De aangepaste regeling vervroegde uittreding (RVU) nader bezien
dr. B. Dieleman1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Als een werkgever en een werknemer een arbeidsovereenkomst willen beëindigen en een vertrekregeling overeenkomen, kan die vertrekregeling als een regeling vervroegde uittreding (hierna RVU) kwalificeren. In dat geval is de werkgever 52% extra belasting over de uitkering(en) van de vertrekregeling verschuldigd. Sinds 1 januari 2021 is het beleid omtrent de RVU versoepeld door de introductie van de RVU-vrijstelling. De praktijk leert echter dat er nog veel vragen en onduidelijkheden zijn over de RVU en de RVU-vrijstelling. In deze bijdrage behandel ik de kwalificatie van een vertrekregeling als RVU en de toepassing van de RVU-vrijstelling.
1. Kwalificatie als RVU
1.1. Wanneer is sprake van een RVU?
Artikel 32ba van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna Wet LB) voorziet in een eindheffing van 52% over uitkeringen uit hoofde van een vertrekregeling die als RVU kwalificeert. Deze RVU-heffing is geheel voor rekening van de werkgever ...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.