Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte

2024 nr. 4

  •  
  •  
  •  

Redactie

Hoofdredactie

mr. K.M. Verdurmen

Redactie

mr. N. Amiel
mr. V.G.F. Boumans
mr. B.N. Cammelbeeck
mr. A. de Fouw
prof. mr. A.W. Jongbloed
mr. S. van der Kamp
mr. K. Keij
mr. I.C.K. Mol
mr. J.R.M. Nelen
mr. M. van Schie
M. Sloot

Vaste medewerkers

mr. J. le Clercq
mr. K.J.M. Corten
mr. M. Davelaar
mr. I. Hofhuis
mr. L. Kruitwagen
mr. C. Otte
mr. A.A.L. Oving
I. Reimert
mr. M. Schröer
B. Ziermans MSc. MRICS

Redactiesecretaris(sen)

mr. A. de Fouw

 

Inleiding

Voorwoord

mr. K.M. Verdurmen1

De laatste tijd is veel te doen om oneerlijke bedingen in de zin van de Richtlijn 93/13 EG. De Rechtbank Amsterdam heeft een uitspraak gedaan die mogelijk een bruikbaar handvat biedt voor de wijze waarop daar in de praktijk mee kan worden omgegaan. Deze uitspraak heeft betrekking op woonruimte en de materie van oneerlijke bedingen speelt zich af in het consumentenrecht. Toch kan deze uitspraak ook van belang zijn voor de huur van bedrijfsruimte vanwege de "reflexwerking" voor kleine ondernemers.   Om die reden heeft Sonja van der Kamp deze uitspraak in dit tijdschrif... ...lees meer

Artikel

De mogelijkheid van een huurder om veranderingen of toevoegingen aan te breng...

mr. M. Davelaar1

Bij huurders van bedrijfsruimten bestaat geregeld de wens om de inrichting van het gehuurde te veranderen, bijvoorbeeld vanwege een vernieuwing van een winkelformule. De vraag is in hoeverre een huurder bevoegd is om dergelijke veranderingen door te voeren en in hoeverre toestemming van de verhuurder benodigd is. Art. 7:215 BW bepaalt dat een huurder niet bevoegd is de inrichting of gedaante van het gehuurde geheel of gedeeltelijk te veranderen dan na schriftelijke toestemming van de verhuurder. De wet maakt hierop een uitzondering voor veranderingen en toevoegingen die bij het einde van... abonneren of dit artikel kopen.

Toepasselijk wettelijk regime bij een gemengde overeenkomst met een huurelement

mr. I.E. Hofhuis1

Cumulatie ex artikel 6:215 BW of splitsing in afzonderlijke overeenkomsten of toepassing van voorrangsregels In het arrest "Gemeente Rotterdam/Utopia" uit 2012[2] heeft de Hoge Raad criteria gegeven voor de beantwoording van de vraag of een gemengde overeenkomst met elementen van verschillende soorten huurovereenkomsten kan worden gesplitst. In dit artikel bekijk ik tot welke uitkomsten deze criteria in recente rechtspraak hebben geleid. Daarbij bekijk ik ook welke criteria worden toegepast voor de beantwoording van de vraag of een gemengde huurovereenkomst met ee... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

Overig

Signaleringen

mr. C. Otte1

Boeken J.M. Heikens, H.M. Hielkema, M.H. Wissink, Huurrechtmemo 2024/2025, Deventer: Wolters Kluwer Nederland B.V. (ISBN: 9789013176995).   J. Kist, Huurrecht begrepen, Den Haag: Boom juridisch (ISBN: 9789462129009).   Red. H.B. Krans en J.L.N. Reynders, Parlementaire geschiedenis, Burgerlijke Rechtsvordering, Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht, Deventer: Wolters Kluwer Nederland B.V. (ISBN: 9789013177565). Publicaties in tijdschriften E.R. Veldhuizen, "De gedwongen ontruiming v... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Abonneren

Vorige edities

RSS