Tijdschrift voor Curatoren
2024 nr. 3/4
Redactie
Hoofdredactiemr. E. A. H. ten Berge mr. S.A.H.J. Warringa
|
Redactie mr. M. H. Boersen mr. R. Cats mr. J. L. van den Heuvel mr. dr. M.J. Noteboom mr. dr. M.L.H. Reumers mr. J. Wind
|
Vaste medewerkers prof. mr. dr. J. A.A. Adriaanse drs P.C. van Prooijen RV CPVA drs. P. Schimmel RA CFE
|
Redactiesecretaris(sen)mr. R. de Jong
|
Inleiding
mr. E.A.H. ten Berge1Voor u ligt aflevering 2024/3 van het Tijdschrift voor Curatoren. Deze aflevering omvat (onder meer) een beschouwing van de rechtsmiddelen onder de WHOA van de hand van P.J. Stap, Y.J.R.C. Panhuizen en M.K. Tiemensma, een annotatie bij HR 19 januari 2024 van de hand van M. Moesker over de status van na faillissement verschuldigd geworden erfpachtcanon en een artikel van J, Beelen, over haar scriptie 'Het Mobile Services-arrest: waar Hoge Raad en wetgever uiteengaan of juist samenkomen ?'. J.A.A. Adriaanse en M.J.R. Broekema werpen een kritische blik op op het gebruik van algemene bedrijf... ...lees meer
Artikel
mr. dr. G.J.P. Molkenboer1In het voorwoord van het vorige nummer van dit tijdschrift ('Betalen bij de poort')[2] breekt Sjoerd Warringa een lans voor het verplicht zekerstellen van verhaal op de boedel voor een (mogelijk) verschuldigde proceskostenveroordeling, voor het geval een curator met een 'lege boedel' een procedure begint (met name tegen bestuurders). Dit voorwoord vraagt om een reactie. Tragiek van transparantie Het komt aan de lopende band voor dat partijen zich in rechte moeten verweren tegen een vordering van een wederpartij, waarbij zij gegronde vrees hebben dat deze partij een proces... abonneren of dit artikel kopen.
mr. D.M. van Geel1Interview met Frits Kemp Hoe ben je in de faillissementswereld beland? Ik begon als onbevangen stagiaire bij een fiscaal advocatenkantoor, het eerste kantoor dat zich aan de Zuidas in Amsterdam vestigde. Mijn baas deed faillissementen. Ik herinner mij vooral faillissementen van Canadese beleggingsfirma's die vanwege lakse Nederlandse wetgeving hier waren neergestreken. Dat waren oplichters die gebakken lucht aan beleggers hadden verkocht, zoals aandelen in niet bestaande olievelden. Er waren ladenkasten vol met contant geld. Ik moest helpen en dat deed ik ... abonneren of dit artikel kopen.
mr. J. Beelen1Er was al veel discussie over in de literatuur en daarom was het van groot belang dat de Hoge Raad in het Mobile Services-arrest (2021) meer duidelijkheid schiep over de wijze waarop bestuurders het causaliteitsvermoeden (dat kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke faillissementsoorzaak is) uit artikel 2:138/248 lid 2 BW kunnen ontzenuwen.[2] Een aangesproken bestuurder kan slagen in zijn ontzenuwing door aannemelijk te maken dat andere feiten of omstandigheden dan de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke faillissementsoorzaak zijn geweest. In Mobile Se... abonneren of dit artikel kopen.
prof. dr. J.A.A. Adriaanse en dr. mr. M.J.R. Broekema RV1Oorzakenonderzoek bij faillissement betreft een complexe en soms haast onmogelijke bezigheid. Immers, op een bepaald moment in de tijd – in de praktijk veelal ruim maanden en soms jaren na datum faillissement - wordt door een of meerdere buitenstaanders teruggekeken op door het bestuur van een onderneming gemaakte beslissingen in de periode voorafgaand aan het faillissement, en moet vervolgens ook een oordeel worden geveld. Was hier sprake van onrechtmatig handelen van voormalig bestuurders? En zo ja, dienen hier consequenties aan te worden verbonden, in termen van bestuurdersaansprakeli... abonneren of dit artikel kopen.
mr. P.J. Stap, mr. Y.J.R.C. Panhuizen en mr. M.K. Tiemensma1Een beschouwing van de rechtsmiddelen onder de WHOA aan de hand van de McDermott-procedures
Op 13 februari 2024 is arrest gewezen door het gerechtshof Amsterdam tussen Refinería de Cartagena S.A.S. ("Reficar") en McDermott International Holdings B.V. ("McDermott"), met tien belanghebbenden als betrokken partijen[2]. Het arrest is gewezen in het kader van de WHOA-procedure van McDermott[3] en betreft het beroep tegen de openingsbeslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 oktober 2023.[4] In deze openingsbeslissing besliste de rechtbank, naar aanleiding van... abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentie
mr. M.A.G. Moesker1 De vraag of sprake is van een recht op een goed (goederenrechtelijk) of een persoonlijk recht (verbintenisrechtelijk) is van groot belang in geval van faillissement. Een goederenrechtelijk recht, een recht op een goed, kan in beginsel worden uitgeoefend als ware er geen faillissement. De rechthebbende van een persoonlijk recht zal zijn vordering ter verificatie moeten indienen.[2] Een rechtsfiguur die zich op de grens tussen het goederenrecht en het verbintenissenrecht bevindt is de erfpachtcanon. De erfpachtcanon betreft een positieve v... abonneren of dit artikel kopen.
Overig
mr. J. WindRechtbank Limburg 3 april 2024; ECLI:NL:RBLIM:2024:1689
Op verzoek van twee Stichtingen is X BV failliet verklaard. De twee Stichtingen verzochten ruim vóór de faillietverklaring van X BV informatie om te kunnen vaststellen of zij al dan niet pensioenpremies en/of scholingsbijdragen verschuldigd was. X BV heeft op dat verzoek niet gereageerd. Dat is ook niet gebeurd na een herhaald verzoek, waarna ambtshalve door de Stichtingen premies en bijdragen zijn vastgesteld. Aan een betalingsverzoek en sommatie tot betaling is niet voldaan, waarna de Stichtingen een dwangb... abonneren of dit artikel kopen.
Vorige edities
2024
2023
2022
Eerdere edities kunt u doorzoeken in het archief.
RSS