Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte

2010 nr. 5

Redactie

Hoofdredactie

mr. K.M. Verdurmen

Redactie

mr. N. Amiel
mr. V.G.F. Boumans
mr. B.N. Cammelbeeck
mr. A. de Fouw
prof. mr. A.W. Jongbloed
mr. S. van der Kamp
mr. K. Keij
mr. I.C.K. Mol
mr. J.R.M. Nelen
mr. M. van Schie
M. Sloot

Vaste medewerkers

mr. J. le Clercq
mr. K.J.M. Corten
mr. M. Davelaar
mr. I. E. Hofhuis
mr. L. Kruitwagen
mr. C. Otte
mr. A.A.L. Oving
I. Reimert
mr. M. Schröer
B. Ziermans MSc. MRICS

Redactiesecretaris(sen)

mr. A. de Fouw

 

Artikel

Indeplaatsstelling door splitsing?

mr. B.W. Brouwer*

Eind vorig jaar heeft supermarktketen Jumbo in een omvangrijke transactie branchegenoot Super De Boer overgenomen, met doorverkoop van een groot aan­tal winkels aan inkooppartner Schuitema. Bij de effec­tuering van die transactie heeft een aantal verhuurders van winkelruimte dit jaar een nieuwe huurder gekregen zonder daarover te zijn geraadpleegd, laat staan dat zij daarvoor toestemming hebben verleend. Dit heeft kun­nen gebeuren doordat partijen bij het structureren van de overname gebruik hebben gemaakt van juridische splitsing. Als gevolg van deze transactietechniek kunnen hu... abonneren of dit artikel kopen.

Opzeggen ‚ ontruimen. Over gevallen waarin de datum waartegen de ontruiming ...

mr. P.W. Huitema*

De opzegging van een huurovereenkomst eoverige be­drijfsruimtef (vgl. art. 7:230a BW) en de aanzegging van de ontruiming worden doorgaans tegen dezelfde datum gedaan. In sommige gevallen wordt de aanzegging van de ontruiming pas veel later gedaan of tegen een datum die veel later is gelegen. In een dergelijke situatie kunnen partijen tegen een aantal lastige complicaties aanlopen. Enkele van die complicaties komen hieronder aan de orde. Allereerst de vraag of de 2-maanden termijn uit art. 7:230a lid 1 BW kan worden verlengd. Daarna de vraag op welk moment de verlengingstermijn van &ea... abonneren of dit artikel kopen.

Opschorting van de huurbetalingsverplichting

mr. E.H.H. Schelhaas*

Indien een huurder wordt geconfronteerd met een vor­dering tot betaling van achterstallige huur dan gebeurt het regelmatig dat de huurder zich op een opschorting­recht beroept. Het gaat dan meestal om een door de huurder gestelde niet nakoming, door verhuurder, van de verplichting tot herstel van gebreken. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag wanneer de huurder van bedrijfsruimte een opschortingrecht heeft. Daarbij komt met name de contractuele uitsluiting van dit opschor­tingrecht aan bod. abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

Jurisprudentiebespreking (TvHB 2010/17,18,19,20)

A.W. Jongbloed3P.K. Oosterling - van der Maarel12E.T. de Boer49

17. Kantonrechter Amsterdam 3 juli 2009 WR 2010, 78; LJN BJ3906 Stichting Stayokay / Van Schie Samenvatting Als een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten, is het mogelijk daarbij af te wijken van (semi-) dwingend (huur)recht (vergelijk art. 7:902 BW), zoals de huur(prijs)bescher­ming. In dit geval had werknemer/huurder Van Schie een vaststellingsovereenkomst gesloten betreffende het eindigen van zijn dienstverband en de beëindiging van het gebruik van de door hem bewoonde woning. Hij werd bijgestaan door een advocaat. Van Schie dient, hoewel de vaststellings­overeenkomst ... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentieoverzicht

mw. mr. P.K. Oosterling – van der Maarel*

Jurisprudentieoverzicht betreffende voor de verhuur van bedrijfsruimte relevante uitspraken gepubliceerd – of aan de redactie ter hand gesteld – in de periode 29 juni 2010 t/m 21 augustus 2010. abonneren of dit artikel kopen.

Kroniek

Kroniek Indeplaatststelling

mw. mr. T. Verbaas en mr. G.J. Osinga*

In nummer 2 van het Tijdschrift voor Huurrecht Be­drijfsruimte uit 2008 is de eerste Kroniek Indeplaatsstel­ling 290-bedrijfsruimte verschenen. In die kroniek werd de meest interessante jurisprudentie met betrekking tot indeplaatsstelling uit 2007 besproken. In deze kroniek zal de meest relevante jurisprudentie van 2008 tot 1 juli 2010 aan de orde komen. abonneren of dit artikel kopen.

Overig

Voorwoord

Marry de Gaay Fortman

Op 24 september jl. oordeelde de Hoge Raad over de wachttermijn die een verhuurder van 290-ruimte, die rechtsopvolger is van een vorige verhuurder, in acht moet nemen indien hij opzegt met een beroep op de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik. Een dergelijke beëin­digingvordering is volgens art. 7:296 lid 2 BW niet toewijsbaar als de opzegging heeft plaats­gevonden binnen drie jaar nadat de rechtsopvolging schriftelijk ter kennis van de huurder is gebracht. De Hoge Raad heeft nu - anders dan vrij algemeen in rechtspraak en literatuur werd aangenomen - geoordeeld dat voornoemde wachttermij... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS