Op glad ijs? Beschouwingen over de kredietcrisis, massaschade en beleidsvorming
prof. mr. I.N. Tzankova
Gevolgen, omvang noch duur van de huidige kredietcrisis
laten zich voorspellen,1 maar één ding is in het afgelopen
jaar duidelijk geworden: overheidstoezicht op het functioneren
van de financiële markten is onmisbaar, maar net als elk
andere controlemechanisme biedt het geen garantie tegen
problemen. Volgens sommigen moet dit tot de conclusie
leiden dat nog meer overheidstoezicht wenselijk is, terwijl
anderen met de huidige kredietcrisis juist het bewijs geleverd
achten dat niet vertrouwd kan en mag worden
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
op de overheid
als exclusieve handhaver, en dat ‘private enforcement’
onmisbaar is. De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het
midden. Terwijl de stelling dat het ideale handhavingstelsel
een gezonde mix bevat van publieke- en privaatrechtelijke
handhavingsinstrumenten, waartoe ook collectieve acties gerekend
worden, voor velen een open deur zal zijn, blijft de
vraag hoe deze gezonde mix eruit zou moeten zien velen
hoofdbrekens bezorgen.2 Het Groenboek Collectief Verhaal
voor Consumenten [hierna: het Groenboek] van de EU
Commissaris voor Consumentenzaken Meglena Kuneva dat
op 27 november 2008 werd gepubliceerd, is de meest recente
beleidsmatige exponent van deze zoektocht.3 Het
Groenboek is het – voorlopig – resultaat van een langdurig
en omvangrijk onderzoeks- en consultatieproces. Geld noch
moeite zijn gespaard om de onderste steen boven te krijgen
in het streven om meer wetenschap te vergaren over de problemen
waarmee consumenten bij het collectief of individueel
effectueren van hun rechten geconfronteerd worden
en over de economische consequenties daarvan. Dat de Europese
Commissie niet over ‘een nacht ijs’ wil gaan als zij
zich over dergelijke belangrijke vragen buigt, siert haar. Het
gaat ook om een bijzonder controversieel onderwerp. Het
Europese regelgevingsproces is per definitie moeizaam en al
helemaal als het gaat om collectief verhaal voor consumenten.
Het gevaar is evenwel dat de politiek door de bomen het
bos niet meer ziet. Dat zou spijtig zijn, omdat de kredietcrisis
om een snel en adequaat optreden vraagt. Bovendien
brengt het huidige politieke en financiële klimaat behalve
(verwezenlijking van) risico’s, ook kansen met zich: de kredietcrisis
zou wel eens de aanleiding kunnen zijn om op
korte termijn tot een Europese regeling voor de afwikkeling
van grensoverschrijdende massaschade te komen, al dan niet
op het (beperkte) terrein van het financiële recht. Een klassieker
schoolvoorbeeld van een geval van massaschade met
een limited fund4 is haast niet te bedenken. Hiervoor is
evenwel behalve politieke wil en daadkracht, tevens visie
nodig. Dat laatste zal bepalen of deze kredietcrisis alsnog de
geschiedenis in gaat als de aanleiding voor de eerste Europese
regeling voor de afwikkeling van grensoverschrijdende
massaschade, of als een incident dat men in Europa het liefst
zo snel mogelijk zou willen vergeten. Het eerste scenario is
niet kansloos indien in Brussel meer aandacht zou zijn voor
het zogenoemde ‘WCAM-model’.5 Niet alleen zou dit model,
toegepast op Europees niveau, voor de aanpak kunnen
zorgen van een reëel en dreigend probleem waarmee veel
Europese spaarders, toezichthouders en overheden geconfronteerd zijn, maar zou Brussel voor deze oplossing op
steun van consumentenzijde én van het bedrijfsleven kunnen
rekenen, zoals dat destijds gebeurde bij de introductie
van de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade (WCAM)
in Nederland. Daarmee werd een duurzame in tegenstelling
tot een ad hoc oplossing gecreëerd voor problemen die zich
vaker kunnen voordoen. In het hierna volgende wordt deze
suggestie toegelicht. Allereerst zal echter in grote lijnen de
achtergrond en de inhoud van het Groenboek worden besproken.
Daarbij zal al snel duidelijk worden waarom wij
ons geen zorgen hoeven te maken over de politieke wil en
zorgvuldigheid, maar wel over de motieven, visie en daadkracht
in Brussel. Daarna zal het WCAM-model kort worden
besproken en de vraag waarom het onderbelicht en
daarmee ondergewaardeerd blijft in de Europese discussies.
Deze bijdrage eindigt met een conclusie.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.