

mr. dr. J.P.H. Zwemmer en mr. T. Huijg1

Zodra sprake is van een situatie waarin de werkgever met een derde contracteert en dit een overeenkomst betreft die ook betrekking heeft op de werknemer, kan sprake zijn van afspraken die kwalificeren als een derdenbeding jegens de werknemer. Gevolg is dat de werknemer, na aanvaarding van dit derdenbeding, partij wordt bij die overeenkomst en een zelfstandig vorderingsrecht heeft op de derde. Andersom kan het ook zijn dat de derde zich beroept op een derdenbeding in een overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer. In deze bijdrage staan twee situaties centraal –... abonneren of dit artikel kopen.

De partner als derde bij de pensioenovereenkomst

mr. T.J. Zuiderman1

De pensioenovereenkomst bevat hetgeen een werkgever en een werknemer overeenkomen betreffende pensioen.[2] Een van de wettelijke pensioenvormen is het partnerpensioen[3] ten behoeve van de partner van de werknemer. De partner van de werknemer is geen partij bij de pensioenovereenkomst en kwalificeert dus als ‘derde’, zoals hierna zal worden toegelicht. De positie van de partner als derde wordt door arbeidsrechtjuristen nog wel eens miskend. Dat leidt in de praktijk regelmatig tot problemen. Daarom is het van belang de positie van de partner goed op het netvlies te hebben.Dit artik... abonneren of dit artikel kopen.

De ‘derde’ en het medezeggenschapsrecht

mr. S. Sikkink en mr. dr. I. Zaal1

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft betrekking op de relatie tussen de ondernemingsraad (OR) en de ondernemer (de natuurlijke- of rechtspersoon). Door toepassing van de WOR kunnen echter ook derden in hun positie worden geraakt. Zo kunnen advies- en instemmingsplichtige besluiten betrekking hebben op de relatie met een derde, bijvoorbeeld bij koopovereenkomsten, fusies en aanbestedingen. En uiteraard worden ook de (individuele) werknemers en hun vertegenwoordigers (de vakbonden) geraakt door (voorgenomen) besluiten die opgesomd zijn in de WOR. Ten aanzien van ... abonneren of dit artikel kopen.

De rechtspositie van de functionaris in de financiële sector

mr. C.F.J. van Tuyll1

Na de financiële crisis is een verscheidenheid aan normen via het financieel toezichtrecht ingevoerd met als rechtssubject de medewerkers, bestuurders en/of interne toezichthouders van financiële ondernemingen.[2] Het doel van deze normen is ogenschijnlijk veelzijdig: het tegengaan van perverse prikkels, het vergroten van de betrouwbaarheid en geschiktheid van deze functionarissen en het herstel van vertrouwen in de sector. De gemeenschappelijke deler is de sturing op gedrag en cultuur binnen de financiële onderneming en het creëren van normbese... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS