Tijdschrift voor Agrarisch Recht
2009 nr. 7/8
Redactie
Hoofdredactiemr. E.H.M. Harbers
|
Redactiemr. H.A. van Bommel mr. M. Jansen Schoonhoven mr. dr. D. Korsse mr. R. Ligtvoet prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg mr. C.A.M. van Reeken prof. mr. dr. J.W.A. Rheinfeld mr. W.L. Valk mr. A. Verduijn RB mr. W.J.E. Van der Werf mr. Th.C.M. Willemse
|
Artikel
mr. W.J.E. van der Werf en C. Kuijvenhoven*1. Introductie
Voor de zevende keer op rij wordt in deze kolommen aandacht
besteed aan recente ontwikkelingen op het terrein van
de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). De jurisprudentie
die werd gevormd onder oud recht blijft voor het overgrote
deel van belang voor de praktijk onder de nieuwe Wvg. De
eerste ervaringenmet de InvoeringswetWet ruimtelijke ordening
(Wro) zijn, zeker als het om de toepassing van de Wvg
gaat, niet bijster positief. De nieuwe systematiek, waarbij het
voorkeursrecht slechts eenmaal door de raad wordt gevestigd
en automatisch wordt verlengd zolang maar tij... abonneren of dit artikel kopen.
mr. H.A. van Basten*
Op donderdag 9 april 2009 heeft de 50ste Algemene Leden
Vergadering van de Vereniging voor Agrarisch recht plaatsgevonden.
Deze vergadering werd gehouden in het Vredespaleis
teDenHaag en bestond uit twee delen; een wetenschappelijk
deel en een huishoudelijke vergadering. In deze bijdrage zal
ik het wetenschappelijke deel beschrijven. Het thema luidde:
‘Ontwikkelingen in het Agrarisch Recht’. In deze bijdrage
zal ik de hoofdlijnen van de aan de orde gestelde onderwerpen
schetsen en de inhoud van de gevoerde discussie kort weergeven. abonneren of dit artikel kopen.
mr. T.P.J.N. van Rijn*
Het bestuur van de Vereniging voor Agrarisch Recht heeft
de preadviseur voor eenmoeilijke, doch boeiende taak gesteld.
Toekomstige ontwikkelingen van het recht beschrijven is niet
een alledaagse taak voor juristen, zeker niet voor praktijkjuristen,
zoals de schrijver van dit preadvies. Deze houden zich
eerder bezig met de interpretatie van het bestaande recht en
zij procederen dikwijls over het niet meer bestaande recht.
Als zij zich al buigen over het toekomstige recht, dan is dat
bijna altijd de ontwikkeling op korte termijn, de tijd van een
wetsvoorstel.
De toekom... abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentie
mrs. Valk, Olthof en Van der Beek en de raden ing. DeLorijn en ir. RogaarPacht. Eigendomsovergang. Melkquotum. Samenhang. [Pachtwet, art. 34; Burgerlijk Wetboek art. 6:212, 7: 361] De omstandigheid dat het gepachte aan een derde (i.c. verpachtster) is overgedragen, leidt er niet toe dat de samenhang tussen het melkquotum en het gepachte is verbroken. Onmiddellijk verband tussen rechten en verplichtingen ten aanzien van melkquotum en de kernverplichtingen van verpachter en pachter. Overgang rechten en verplichtingen op verpachtster op grond van art. 34 Pachtwet. De omstandigheid dat, gelijktijdig met de overdracht van het gepachte, de voordien geldende pachtov... abonneren of dit artikel kopen.
Actualia
W.BruilEen voorbeeld van een zaak waarin de Afdeling oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders ten onrechte heeft nagelaten om handhavend op te treden tegen het gebruik van een agrarische bedrijfswoning als burgerwoning is: ABRS 4 maart 2009, LJN BH4646. De enkele omstandigheid dat het college reeds 27 jaar bekend was met de overtreding, en daartegen nooit handhavend heeft opgetreden, is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat het college daardoor bij belanghebbende het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat daartegen niet meer handhavend wordt opgetreden. Dat de gedwongen v... abonneren of dit artikel kopen.
W.BruilIn ABRS 4 maart 2009, LJN BH4662 oordeelt de Afdeling dat het college van gedeputeerde staten een aanvraag voor een vergunning voor de uitbreiding van een rundveehouderijbedrijf op grond van art. 19d van de Natuurbeschermingswet 1998, terecht buiten behandeling heeft gesteld vanwege een onvoldoende concreet salderingsvoorstel zijdens de aanvrager. De Afdeling acht het niet onredelijk dat het college het niet tot zijn taak beschouwt om te bepalen welk deel van de rechten voor het houden van dieren (aantallen en soorten) zal moeten worden ingeleverd om de gewenste uitbreiding van het melkveeh... abonneren of dit artikel kopen.
W.BruilIn de Nota dierenwelzijn heeft de minister de sector paardenhouderij gevraagd haar verantwoordelijkheid te nemen en binnen een jaar een plan van aanpak te ontwikkelen om te komen tot de noodzakelijke welzijnsverbeteringen voor paarden op het gebied van huisvesting, voeding, training en transport (Aanleiding was de sterke toename van verwaarlozing van paarden die de landelijke Inspectiedienst eind 2008 constateerde en het daarop volgende onderzoek van LEI-Wageningen UR en ASG –Wageningen). De Sectorraad Paarden heeft het plan van aanpak inmiddels op 13 januari 2009 aan de minister aangeboden... abonneren of dit artikel kopen.
W.BruilHet vaccinvirus bluetongue serotype 6 is in Nederland dusdanig afgezwakt dat het geen veterinair risico meer oplevert voor herkauwers. Met ingang van 6 maart 2009 (17.00 uur) zijn de maatregelen komen ter vervallen die voordien op grond van de Regeling tijdelijke dierziekten golden ter voorkoming van verdere verspreiding van bluetongue serotype 6. Daarom is de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten gewijzigd: zie de regeling van de Minister van LNV van 6 maart 2009 (nr. TRCJZ/2009/612), Stcrt. 12 maart 2009, 49. Nederland wordt nu slechts aangemerkt als beperkingsgebied voor bluetongu... abonneren of dit artikel kopen.
W.BruilDe minister heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijze waarop Nederland invulling geeft aan de invoering van de verplichte individuele registratie van schapen en geiten op basis van elektronische identificatie (Kamerstukken II 2008/09, 29 683, nr. 25, brief 6 maart 2009). Reeds in 2003 is op Europees niveau tot deze verplichting besloten. De regelgeving is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 21/2004. De invoering verloopt in twee fasen:
- individuele identificatie door middel van twee identificatiemiddelen (fase 1). Deze eerste fase geldt al sinds 9 juli 2005 (Kamerstukken II 20... abonneren of dit artikel kopen.
W.BruilOver de wijze van afstandsbepaling tussen een stankgevoelig object en een veehouderij in het kader van het verlenen van een revisievergunning als bedoeld in art. 8.4 lid 1 Wet Milieubeheer, gaat ABRS 11 maart 2009, LJN BH5529. In het bijzonder komt aan de orde de wijze waarop het dichtstbijzijnde emissiepunt volgens de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996 moet worden bepaald.
abonneren of dit artikel kopen.
Overig
mr. T.J. Mellema-KranenburgOp 20 april jl. werd het langverwachte wetsvoorstel betreffende de wijziging van de Successiewet
1956 bekend gemaakt. Een belangrijk onderdeel daarin vormt de vereenvoudiging van de
bedrijfsopvolgingsregeling. Staatssecretaris De Jager stelt in de Memorie van Toelichting op
het wetsvoorstel dat schenk- en erfbelasting (de nieuwe terminologie) de continuïteit van de
onderneming in gevaar kan brengen indien daarvoor liquide middelen aan de onderneming
moeten worden onttrokken. abonneren of dit artikel kopen.
prof. mr. G.M.F. Snijders*Het begon allemaal met een mededeling in het tijdschrift De
Pacht, in december 1958 (zie afbeelding hierboven). Een
groep van 19 personen had het initiatief genomen tot het
oprichten van een vereniging voor agrarisch recht.Het streven
was er op gericht de vereniging abonneren of dit artikel kopen.
mr. C.S.C. MonsmaAlgemeen
Literatuur: subsidiegids 2009
De actuele subsidieregelingen die van belang zijn voor boeren
en tuinders zijn gebundeld in de nieuwe subsidiegids: Subsidiegids
2009 voor de agrarische sector, Doetinchem: Reed Business
2009 (ISBN 9054391883, 192 blz.). De indeling is als
volgt: (a) landelijke regelingen voor alle agrarische sectoren;
(b) landelijke regelingen specifiek voor de veehouderij; (c)
landelijke regelingen specifiek voor de akker- en tuinbouw;
(d) regelingen waarbij landinrichting, plattelandsvernieuwing,
landschap, bos, natuur en recreatie centraal staan; ( e) lan... abonneren of dit artikel kopen.
Vorige edities
2022
Eerdere edities kunt u doorzoeken in het archief.
RSS