Poortwachters en maatschappelijke (on)betamelijkheid. De winst van een blik van binnen naar buiten
mr. drs. M.J. Bökkerink, mr. K.J. van Beekum en mr. A.B. Schoonbeek
Poortwachters van de Nederlandse financiële sector zijn onder meer banken, betaalinstellingen, beleggingsinstellingen en trustkantoren. Zij vervullen de rol van hoeders van het vertrouwen in de financiële sector. Poortwachters zijn daarom verplicht om integriteitsrisico’s die afbreuk kunnen doen aan dit vertrouwen adequaat tegen te gaan. Vertrouwen kan in de eerste plaats worden geschaad door integriteitsrisico’s die zich voordoen in de vorm van overtreding van wet- en regelgeving, zoals het geval is bij witwassen, terrorismefinanciering, omzeiling van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
sanctieregelgeving en fraude. Echter, ook betrokkenheid bij handelingen die weliswaar geen wetsovertredingen opleveren maar wel anderszins indruisen tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer als betamelijk worden beschouwd, de zogenoemde ‘maatschappelijke onbetamelijkheid’, kan afbreuk doen aan dit vertrouwen. Betrokkenheid bij maatschappelijke onbetamelijkheid wordt daarom ook gezien als een integriteitsrisico dat door poortwachters moet worden tegengegaan. Hoewel deze norm al geruime tijd bestaat, is de invulling van deze term niet duidelijk. De norm heeft een open karakter en door de koppeling aan ontwikkelingen in het maatschappelijk verkeer is de reikwijdte dynamisch van aard. Het is ook een norm waar iedereen een andere invulling aan lijkt te geven.1 Ook de toezichthouder heeft nog geen concrete invulling van de norm gegeven. Invulling van de norm is en blijft primair de eigen verantwoordelijkheid van poortwachters. Daarbij vraagt De Nederlandsche Bank (DNB) in de Toezicht Vooruitblik 2019 in het kader van haar speerpunt ‘DNB is streng op financieel-economische criminaliteit’ nadrukkelijk aandacht voor deze norm. DNB kondigt aan te onderzoeken hoe poortwachters hun wettelijke plicht, om beleid en procedures zo in te richten dat het risico van betrokkenheid bij maatschappelijk onbetamelijk handelen wordt geminimaliseerd, invullen. Het voldoen aan deze norm levert voor poortwachters dan ook de nodige dilemma’s en vragen op. In deze bijdrage zullen we aan de hand van de wetshistorie, achtergrond en ontwikkelingen de term ‘maatschappelijke onbetamelijkheid’ onderzoeken. We zullen hierbij kijken naar de wetgeving (paragraaf 2) en de toezichtpraktijk (paragraaf 3) en of hieruit handvatten kunnen worden gedestilleerd voor de invulling van het begrip. We sluiten af met een samenvatting en enkele aanbevelingen (paragraaf 4).
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.