Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte
2010 nr. 3
Redactie
Hoofdredactie mr. K.M. Verdurmen
|
Redactiemr. N. Amiel mr. V.G.F. Boumans mr. B.N. Cammelbeeck mr. A. de Fouw prof. mr. A.W. Jongbloed mr. S. van der Kamp mr. K. Keij mr. I.C.K. Mol mr. J.R.M. Nelen mr. M. van Schie M. Sloot
|
Vaste medewerkers mr. J. le Clercq mr. K.J.M. Corten mr. M. Davelaar mr. I. Hofhuis mr. L. Kruitwagen mr. C. Otte mr. A.A.L. Oving I. Reimert mr. M. Schröer B. Ziermans MSc. MRICS
|
Redactiesecretaris(sen) mr. A. de Fouw
|
Artikel
mr. E.L.A. van Emden*
Het recht om, in geval van faillissement van de huurder, de huurovereenkomst tussentijds te beëindigen is in de huidige recessie weer zeer actueel. In dit artikel wordt ingegaan op de verhouding tussen het beëindigingsrecht van de verhuurder ex art. 39 Fw en de ontruimingsbescherming van de huurder op voet van art. 7:230a BW. Gezien het bereik van de laatstgenoemde bepaling handelt het hier uitsluitend om huur van gebouwde onroerende zaken, niet zijnde woonruimte of bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW e.v., derhalve de overige bedrijfsruimte (kantoren, fabrieken etc.).
In de rech... abonneren of dit artikel kopen.
mr. P.L. Visser*
De aanleiding voor dit artikel was een ogenschijnlijk eenvoudige vraag van ons notariaat: Werkt de regel uit art. 7:226 BW ‘koop breekt geen huur’ ook bij overdracht in een onzuivere turnkey situatie?
De casus was als volgt. Ontwikkelaar O sluit met H als huurder een huurovereenkomst voor een nog (af) te bouwen kantorenpand. Vóór de oplevering van het gehuurde aan H en dus ook vóór de ingebruikname van het gehuurde door H, levert O de eigendom van het kantorenpand aan belegger B. De vraag is nu of in de situatie dat de huurder het gehuurde (nog) niet in gebruik heeft genomen, de huurove... abonneren of dit artikel kopen.
mr. H.J. Moné*
Begin augustus 2008 zag een nieuw ROZ-model winkelruimte en andere ‘290-bedrijfsruimte’ het levenslicht. Eerder werd in dit tijdschrift een aantal wijzigingen ten aanzien van het uit 2003 daterende model onder de aandacht gebracht.1 In het onderstaande wordt een stukje van dit nieuwe model nader uitgediept. Ingegaan zal in het bijzonder worden op hoe de art. 1.1 (omschrijving van het gehuurde) en 1.3 (bestemmingsomschrijving) zich tot elkaar verhouden.
abonneren of dit artikel kopen.
mr. N. Eeken*
Sinds de laatste Kroniek Huurbeëindiging uit december 20071 is er de nodige jurisprudentie verschenen ten aanzien van de beëindiging van huurovereenkomsten met betrekking tot bedrijfsruimte. In het navolgende zal achtereenvolgens bij de volgende (deel)onderwerpen worden stilgestaan:
1. formele vereisten bij beëindiging;
2. beëindiging wegens dringend eigen gebruik;
3. beëindiging wegens onvoorziene omstandigheden;
4. beëindiging wegens afbraak voor uitvoering van werken in het algemeen belang;
5. tijdstip instellen beëindigingvordering;
6. de drie-jaar-termijn van art. 7:296 lid 2 B... abonneren of dit artikel kopen.
mw. mr. P.K. Oosterling – van der Maarel*
Jurisprudentieoverzicht betreffende uitspraken gepubliceerd - of aan de redactie ter hand gesteld - in de periode 26 februari 2010 t/m 3 mei 2010
abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentie
Samenvatting Het enkele feit dat de verhuurder wil overgaan tot de uitvoering van een bouw- en renovatieplan, kan geen grond opleveren voor het aannemen van dringend eigen gebruik, in de regel ook niet ingeval de exploitatie van het verhuurde in ongewijzigde staat onrendabel is. Indien echter sprake is van een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten, kan het oordeel gerechtvaardigd zijn dat de verhuurder het verhuurde in verband met renovatie zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik dat van hem, de belangen van beide partijen naar... abonneren of dit artikel kopen.
Overig
Marry de Gaay Fortman,
Verhuurders maken in de huidige tijd weer vaker gebruik van het recht om in geval van faillissement van de huurder de huurovereenkomst tussentijds te beëindigen. Mr. Van Emden gaat in het eerste artikel van dit tijdschrift in op de verhouding tussen het beëindigingsrecht van de verhuurder op grond van art. 39 Faillissementswet en de ontruimingsbescherming van de huurder op grond van art. 7:230a BW. Volgens de schrijver is het uitgangspunt dat aan de curator van de gefailleerde huurder een beroep op de ontruimingsbescherming toekomt. Een belangenafweging door de rechter bepaalt of dit beroe... abonneren of dit artikel kopen.
mw. mr. M. Sloot*
Wet- en regelgeving
abonneren of dit artikel kopen.
Vorige edities
2024
2023
Eerdere edities kunt u doorzoeken in het archief.
RSS