Annotatie - Ontslag van bestuurders: breekt de rechtspraak met de vertrouwensbreuk? Rb. Rotterdam 3 juni 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:4316 (Tolsa Nederland)
mr. S.J. Sterk1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
1. Vooraf
Bestuurders blijven arbeidsrechtelijk een vreemde eend in de bijt. Sinds de Wet werk en zekerheid (Wwz) worden zij zelfs expliciet genoemd als uitzonderingscategorie in titel 10 van Boek 7 BW. Het betreft hier met name de bestuurders waarvoor herstel van de arbeidsverhouding niet mogelijk is.2 Dat zijn alle bestuurders van rechtspersonen, met uitzondering van (thans nog) de stichtingsbestuurder.3 Een belangrijk onderdeel van deze uitzonderingspositie is dat de preventieve ontslagtoets niet op bestuurders van toepassing is.4 En hoewel dit voor in ieder geval de NV en BV bestuurder niet nieuw is, is het gevolg van de afwezigheid van deze toets wel in belangrijke mate veranderd.
Voor de Wwz was de bestuurder voor het aanvechten van zijn arbeidsrechtelijke ontslag doorgaans aangewezen op de kennelijk onredelijk ontslagprocedure van art. 7:681 (oud) BW. Het betrof een dagvaardingsprocedure waarin het doel was het oordeel te krijgen dat het ontslag kennel...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.